De halve finale. En dat is dan ook meteen het thema. Geen idee wat je verder met dat thema moet, qua baksels… Voor de eerste opdracht moet er een notentaart gebakken worden. Very halve finale. Maar let op: er mogen geen pinda’s in zitten, want dat zijn peulvruchten. En ook geen kokosnoot. Ik vind dat kokosnoot altijd moet, maar dat ligt dan weer aan mij. De bakkers krijgen anderhalf uur. Na één minuut roept André: “Bakkers, nog anderhalf uur!” Fijn. Daar heb je wat aan.
Hanneke is brak. Ze heeft de avond ervoor een bruiloft meegemaakt. Ze wilde het niet te laat maken, maar ja… Het was een echte Twentse bruiloft en blijkbaar zijn die heul veul heftiger dan in de rest van het land; vast iets met høken enzo. Al snel komt André met een glaasje water en een aspirientje opdraven. Oh jee… Ze heeft echt een kater. Lijkt het. Best handig, zo in de halve finale. Terwijl het aspirientje wordt weggespoeld, hoor ik naast me: “Doping!!!” Verrek! Hij heeft gelijk! Nou ja, ik voorspel toch al dat ze er deze week uit gaat vliegen, zeker wanneer ze vertelt dat ze een notenslof gaat maken met karamel. Karamel? Jazeker, karamel. Want dat gaat bij haar altijd fout. Of het kookt over, of het is te weinig, of het klontert (greinen, weet u nog?) of ze vergeet dat ze… en ja hoor!!! “Ik was die karamel ook gewoon helemaal vergeten hè?”, roept ze naar Anna. “Ja joh. Ik zie ‘m in ene en denk: oh God… karamel.” Zie je wel? Ik zei het toch? Robèrrr vraagt zich af of de slof hoog genoeg wordt. Volgens Hanneke is dat geen probleem, want thuis lukte het ook altijd. Dus. Maroeska maakt vandaag een Piemontese notentaart. Iets met speciale hazelnoten. Ze stak er ooit één in haar mond (Kan iemand mij uitleggen wat dat precies is, één hazelnoot in je mond steken?) en had meteen een “freeze”, volgens haar eigen woorden. En dus moet die hazelnoot in de taart. “Less is more bij deze taart. Hij is eenvoudig, maar waanzinnig lekker!”, zegt ze bescheiden. Ze is dit keer ruim op tijd klaar. Alleen als het kreng eenmaal de oven in gaat bedenkt ze dat vergeten is er extra zout in te doen. Waanzinnig lekker dus, maar niet helemaal op smaak waarschijnlijk. Anna en Nicole doen gewoon waar ze goed in zijn: lekker op het gemakje iets lekkers bakken. Anna maakt een baklavataart die ze eigenlijk nog nooit gemaakt heeft. Wel regelmatig gegeten en één keer zag ze in haar jeugd hoe een tante het ding maakte, dus Anna kennende komt het goed. Wanneer Anna vertelt dat het een machtige taart wordt en je er dus maar een klein stukje van moet eten, vraagt Janny: “Weet je dat zeker?” Janny kan qua smaak ook wel door één deur met Nicole. In haar taart gaan pecannoten, want die vindt ze lekker. “Ik ook!”, beaamt Janny. “Alleen wel slecht voor de heupen hè?” En Hanneke? Die komt gewoon weer eens lekker in tijdnood.
Bij de jurering blijkt Robèrrr qua Hanneke’s slofhoogte gelijk te krijgen: de bodem is te dun. Maar verder is ie wel lekker. “Niet met een katertje gaan bakken hè?”, kirt ze. Maroeska’s taart is ook lekker, maar hier mist de jury nèt de bravoure in de taart. Vanwege het gebrek aan zout, dus ja Maroeska… dat heb je inderdaad goed voorspeld: less (salt) is more (commentaar). Nicole’s nootgeval (geen spelfout) is lekker, maar had iets meer noten mogen hebben en Anna’s baksel uit de losse pols is natuurlijk weer perfect.
De technische opdracht is een rare dit keer: bak een kaartenhuis. 18 platte koeken, glazuur, karamel (Waaaah, Hanneke!!!) en dan bouwen. André gaat ergens in de tent met de jury een potje zitten pesten, onder het genot van een bakje chips. Anna zegt dat ze de tekentjes van de speelkaarten lastig vindt. “Jij maakt je druk om de tekentjes?”, roept Hanneke vol ongeloof. Hanneke lult veel en werkt niet, waar de rest al lekker aan de slag is gegaan. Ze heeft ook nu weer geen idee wat ze precies moet doen. “Even kijken wat de rest doet…”, zegt ze. Anna wil haar koekjes even in de shockfreezer laten afkoelen zodat het glazuur straks niet uitloopt. “Ik hoorde dat het handig is om ze even in de shockfreezer te leggen, omdat…” Blablabla. Echt, ik word hier zo moe van. Bankgenoot wordt al weken moe van haar nerveuze gedrag, dus ja… hoog tijd dat ze eruit gaat. Maar dat gaat helemaal goedkomen, want wanneer de anderen al lang en breed aan het decoreren zijn geslagen, is Hanneke nog met van alles bezig, behalve waar ze mee bezig moet zijn. Maroeska staat ook deze aflevering weer lekker te griepen op alles wat ze aan het doen is. Haar glazuur is niet goed, het ziet er niet uit, ze kan het commentaar van Robèrrr al horen… het gaat maar door. Mens, hou je waffel en bak gewoon! Wanneer iedereen aan het bouwen is, heeft Hanneke nog alleen maar niet-gedecoreerde koekjes liggen en spoort André haar aan toch vooral maar te beginnen met bouwen. Als ie eenmaal staat, begint ze met decoreren.
Uiteindelijk staan er vier kaartenhuizen. En ze zien er, voor amateurtjes, nog redelijk uit ook. Behalve natuurlijk die van Hanneke. De onderste koekjes kaal en alleen de bovenlaag is eh… tja… hoe moet ik het omschrijven? Nou ja, alsof een meeuw op een kaartenhuis heeft gescheten. Zoiets. Ik denk dat dat nog het meest erbij in de buurt komt. Uiteraard wordt het meeuwenschijthuis van Hanneke laatste, Maroeska wordt derde, Nicole komt op de tweede plaats en Anna’s kaartenhuis wordt verdiend eerste. Als ik Anna bezig zie denk ik echt (maar dat denk ik al een paar weken) dat we hier naar de winnaar van Heel Holland Bakt 2019 zitten te kijken.
Het spektakelstuk: bak een kunstwerkspektakel. De gedachten die door de bakkers heengaan worden verwoord: Hanneke voelt zich alsof ze bij de tandarts zit (ik voel me daar altijd uiterst ontspannen, maar ik vrees dat dat bij Hanneke anders ligt), Maroeska denkt: “zozo, lala”. Geen idee verder. Anna droomt van de finale en Nicole zegt dat dit de laatste kans is op een finaleplek. En die laatste twee hoeven zich daarover in mijn ogen totaal geen zorgen te maken.
Maroeska gaat een taart maken met Absint. Ik roep meteen: van Gogh! En ja hoor. Ook Anna gaat zich aan van Gogh wagen. Nicole laat zich inspireren door “de kus” van Peter Berendse en Hanneke maakt een “twee voor één-taart”: de ene kunstenaar (Theo van Doesburg) van buiten en de andere (Piet Mondriaan) van binnen. En daarvoor moeten er meedere kleuren cake worden gebakken. En je raadt het al: dat gaat natuurlijk weer fout, omdat het beslag in de oven door elkaar loopt. Gelukkig weet ze de schade te beperken en valt het uiteindelijk allemaal best mee. Ze vertelt nog wel dat het thuis nog nooit gelukt is om het kreng binnen de gestelde drie uur af te krijgen. Anna maakt haar zonnebloemen van merengue uit de losse pols en ja, ook dat gaat haar weer fantastisch af. Nicole is ondertussen bezig het schilderij met verschillende kleuren chocolade in te vullen. Wat een prachtig idee, maar wat een priegelwerk! Om dit koelbloedig in de halve finale te doen heb je niet alleen engelengeduld en een vaste hand nodig, maar ook stalen zenuwen. Petje af!
De jury is laaiend enthousiast over de uitvoering van Nicole’s taart. Alleen had de cremeux volgens Robèrrr iets minder zoet gemogen. Hanneke’s taart ziet er op afstand strak uit (voor haar doen), maar niet echt spectaculair. Nee, het spektakel zit aan de binnenkant: de Mondriaancake was goed gelukt. Alleen is de chocoladeganache iets te overheersend. Anna’s zonnebloem-sterrennachttaart gaat er in als koek. Hij is zo lekker; Robèrrr noemt het een echte “door eet-taart”. En dat klopt, want ook Janny zegt nog een stuk te willen. Anna is zelf niet tevreden over de uitvoering, maar ja… dat schilderij waar het op gebaseerd is, hangt nou ook niet echt aan elkaar van de strakke lijnen. De taart van Maroeska is gemaakt met de Amandelbloesem van van Gogh in het achterhoofd. Laat dat nou ook net het lievelingsschilderij van Janny zijn. En dan is het ding ook nog eens lekker. Jeetje.
Maar goed, de jury kan het niet moeilijk hebben gehad deze week, want het is wel duidelijk dat de finale te hoog gegrepen is voor Hanneke en dus moet zij het veld ruimen. Anna wordt deze week weer eens meesterbakker en volgende week gewoon de winnares. Denk ik. Maar ja… ook haar taart kan aanbranden. We gaan het zien. Volgende week!
Tot dan!