Sommige stellen zijn gewoon saai. Nu al. Ik bedoel: op tv willen we toch gewoon vonken zien, kwijl, knetterende ruzies en heel ongemakkelijke situaties. Maar wat gebeurt er nou helemaal in Kopenhagen bij Jouke en Karlijn? Jouke is nog steeds een hork; hij zegt het nu ook zelf: “Ik ben niet zo galant, hè?” Daar waren we inmiddels wel achter, Jouk. Een beeld van een componist wordt niet verder bestudeerd, want “Dat interesseert me niet genoeg om verder uit te zoeken.” Hij zegt ook lekker mensen te kunnen afzeiken (daar ben ik nou helemaal niet van hè? Hahaha, NOT!) en verder houdt hij graag de touwtjes in handen en Karlijn vindt dat prima. Ze vinden elkaar superleuk. Jouke zegt zelfs dat hij niet had verwacht nu al zo verliefd op Karlijn te zijn. Oeh… the V-word! Nou ja, we zien dat ze elkaar leuk vinden in een bootje op het water, in een sauna op het water en op het dak van een elektriciteitscentrale, waar een enorme borstelbaan overheen loopt om vanaf te sjeezen. Op een snowboard, ski’s, of in het geval van ons stel, op sleetjes. We leren dat zij niet kan navigeren en dat ze aangeschoten in het hotel zijn gearriveerd. En oh ja, een kusje op het dak van de centrale. Next!
Bij Hans en Annette in het Ierse Clifden wordt het weer steeds somberder, maar de sfeer steeds romantischer. Ontbijt op bed en proosten met verse jus. “Hebben we wel verdiend, na zo’n nacht.”, zegt Hans. Ik hoop dat hij stopt met praten nu. Er wordt zelfs een kerkje bezocht, waar ze volgens Hans niet kunnen trouwen, omdat ze niet met elkaar door één deur kunnen. Letterlijk dan. Enkel deurtje, vandaar. Beiden zitten even op een stoel te mijmeren. Best even emotioneel. “Gaat het?” Annette vraagt het precies op het goede moment aan Hans, die ongetwijfeld denkt aan hoe zijn leven hiervoor was. Hij slaat een kruisje en ze gaan weer verder. Er wordt nog een selfie genomen voor de kerk. “Wat een snuitje! Wat een schatje!”, roept Hans uit. Even later wordt er met een bootje op kreeft gehengeld, waar Annette vertaalt voor Hans, want ja… “Ik blijf een boer hè?” en wordt er een balletje golf geslagen. Of nou ja… Hans is zich naar Australië aan het slaan ongeveer, maar goed: ze hebben lol en alleen oog voor elkaar. Er wordt zelfs gesproken over samenwonen. Annette ziet het helemaal zitten om naar de boerderij te verhuizen. “De wil is aanwezig. Als je van elkaar houdt, wil je toch zo veel mogelijk samen zijn?” Het is eruit voordat ze het in de gaten heeft. “Hou je van me?”, vraagt Hans een tikkie verrast. Annette schrikt ervan en slaat een hand voor haar mond. “Oh! Het is de eerste keer dat ik dat zeg…”
Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Hans het zelf nog maar een keer: “Ik heb mijn Grietje gevonden. Een heel goed grietje.” Ze zijn er beiden van overtuigd dat er mensen zijn waar ze ooit van hebben gehouden, die de twee een beetje naar elkaar geduwd hebben. Mooi stel, die twee!
Janine en Sander zitten iets zuidelijker dan Limburg: in Lissabon. Sander zit goed in de wedstrijd: zijn gevoelens voor Janine zijn eerder meer dan minder geworden. Janine giebelt veel, maar ik vrees dat ze vooral veel weglacht. Ze doet echt wel haar best hoor, daar ligt het niet aan. Maar elke keer kruipt ze in haar schulp en zie je net weer even die twijfel toeslaan. Ze kijkt er wel naar uit om Sander beter te leren kennen, wil graag tijd met hem doorbrengen en wil het een kans geven om te laten groeien. Sander weet niet precies hoe hij het wegkijken van Janine moet interpreteren: is ze nou verliefd of verlegen? Ze geeft aan dat ze het fijn vindt om bij Sander te zijn, die ondertussen lekker onder de tafel in het restaurant stiekem begint met voetje vrijen. Even later liggen ze blauw van de lach over de tafel. Ze hebben ook echt wel lol: zo loopt Sander met Janine op zijn rug door Lissabon. Ook nemen ze een les golfsurfen: altijd hilarisch als er iemand in het water valt, toch? Maar telkens twijfelt ze weer. Ze besluit om Sander in vertrouwen te nemen en vertelt hem dat ze een knauw heeft overgehouden aan haar vorige relatie. En dat ze soms teveel nadenkt, wat ze niet moet doen. Maar Sander is één en al begrip. “Dat wil je niet wéér!”, zegt hij met de bekende Friese tongval. Janine zegt dat de paniek af en toe toeslaat, door haar vorige relatie. “Geef dat aan. Je kunt tegen mij alles zeggen, hoor!”. Janine zegt te moeten werken aan haar zelfvertrouwen, omdat ze het geloof in de liefde is kwijtgeraakt. Sander voelt feilloos aan hoe hij Janine moet benaderen. “Hoe kan ik jou dat zelfvertrouwen terug laten krijgen?”, vraagt hij. “Tijd geven. Ik hoop dat je dat hebt. Wat een lastig mens ook hè?, zegt Janine. “Ja joh, dat hoort erbij, toch?”, reageert Sander kalmpjes. Hij heeft het muurtje van Janine al een heel eind afgebroken, maar het fundament van de muur staat nog: werk in uitvoering. Sander blijft ondanks alles positief en zegt dat de tijd in Lissabon boven verwachting was. “Mooier dan gedacht!” “Awwwwwww, schattig!”, klinkt het met een onvervalst Limburgs accent.
Als deze relatie niet lukt, dan heeft het in elk geval niet aan Sander gelegen, want wat heeft die knul goede voelsprieten!
Dat geldt niet voor die ADHD-randdebiel die ze in Reims met een koelkast (Wendy) aan zijn zijde op weekendverlof hebben gestuurd. “Vive la France!!! Vive la France!!!” We zien beroepsgriezel Splinter in een vieze motregen maniakaal lachend op een fiets zitten. Helmpje op, met de koelkast op haar eigen fiets en dito helmpje op heur hoofd ernaast. Ik zou het eerste de beste ravijn in rijden; dan maar een gebroken poot. Alles is beter dan met die gek gezien worden. Ravijnen heb je overigens niet echt in de buurt van Reims, maar met een hoop champagne in je mik kom je een heel eind, valtechnisch. “Echt aan het genieten. Gewoon lekker. Van samen, van fietsen…” Splinter wordt blij als hij Wendy ziet, maar hij weet ook dat ze nog iets ongrijpbaars heeft. Daar gedraagt meneer zich totaal niet naar trouwens: hij grijpt elke scheet aan om haar te zoenen. En zij laat dat dan wel toe, maar trekt zich ook zoveel mogelijk terug. Tijd om je te verdiepen in de lokale ambachten. En waar kan dat in Reims anders over gaan dan over… Champagne! In het volgende shot zien we Splinter staan met een sabel en een fles champie. “Oh God, de lul gaat sabreren!”, roep ik uit. Als Splinter de fles onthoofd heeft, kirt Wendy: “Well done, Robbie!”. Hoppa, kusje verdiend voor deze opmerking. Brrrr… Dan mag zij zelf een poging doen. Ik zou dat gereedschap dus echt niet gebruiken om alleen die fles open te jassen, als die engerd zo dicht in mijn buurt stond… “Sabreren kun je leren!”, klinkt het naast me op de bank terwijl ook Wen haar eerste fles staat te onthoofden. De champagne wordt (met de nodige glassplintertjes) ingeschonken. “Cheers, babe!”, roept Wendy. “Ik beweeg wel wat meer naar hem toe…”, zegt ze in de camera. Om even later te roepen dat ze het niet voelt. Ja joh, whatever.
Splinter ziet alleen maar wat hij wil zien. “Ja, dat sabreren gaat top natuurlijk en daarna dat drinken met Wendy… allebei genieten…” Pfffffff… Tijdens een rondleiding door de champagnekelders onder de stad, vertelt de gids in zijn beste Frengels dat hij verliefd is op deze plek: “I fell ien love wiz thiz pleece!” “I’m in love with her!”, kwijlt Splinter terwijl hij naar Wendy wijst. Het hele verhaal van de gids dat er tussen de 200 en 250 kilometer kelders onder Reims ligt met daarin zo’n 1,4 miljard flessen bubbelnat gaat totaal aan hem voorbij, want meneer ziet in een logo op de muur een hartje staan. “Misschien kunt u daar een foto van ons samen maken? Dat vind ik romantisch.” Arme gids. Die jongen deed zo zijn best. Splinter vindt het een goed teken dat ze daar zo maar samen gingen staan. “Want voorheen had ze gezegd van… jij…”, terwijl hij een wegwerpgebaar maakt. “Dat is dat antwoord dat ik dan krijg. Wat ik ook zo nodig heb.” Even ter info: er werd geposeerd bij het hartje. Tussen Splinter en de koelkast zat ongeveer een halve meter. Romantisch was het niet. Koud wel, waarschijnlijk. IJzig koud… Zelfs voor een koelkast. Zelf zegt ze dat ze merkt dat als ze één vinger geeft, hij haar hele hand pakt. “Maar dat is okee. Ik moet het gewoon ervaren.” Uiteraard wordt er onder de grond ook nog even geproefd. “De wijn van de liefde! Leven als God in Frankrijk, dat is dit gevoel!” En ja hoor: kusje. In haar nek dit keer. Getverdemme! En hoe ver kan iemand er naast zitten met de signalen die hij ziet? De koelkast weet dat zijn gevoel voor haar groter is dan haar gevoel voor hem en ze twijfelt of en zo ja wanneer ze dat moet gaan vertellen. Want ze is hier alleen maar voor de citytrip hè? Daarna wordt meneer -overigens geheel terecht- gedumpt. De romanticus. Met z’n reuzenrad. Want ja, dat staat er, dus moet je daar ook even in. Ondanks je hoogtevrees. Vooral even laten zien wat een stoere vent je bent. Echt, zo’n goede vangst voor elke vrouw op aarde. Dat Wendy dat nou niet ziet hè?
En telkens wanneer je denkt dat we nu wel alles gezien hebben en dat het echt niet erger kan, bewijst Splinter het tegendeel. Want de gitaar wordt uit z’n koffer getrokken en ingezet in het stadspark. De koelkast moet gaan zitten en Splinter begint uiteraard eerst te oreren over het nummer dat hij ten gehore gaat brengen. En dan vooral over de filosofie achter het lied, waarschijnlijk. “In deze dagen laat ik alles over me heenkomen. Maar ik wil wel één ding doen… Het is een liedje voor jou en ook wat ik voor je voel. Het heet Twoe Coloz.” Hij bedoelt natuurlijk True Colors (yes, American spelling) van Cyndi Lauper. En dat liedje gaat hij nu VAN EEN BLAADJE notabene zitten verkrachten voor het leven. De koelkast weet niet waar ze moet kijken en ik snap dat. De uitvoering is tenenkrommend. En dan heb ik het nog niet eens over de uitspraak. Om met HenkJan Smits te spreken: “heb je jezelf wel eens teruggehoord?” Splinter ziet weer dingen die er niet zijn. “Ik zie haar kleuren… dat zijn ook goede kleuren en alle kleuren van de regenboog, ook de mindere kanten. Maar laat het, durf het gewoon te laten zien en durf daar open in te zijn. Daar gaat dit liedje over.” Oooooooh joh! Het is gewoon in 1986 al geschreven voor Splinter om het in 2022 voor Wendy te ‘zingen’. Nee, alles valt ineens op z’n plek nu. Bij Wendy valt er een druppel op de grond. Die kan uit haar oog afkomstig zijn; om te janken zo slecht, óf uit haar neus komen: in dat geval is ze gewoon allergisch voor griezels met een gitaar. Ben ik ook. Rob concludeert er na zijn uitleg over het nummer lekker verder op los: “Want dat… dát kan de sleutel zijn voor een toekomst samen.” Droom jij effe lekker verder joh, blinde vink! Na het nummer kijkt hij haar doordringend aan. Er komt geen enkele reactie, dus staat hij op en zegt “voor jou”, waarna hij haar weer een kus geeft. Wen kon niet verder naar achteren, anders zou ze van de kei af donderen waar ze op dat moment op zat. Splinter is nog niet klaar met zijn monoloog. “Weet je wat ik hoopte? Dat we deze dagen weer een paar stapjes verder zouden komen. Voor mijn gevoel is dat wel gelukt. Ik hoop voor jou ook.” De koelkast knikt instemmend, maar zegt voor de camera dat het haar verdrietig maakt, omdat het niet zo is. Terwijl ze het hem wel gunt. Ik denk de hele tijd: je zal toch helemaal gek zijn op die knul en een brief hebben geschreven en naar huis gestuurd zijn omdat hij alleen maar oog had voor een blond mokkel met benen van vijf meter die hem constant zat te voeren. En nu dit zien. Manmanman… “Je beseft niet half hoe graag ik bij jou ben.”, zegt hij terwijl ze samen weglopen. Nou ja, weglopen… hij heeft haar in een soort van houdgreep. “Ik besef dat terdege, maar dat maakt het nou net zo gecompliceerd.” “Ja, dat weet ik. Maar ik ben nou eenmaal muzikant, dus ik wilde dat nummer gewoon graag spelen.” Aaaaaaarghhhh!!!
Tijdens een ‘romantisch’ etentje legt Wen eindelijk de kaarten op tafel. Splinter vertelt dat haar vorige relatie meer gebaseerd was op aantrekkingskracht en niet zo zeer op diepgang. Zo, dan heb je wel lef hoor. En een plaat voor je harses. Met andere woorden: eerst de diepte in en dan komt het wel goed met jouw liefde voor mij. Zij gelooft niet in die theorie en wil hem niet teleurstellen, maar ze gaat hem gewoon, zoals voorspeld, keihard laten vallen. “Zij moet naar die 100 procent voor mij. Anders zet ik er een punt achter, want dat kost teveel energie. Ik wil vooruit kijken en ik wil geliefd worden. Ik vind dat ik dat waard ben.” Gut, gaan z’n ogen nu ineens open? Het zal eens tijd worden. Nee, de druk die hij op Wendy legt en het gebrek aan druk die Sander op Janine legt, daar zit zo’n wereld van verschil tussen. Splinter heeft nog heel wat te leren, wat dat betreft.
Trouwens, nog even over dat akkefietje met dat slapen in aparte kamers vorige week: een paar uur voor de uitzending zaten de husband en ik op een terrasje. Husband hoorde de conversatie aan het tafeltje achter hem. “Het gaat over Boer Zoekt Vrouw!” Hij spitst de oren en begint te lachen. Ik zit net iets te ver om het te kunnen verstaan, maar de husband herhaalt graag wat er net gezegd werd. “Ik zou óók niet met die vent op één kamer willen slapen hoor!” Het is wel duidelijk over welke boer dit ging…
Evertje en Mouth doen niet zo moeilijk. Bij de receptie van hun hotel in Split krijgen ze ook de vraag: samen slapen of niet? Mouth neemt het woord, maar laat Evertje beslissen. Die doet niet zo moeilijk: “Ik vind het goed, ja.” Z’n standaard andwoord eigenlijk. Maakt niet uit verder; Mouth is in de zevende hemel. “Samen slapen, hoe maui is dat? Ik moet ewrrr niet aan denken dat ik nu nog apawrrrt zou zijn, nei. Dat is raawrrr. We hebben zau’n goeie connectie…” Eenmaal in de hotelkamer gaat ook hier de champagne open. Evertje laat de kurk knallen en Mouth wil een toast uitbrengen. “Schenken maawrrr. Nou, waawrrr doen we ‘m op? Waawrrr prausten we op? Op een onwijs luike tijd hiewrrr. En vewrrrdewrrr. Toch?” Vraag en antwoord van Mouth. Wel zo makkelijk. “Dank je wel. Jij ook hè.”, zegt Evertje. Ook hier wordt heel veel speeksel uitgewisseld, maar dat is lang niet zo tenenkrommend als in Reims.
“Het lijkt mij maui, om deize dagen, blllllloedeewrrrlijk naawrrr elkaawrrr te zijn. Duwrrrf jij dat?” Ik verwacht dat Evertje zal zeggen dat het goed is. “Jawel hoor.” “Want dan leewrrr ik je goed kennen, op snelheid.” “Op snelheid?”, vraagt Evertje verbaasd. “Dan leewrrr ik je wel goed kennen in deize twei dagen.” Ze pakt de knotsen van Evertje vast en gaat verder. “Voel je je op je gemak?” Evertje wil antwoord geven, maar zover komt het niet. “Niet heilemaal, volgens mij. Neihhh… volgens mij niet. Ik vóél iets.” Evertje wil weten wat Mouth dan allemaal voelt: “Wat voel je dan?” “Dat je een beitje gespannen bent.” “Waar komt dat van dan?”, vraagt hij. “Weit ik niet! Maawrrr dat kun je me auk niet vewrrrtellen?” Evertje heeft geen idee waar Mouth het over heeft. “Ik ben niet gespannen. Nee. Die wijn is wat droog.” Over droog gesproken, hahaha. Geweldig. Hij zegt niet veel, maar als hij iets zegt… Daarna legt Mouth maar even uit hoe dat nou precies werkt, zo’n schoteltje met olijfolie en wat droog brood.
De volgende ochtend wordt het ontbijt wat ongemakkelijk genuttigd. Evertje op de bank met het bord op schoot en Mouth op de grond. Hij durft Mouth amper aan te kijken, maar hij wil toch weten of Mouth lekker geslapen heeft. “Nou ja, dat heb je toch wel gemewrrrkt, toch? Neih, we hebben toch allebei wel lekkewrrr geslapen? Jij hebt toch auk wel lekkewrrr geslapen?” “Prima.” Evertje. Een man van weinig woorden. Wat dat betreft vult Mouth hem wel lekker aan. “Zomaawrrr na tien jaawrrr eiven bij iemand in z’n awrrrmen liggen, dat ligt wel heil lekkewrrr.” Evertje bekent op camera dat het wel wat kriebelde. En dat hij toen maar wat teruggekriebeld heeft. Mouth omschrijft het iets uitgebreider: “We hebben echt heil lief, teidewrrr, wawrrrm, schattig… elkaawrrr gezoend. Heewrrrlijk!” Die middag is de reis naar de watervallen. Het was de afgelopen dagen nogal onstuimig weer en dat is te zien aan de kracht van de watervallen. Waar Evertje van het geluid van het water wil genieten, lult Mouth het helemaal vol met alles wat ze ziet, voelt, hoort en ruikt. Op de manier waarop alleen zij dat kan. Evertje vindt het allemaal wel goed; hoeft ie zelf niet zoveel te lullen. Er vallen in elk geval geen stiltes; ideaal. Maar eerlijk is eerlijk: Evertje bloeit wel op door Mouth. En dan is daar het shot van het jaar: Evertje en Mouth die elkaar volledig zeiknat voor de waterval kussen. Ja, op de mond. Hij leert snel.
Het wordt tijd om de toekomst te bespreken. Evertje wil die avond op een terrasje weten hoe zij dat voor zich ziet. Mouth geeft aan dat ze het liefst bij hem op de boerderij zou willen zijn en daarvoor haar hondenuitlaatservice wel wil opgeven. “Maawrrr zou jij dat al aankunnen? Dat je denkt van: God, Maud vierentwintig uuwrrr om me hein. Maar ik bedoel op tewrrrmijn. Hoe zie jij dat, eigenlijk?” Evertje probeert antwoord te geven: “Ja, dan moet…” Mouth gaat onverstoord verder met haar vragen, terwijl de ober in aantocht is. “Wat is je wens, alles alles kon? Kijk, eerwrrrst biewrrr drinken!” Einde gesprek. Eerst dat bier dus. Prioriteiten stellen. Er zijn wat zorgen over en weer: wat als zij van alles afscheid neemt en het wordt niets? Tja… dus dan eerst maar eens wat weekenden bij elkaar doorbrengen en elkaar beter leren kennen. Ineens komt Mouth met iets heel anders: “Heb jij een beitje een beild dat ik auk een beitje een rare ben, af en toe?” “Een rare? Dat heb ik nog niet meegekregen.”, zegt Evertje. “Neih? Auh, dan heb je nog een haup wewrrrk te doen.” Ze beschikt wel over zelfkennis, die Mouth. De masseuse beschikt ook over de nodige kennis over Mouth, zo blijkt later. “Ze heift wel in de smiezen dat mijn nek aandacht naudig heift. Hoe gaat het bij jou? Doet ze auk je handen?” Voor lezers die nu niet weten waar Mouth het over heeft: ze bedoelt natuurlijk zijn knotsen. Die ze even later, gezeten op een bankje aan het water, even goed vastpakt. “Ik leif in het nu en ik geniet in het nu. En ik vind jou heil ewrrrg lief. En ik wil heil ewrrrg graag bij jou zijn.” Evertje vindt dat Mouth het mooi kan verwoorden. De volgende weekenden bij elkaar worden gepland. “Voor mij is het natuurlijk ook altijd niet even makkelijk, eh… ja, omdat… ik ben natuurlijk wel een gesloten persoon…” En dan ineens buigt de onzekere Evertje voor de camera naar Mouth toe, geeft haar een zoen en zegt: “Je bent… heel lief en ik hou van jou.” Mouth (en de rest van kijkend Nederland) weet even niet wat er gebeurt, “Jeitje, dat is wel heel ewrrrg lief. Die had ik eiven heilemaal niet aan zien kaumen! Schatje…” Ach gos, wat lief…
Trouwens: een paar weken geleden voorspelde ik na de dagdates het volgende:
‘Hans gaat voor Dinie, Jouke kiest voor Karlijn, Splinter blijft over met Wendy, Janine met Sander en Evert met Cora.’ Volgens mij zat ik er alleen bij Evert echt goed naast. Want als Dinie niet was vertrokken, had Hans waarschijnlijk voor haar gekozen. Geen slechte score, al zeg ik het zelf. Volgende voorspelling: wie zijn er nog bij elkaar aan het eind van de serie? Splinter en Wendy gaan het niet redden (joh, verrassing), Sander en Janine vrees ik ook een beetje voor, maar ik hoop het niet. Hans en Annette wordt het wel, net als Jouke en Karlijn (alhoewel die niet oud gaan worden samen). En Evertje en Mouth? Ja jemig, ik moet nog heel even de liefdesverklaring van Evertje op me in laten werken hoor.
Still processing… Wordt vervolgd.
Tot volgende week!