Nou hèhè… Dinie heeft eindelijk het licht gezien. Tijdens het binnenhalen van de paarden pakt ze haar kans en vertelt ze aan Hans dat ze niet lekker in haar vel zit. Dat het allemaal nog veel te vroeg is na het overlijden van haar man, maar dat het vooral niet aan hem ligt. Hans begrijpt het helemaal, maar zegt het verdomd jammer te vinden. Terwijl Hans baalt als een stekker, gaat Dinie haar tas pakken en komt Yvon met haar troosthond het terrein opgereden. Annette zit intussen beneden aan tafel en weet niet waar ze het zoeken moet, want er wordt nu voor haar gekozen, maar zou zij ook de keuze van Hans zijn geweest? Ik denk het niet. Zij denkt ook van niet en snuit haar neus nog maar eens in de vacht van de hond van Yvon. Yvon weet overigens tijdens het ‘bedrandoverleg’ feilloos haar vinger op de zere plek van Dinie te leggen: “jij ziet hier vooral de dingen die je mist.”
Na het afscheid van Dinie vraagt Hans aan Annette of hij haar een kans mag geven. Annette vliegt hem meteen om de hals en ziet het helemaal zitten. Yvon tempert het zooitje een beetje en stelt voor dat ze elkaar even rustig leren kennen en daarna besluiten of ze op citytrip willen. En terwijl Yvon naar Brabants gebruik de achterdeur uit sluipt, zien we Annette en Hans bij elkaar in de kamer zitten alsof ze al vijftig jaar op elkaar uitgekeken zijn. Echt gezellig…
Bij Evertje is het een “wawrrrme dag”, aldus Mouth. Tijd om eens een stukje te gaan wandelen. Met Nans dus. Niet met Evertje, want het werk gaat door. Tot mijn grote verbazing heeft Mouth Nans niet onderweg in een sloot geduwd en komen ze samen terug op het erf. De dames besluiten het heft maar in eigen hand te nemen, want Evertje doet niet veel anders dan achter z’n koeien aan zitten en verlegen lachen. Dus pakken de meiden zelf hun één op één momentje met de boer van hun dromen. Eerst zoekt Nans toenadering en snijdt het onderwerp boerderij maar weer eens aan. En dan vooral dat er meer is dan de boerderij. Daar heeft Evertje natuurlijk geen weet van, omdat… alhoewel… “Ja, aan de bar van een café gaat het makkelijker.” Had hij het nou over een bar in een café? Als in: niet op de boerderij??? Goh, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Nou ja, moraal van het verhaal volgens Evertje: “Dingen die aan je hart gaan, ehh… ehh…” Lastig dus.
En daarom gooien Mouth en Nans het over een andere boeg: ze gaan vragenkaartjes maken, om zo een gesprek op gang te brengen. Evertje informeert of vijf minuten stil zijn ertoe leidt dat dan je beurt voorbij is. Slim, maar zo werkt het niet. Hij weet vervolgens niet hoe snel hij de keuken uit moet rennen om te gaan melken, maar even later ontkomt hij er niet aan. Het vragenvuur begint. Zo komen we te weten dat Evertje wat meer zelfvertrouwen zou willen hebben (joh), dat Mouth met onzekerheden kampt en dat Nans vindt dat ze er mag zijn. Mouth haakt daar meteen op in en zegt met grootste armgebaren tegen Nans: “Ik zie jou als heil extravewrrrt. Ja, jij bent heil aanweizig!” Ik pleur zowat van mijn stoel. Mouth die tegen een ander zegt dat ze heel erg aanwezig is??? Moet niet gekker worden, mensen! Evertje denkt te weten dat het door Nans haar werk komt en Nans ziet daardoor ineens een diepere laag bij Evertje. Wat zweverig allemaal. Evertje heeft zowaar ook één vraag bedacht: hoe reageer je op teleurstellingen? “Wát een goede vwrrraag!”, kirt Mouth. Nans vertelt dat ze van een teleurstelling verdrietig wordt. “Dan bevries ik en daarna kan ik pas wat zeggen. Ik sla dan dicht.” Dan is het de beurt aan Mouth. “Ik heb vandaag een teleuwrrrstelling gehad hè. Ik ga gewaun aupen zijn. Jij gaf een awrrrm om haawrrr hein.” Ze wijst van Evertje naar Nans. “Dat vond ik zau lief en maui, echt schattig. Maawrrr dan voél ik gewaun auhhh, dát doet zeewrrr. Daawrrr was ik teleuwrrrgesteld doowrrr. Niet jaloewrrrs, maawrrr ik voelde me echt een beitje… ik zíe gewaun dat jij auk heíl veíl naawrrr haawrrr kijkt enzau en ik ben dan teleuwrrrgesteld, vewrrrdrietig, dat soowrrrt dingen. Zauiets?” Aldus de niet-aanwezige Mouth. Nans zit het heel aanwezig allemaal stilletjes aan te horen. “Zo, die is eerlijk. Dat is goed.”, concludeert Evertje. Nans vertelt dat ze op zo’n moment wel even blij is. “Ik vond jou auk opvallend happy, ja!”, zegt Mouth. Evertje, de stille gronden, diepe wateren-man doet een mooie duit in het zakje om dit gesprek af te ronden. “Voel je allebei happy.” Fout. Dit gesprek is nog lang niet klaar. “Is dat jouw vwrrraag?” “Nee, dat zeg ik.” “Auhhh, voel je allebei happy. Dat zég je tegen ons; dat we dat gewaun moeten zijn. Wat líef, echt! Wát een ontzettend líeve man ben jij! Echt hoowrrr! Jij… jij… ja, je bent écht heil lief!”, aldus introverte Mouth die voor elk antwoord drie kwartier de tijd neemt. De rest van de avond danst ze op ‘Happy’ van Pharrell Williams door de woonkamer, terwijl Nans extravert zit te wezen op de bank.
De volgende ochtend is het tijd voor Mouth haar (zoveelste) één op één moment: ze gaat mee helpen melken. Dat ziet ze namelijk als een soort yoga. Terwijl ze in de melkput de maansikkelhouding aanneemt, roept ze: “er is er één tochtig hiewrrr!” Even later krijgt ze het warm van het feit dat Evertje even ‘haar snuit’ schoonveegt. Mouth zegt het allemaal hardop: “Luik. Schattig. Maui! Even vewrrrlegen zijn hoowrrr, sowrrry.” Ze krijgt het er heet van. “Ik ben helemaal van slag.” Evertje ook. Die dacht dat trillend op je benen op je 32e ophield. Vrij naar Henny Vrienten. Ik ben ondertussen nog steeds in verwarring over die opmerking van Mouth dat er één tochtig was: doelde ze nou op een koe of op zichzelf? Ik heb zo mijn vermoedens…
In Friesland is er nog iemand zo moedig om te gaan helpen met melken: Karlijn. Alleen is dat even een beetje in een andere sfeer dan bij Evertje. Ook Jouke zegt niet veel, net als Evertje. Alleen komt dat niet door verlegenheid. Nee, ons Friese zonnetje in huis heeft namelijk last van een ochtendhumeur. (Run, Karlijn! Run!) Volgens mij heb je dan als melkveehouder echt wel het verkeerde beroep uitgekozen, maar goed. “Het liefst had ik gezegd: ga weg!” Gelukkig kan hij zich nog net inhouden en spuit daarom Karlijn per ongeluk expres maar een beetje nat, vast in de hoop dat ze uit zichzelf de melkput zou verlaten. Maar nee hoor, want Karlijn ziet haar boer graag bezig. Dat vindt ze stoer en dat doet wel wat met haar. Lotte zit intussen in de stand-by, zoals ze het zelf zegt. Er komen weinig signalen vanuit Jouke naar haar en dus neemt ze een afwachtende houding aan. Jouke denkt dat Lotte hem en zijn leven leuk vindt. Over Karlijn zegt hij dat hij met haar soms aan één blik genoeg heeft. “Het is een leuke meid. Zorgzaam en behoudend.” Hij zegt dat er wel iets begint te groeien voor iemand. “Ik word van de ene net iets enthousiaster. Ik hoef me minder in te spannen dan bij de ander.” Die avond komen Jouke’s vrienden langs voor de vleeskeuring. Wordt het toch nog gezellig op de boerderij…
Ook in Limburg staat er een vleeskeuring op het programma: de vriendinnen van Janine worden uitgenodigd voor een barbecue en om hun mening over de potentiële nieuwe vriend van Janine te delen. Janine komt er zelf namelijk niet uit. “Als ik vandaag zou moeten kiezen, zou ik ze waarschijnlijk allebei wegsturen.” Ja meid, dat is nou nèt niet het concept van dit programma. Eigenlijk wil ze gewoon horen van haar vriendinnenclub wie ze moet kiezen. De meiden hebben wel zo hun voorkeuren, maar daar kan Janine niks mee. Het valt haar wel op dat Sander een stuk meer op zijn gemak is na het gesprek van vorige week. Christiaan is dat allesbehalve en dus mag hij de volgende ochtend even alleen met Janine en haar hond mee naar de schapen. Hij vindt dat hij meer over zijn gevoelens moet praten en doet dat vervolgens niet. Janine ook niet, dus dat wordt een lekker vlot gesprek in de bevroren Limburgse heuvels. Not! Soort trekken aan een dood paard. Of schaap, in dit geval. Nee, Janine had wel wat hommelkasten kunnen gebruiken, wat dat betreft.
Hommelkasten? Hommelkasten? Ja, hommelkasten. Daar weet Splinter alles van. Maar dat later. Eerst zijn we lekker een potje Twister aan het doen. Je weet wel: lekker awkward met je neus onder iemands reet hangen terwijl je dat niet wilt. Alhoewel dat in het geval van Splinter natuurlijk anders is. Alles is bij ‘het geval’ Splinter anders. Ook als hij de kleuren moet roepen waar de volgende ledemaat op geplaatst moet worden bijvoorbeeld. Doet ie met z’n ‘leuke’ stem: klinkt als een mislukte Scooby Doo en hij is niet te verstaan. Alsof het nog niet lijfelijk genoeg is allemaal, wordt er nog even een massage weggegeven. Eerst door Wendy aan Splinter, daarna andersom. De volgende dag staat Sonja even wat foto’s van Wendy te maken (waarschijnlijk om later op haar dartboard te plakken) en Splinter springt er meteen bij. Aangezien hij toch gaat kiezen voor Wendy heeft Sonja meteen haar dartboard compleet, met die engnek ernaast. Dan wordt het tijd om de hommelkasten op te halen. “De holocaust?”, hoor ik naast me op de bank. En eerlijk is eerlijk, ik verstond dat in eerste instantie ook. Splinter legt ondertussen in veel te veel woorden de gedachte achter de hommelkasten uit. En even later zijn gedachte achter het ophalen van de hommelkasten: “Wie het eerst een hommelkast vindt, krijgt een zoen.” Ik zou meteen stoppen met zoeken. Tijdens het zoeken verandert hij voor het gemak nog even de regels, want nu krijgen de meiden voor elke gevonden hommelkast een zoen. Getver. Griezel. Hij is wel benieuwd hoeveel moeite iemand doet om gezoend te worden. Wendy heeft de pech dat ze er zes gevonden heeft. “Wat wil je? Zes keer een zoen of één hele lange?” Het worden zes te lange horrorzoenen. Hij vindt het heel prettig; Wendy is minder enthousiast. Hij ziet dat niet; hij merkt alleen dat “het vuur is gaan laaien.” Ik zou de brandspuit erop zetten. Helemaal na die leuk bedoelde opmerking dat Wen wel wat kilootjes kwijt mocht raken. Volgens mij heeft Splinter die bril voor de sier op zijn neus staan: aan Wendy zit geen grammetje vet. Splinter spreekt Sonja nog even aan op het feit dat ze bij de massage de avond ervoor even afhaakte. Sonja zegt dat er wel iets is bij haar, maar dat ze nog niet hoteldebotel is. “Ik mis bij jou een beetje het beginvuur. Ik heb uitgezonden, maar je pakt het niet.”, zegt Splinter. Sonja zegt terecht dat dat haar moment niet was. Gelukkig vond Splinter haar hommelkastzoenen wèl goed.
Van sommige mannen snap je precies waarom ze nog vrijgezel zijn. Kloothommel…
Tot volgende week!
Geef een reactie