Archief | mei, 2022

Ar-tjee sixty nine

27 mei

Nou, ik heb het gedaan. Voor jullie. Speciaal voor jullie, zodat jullie het zelf niet meer hoeven te doen. Want ik kan het ten zeerste afraden. Echt, geloof me… het was geen pretje. En dat heb ik jullie nu allemaal bespaard. Ik hoef er niets voor terug, maar wees voorlopig een beetje lief voor me, want ik moet er even van bijkomen.


Ik heb geluisterd. Naar de EP van RJ69. Ik mag hopen dat het fonetisch klinkt als Ar-tjee sixty-nine en niet als Er-jee soixante neuf. Want dat zou pas echt ranzig zijn.
Goed, muziek dus. Van Er-jee negenenzestig. Gezien de leeftijd van Er-jee slaat die 69 op het geboortejaar van Er-jee. Maar waar staat die Er-jee of Ar-tjie nou eigenlijk voor?
Voor Rob Janssen. Wie, hoor ik u denken? Rob Janssen. Je kent ‘m wel. Hij is in mijn kringen beter bekend als Splinter! Jaaaaaaaa!!! Splinter uit Boer Zocht Vrouw (en vond haar niet). Je weet wel: God’s gift to cherries, women AND the universe. Die, ja!
Nou hebben we allemaal kunnen zien en helaas ook kunnen horen dat meneer zichzelf muzikant noemt. Ik vind gewoon dat hij een hobby heeft, naast de paarden en zichzelf, maar hij noemt zichzelf muzikant. Deze muzikant/kersenteler/alwetende/filosoof/pussymagnet (ik kruip nu even in zijn hoofd hè) heeft tijdens de logeerweek én tijdens de citytrip ons meerdere malen ‘getrakteerd’ op zijn muzikale kunsten. Op gitaar, mondharmonica, contrabas en stemband. Niet dat hij mensen daar een heel groot plezier mee deed, maar goed: dat krijg je nou eenmaal als een kanaal als The Voice weggevallen is. Over ongewenst gedrag gesproken. Goed, Splintje profileerde zich dus via Boer Zocht Vrouw (maar bleef met lege handen achter). En nu heeft hij dan vier (nieuwe) nummers het universum ingeslingerd. Nee, daar zaten we op te wachten met z’n allen. Ik zeg altijd maar zo: what happens between the hommelkasten, stays between the hommelkasten. Alleen heeft Splinter daar geen boodschap aan. Jammer. Dus heb ik het vandaag maar eens op me genomen om te luisteren naar ‘Songs From The Maasai Walk’, zoals hij z’n album heeft genoemd. Die titel… daar hebben wij het zo  nog even over.


Nou goed, koptelefoon op, gordels om en gaan. Het eerste nummer heet ‘Compliments’. Hij zingt over een “messuts” en dat hij “spietslus” is en ik denk heel even dat Mark Rutte aan het zingen is. Het klinkt allemaal behoorlijk hijgerig. Een stukje tekst: “It’s another thing to do, to get a compliment from you / to get a compliment or two. Dat wisselt, zeg maar. Tot overmaat van ramp gaat meneer scatten. Dat kan hij alleen doen als hij Edwin Rutte heet (geen familie denk ik), maar ja… zo heet ie niet hè? Slecht plan. Maar goed: als je iets van de tekst kunt verstaan en je luistert er echt naar, dan zou je kunnen denken: Wendy! (Die hem inderdaad snoeihard heeft laten vallen na de citytrip. Geheel terecht overigens. En nee, ik vind dat niet zielig; hij heeft het er zelf naar gemaakt. Ik had ‘m uit het reuzenrad geduwd. En z’n hoogtevrees er achteraan…)


Ik heb nu eigenlijk een borrel nodig, maar ga toch maar meteen door naar het tweede nummer: ‘De Reis’. En dat heeft hij tijdens het huiskamerconcert in de logeerweek ook ten gehore gebracht. Auf Niederländisch, dus met een zachte g. Nou weet ik toevallig dat je je accent kwijt raakt als je zingt (en ja, als je óók nog eens een goede zanger bent). Ik bedoel: Marti Pellow van Wet Wet Wet was zingend wel te verstaan en pratend niet, want Schots. Dit geldt ook voor heel Volendam. Niet dat ze daar Schots lullen, maar je begrijpt wat ik bedoel. Nou goed, from the motion picture soundtrack Boer Zoekt Vrouw: ‘De Reis’ dus. Er wordt geweldig gerijmd: mee – zee, hjevoel (gevoel) – doel, vertrouwen – bouwen, verleden – heden. En natuurlijk: ”vliegj met me mee, over bergjen en dalen. En hoor m’n verhalen.” Nou joh, liever niet. Of wat te denken van het wonderschone “Ik geef je m’n hart, laat het niet breken… want het voel als een deken.” Ja joh. Raarrrrrrrrr. En nee, dat was geen spelfout: hij zingt voelt zonder t. Danwiddedat. Maar goed: algehele vibe van dit nummer? Wendy!


Ik heb inmiddels een infuus nodig. Met Whisky. Nou vooruit, nummer drie maar meteen: “Purity’. We horen Splinter in- en uitademen door z’n jankijzer; de mondharmonica. Een melodie is teveel gevraagd. Dan haalt hij adem om te gaan zingen. Beetje jammer dat het klinkt alsof hij zijn neus ophaalt, maar dit terzijde. Een stukje tekst. Fonetisch. “Der sie wos, wolk wit mie. End sie told mie wat sie wanted to bie. The sun sjoos her pjoewerdie (=purity, variant numero uno), I sie her pwuwridy (=purity, variant numero due) as a symbol of ie-ternit-iehiehiehiehiehie.” En dan heel lang hiehiehie. Ik hoor zelfs een keer “Wisj joe dwiems” voorbijkomen. Ach jongens. En ja, het rijmwoordenboek heeft ook hier overuren gemaakt: “The sun shows her purity, her voice whispered can’t you see. The night see her purity as a symbol of eternity.” WTF??? En nee, dat was wederom geen spelfout; hij zingt ‘sees’ zonder s aan het eind. Danwiddedatook. Maar goed, resumé Overflakkee: ik denk zomaar dat dit nummer gaat over… Wendy!


Ik vrees dat ik bijna aan de beademing moet nu, maar nog even doorzetten: nummer vier. ‘Photograph – Remake 2022’. 2022??? Remake van wat dan? En vooral: van wanneer dan? Want dan kan het niet over Wendy gaan, toch? Note to self: zo even de BZV-geschiedenis induiken. Hier horen we het ruige randje op Splinter z’n stembandjes. Klein stukje tekst: “I think I know you, I think I love you…” En waar jij nu ‘think’ leest, moet je er even heel veel consumptie hoorbaar bij denken. Als in spuug. Mijn alarmbellen gaan meteen af als hij zingt dat ze zo mooi lacht op een foto en ik denk alleen maar: Wendy!!! Maar ja… remake hè? Alhoewel… wanneer was die eerste uitzending eigenlijk? Waar de boeren worden voorgesteld? Even een beetje speurwerk en ja hoor: gevonden! 29 augustus 2021 is Splinter voor het eerst op tv. En toen al hinten op zijn muziek hè? “Zeg Rob, als jij nou zo alleen kersen aan het plukken bent hè, doe je dat dan in stilte?”, vraagt Yvon. “Nee, dan komt er zomaar een deuntje in m’n hoofd. Ik schrijf ook liedjes.” Even later zit Yvon bij hem aan tafel en pakt hij z’n eind hout met gat en touwen er overheen erbij en begint te oreren. “Ze noemen mij ook wel mister jukebox…” Ja, pleur er een kwartje in en er komt voor een tientje uit. Hij begint te tokkelen. “…en dan speel ik zo een deuntje weg. Gaat vanzelf.” En geloof het of niet, maar hierna schrijft Wendy haar brief. En dus ziet hij in 2021 haar foto, besloot volgens eigen zeggen toen al dat zij het zou worden en schreef dit nummer. In de periode tussen de opnames en de uitzendingen zat een gat van een maand of vier en toen heeft hij het juweeltje ‘Songs From The Maasai Walk’ in elkaar geflikkerd met daarop de nieuwe versie van ‘Photograph’ en dus tadaaaaaaa: Wendy! Overduidelijk.
En dat brengt me bij de titel van het album. Volgens Splinter zijn deze vier songs geïnspireerd op zijn reis naar Kenia, vandaar de titel. De fuck dat dit iets met Afrika te maken heeft. Persoonlijk vind ik “Songs From The Wendy Walks (Away)” of “Songs From The Wendydrama” iets gepaster.
Tja… Waylon zei laatst over de zangkunsten van deze ‘muzikant’: “Mwah… zanglesje misschien?”, ondanks de liters galm. En ik dacht de hele tijd alleen maar: wat kan die jongen kersen telen hè?

De dames van de speeddate vermaken zich ondertussen kostelijk: er is zelfs een heuse reünie geweest. Ik begreep dat Wendy daar dan niet bij wilde zijn, maar ja… dat was nou ook niet bepaald een pretletter, dus die wordt vast niet gemist. Om een beetje aandacht voor z’n album te genereren en vooral om te laten zien dat hij zo normaal is, jammert Splinter in de pers dat er bij Boer Zocht Vrouw (maar kwam in z’n uppie naar de reünie) voor hem wel heel erg onvoordelig gemonteerd is. Hou op joh. Op de reünie van de dames hebben ze het daar ook even over. “Rob vindt dat hij negatief is neergezet door het programma. Wij vinden hem gewoon een slechte verliezer.” Aldus Inge, die niet mee mocht naar de boerderij. En dat is maar goed ook, want ze zegt zelf: “Om mij heen zeiden mensen dat ik de vloer met hem had aangeveegd. Ik ben heel ad rem.” Oehhh… dat had leuke tv opgeleverd, zeg. Inge doet overigens iets in speeltjes voor tussen de lakens. Op de reünie kregen alle dames een tasje met “iets dat je niet lastigvalt met grijpgrage handen, iets wat geen gitaar speelt, niet zingt en wat je gewoon in je nachtkastje kunt laten liggen. Je hoeft er zélfs geen hommelkasten voor te zoeken.”
Veeg. Me. Op.

Wat denk je, zou Splinter door de ladies uitgenodigd zijn om de reünie muzikaal te komen omlijsten?

Nah…

Advertentie

De reünie.

17 mei

Jaaaaaa jongens, wat moet ik hier nu weer van maken??? Aan alles komt een eind, dus we hebben een reünie. Maar iedereen loopt door elkaar heen en dan zijn daar ook nog eens allemaal boeren bij van wie we allang de namen zijn vergeten, behalve van Hilda, want die komt van Terschelling, dus die is wel blijven hangen. Bij mij dan. Maar even serieus joh… dit is toch niet te doen? En dan hebben ze ook allemaal nog om beurten een keer ‘bardienst’… zit je net op te schrijven wie wat doet, wordt er alweer gewisseld. Hou op joh!



En dan óók al de hele week die voorstukjes op tv voorbij zien komen van Jouke en Karlijn en van Hans en Annette; dat ze als stel naar de reünie zijn gekomen. Over Annette gesproken: ik heb wekenlang haar naam zitten verbeteren, want Annette foutloos typen… da’s best een dingetje hoor. A, dubbel N, E, dubbel T, E. En dan denken mijn vingers: jij kan ons wat, wij schrijven gewoon Anneete. Ja, met dubbel N, dubbel E en één T. Zoek jij het lekker uit, joh. Met je blog. Nou, dan kan ik alles dus weer gaan verbeteren. Eerlijk gezegd ben ik dus best wel blij dat dit de laatste is. Van dit seizoen dan. En weet je? Ik stop met verbeteren. Als mijn vingers iets anders willen typen bij de vriendin van Hans, dan gaan mijn vingers gewoon iets anders typen bij de vriendin van Hans. U bent gewaarschuwd.


Goed, Jouke en Karlijn zijn dus nog samen. Zij vertelt dat hij keilief (Brabo hè) is en veel romantischer dan zij. Want hij zet ‘s ochtends de koffie al aan voordat zij uit bed stapt. Karlijn, meid. Hij staat om vier uur al in de melkput. Als hij voor jou de koffie aanzet, na het melken en voordat hij er weer even in duikt, dan is die koffie dus al een paar uur oud. Dat is niet romantisch, dat is gewoon goor. Maar ja, dat is koffie sowieso. Als het teveel naar koffie smaakt. Vind ik dan. (En ja, ik drink wel latte macchiato, maar dat is gewoon warme melk waar toevallig een druppel koffie in gevallen is.) Okee, deze is afgeknald. De volgende. Hij steekt de kaarsjes aan. Ja, sfeer maken. Leuk. What else? Hij legt lieve briefjes neer. Awwwww… dat had ik nou niet achter ‘m gezocht. Da’s wel heel lief. Klein gebaar, kost niks, maar zo mooi. Okee, Jouke heeft op de valreep nog wat bonuspunten verdiend dan. Resultaat: Karlijn wil op de lange termijn naar Friesland toe. En dat begrijp ik helemaal. Jouke en Karlijn: check!


Hans heeft de Hansleiding over Annette uit en blijkbaar goed gelezen, want ook zij zijn nog samen. De pagina met Anneete in bikini is eruit gescheurd; die hangt nu boven zijn bed. Geintje natuurlijk. Hans is heel open en eerlijk als hij vertelt dat het hem een verstandige keuze leek om voor Dinie te gaan. Ze woonde dichtbij, lekker makkelijk dus. Was bekend met paarden en het leven op het platteland… Maar ja, Dinie dacht over Hans: ‘die nie’ en verdween. En Hans kwam erachter dat hij niet met zijn verstand, maar met zijn hart moest kiezen en daar kwam Nanette om de hoek kijken. Ze hadden samen een geweldige citytrip, de kinderen en kleinkinderen hebben al met elkaar kennisgemaakt en ook dat liep als een trein. Hans noemt zijn relatie met Antenne een geoliede machine. En Tanneete beschrijft hoe ze de afgelopen tijd tegen haar collega’s moest liegen: “Hoe was je weekend?” “Oh, saai. beetje gelezen, de was gedaan…”, terwijl ze elke vrijdagmiddag naar de boerderij van Hans vertrok en daar hielp met het ter wereld brengen van veulentjes bijvoorbeeld. Hans vertelt dat hij veel meer zin heeft in het leven en dat je op je 69e gewoon opnieuw verliefd kunt worden. Waarvan akte. Nee, dit stel heeft het zo leuk met elkaar: constant lol en ongelooflijk lief. Dus Hans en Tantette: check!



Er huppelen dus ook wat boeren rond die we niet zo goed meer kennen, tenzij je de webserie hebt gevolgd (niet echt, nee). Hilda van Terschelling is helemaal hoteldebotel van Tjitse, een collega van het Friese vasteland. Hij is al helemaal thuis op de boerderij en in de familie van Hilda: alles voelt vertrouwd. Ze hebben al zes maanden dikke verkering, alle onzekerheden zijn verdwenen en Tjitse zegt dan ook dat zijn toekomst op het eiland ligt, want “Zij is het eiland.” Klopt, jongen. Zie zo’n eilander er maar eens vanaf te krijgen. Gaat je niet lukken. (Ik vraag me nog steeds af waarom opa de Jong ooit wel… nou ja, laat maar.)



Gerben was ook zo’n onzeker exemplaar. Kreeg 40 vrouwen in zijn schuur over zich heen. Nou ja, niet letterlijk natuurlijk. Hij was zo verlegen dat hij mensen niet graag aankeek en nu moest hij met 40 meiden praten. Toentertijd viel me al op dat er voornamelijk dezelfde types hadden geschreven. Op één na, want hij komt nu met ene Vivian aanzetten. Net die ene die er net ietsje eh… nou ja… vlotter uit zag dan de rest. ‘Viev’ melkt nu af en toe ook mee, waardoor de moeder van Gerben af en toe even een stapje opzij moet doen. Qua melken dan. En Gerben? Die vindt alles leuk aan Vivian én: hij durft zowaar ineens mensen aan te kijken. De liefde heeft ook hem, net als Hilda, een stuk meer zelfvertrouwen gegeven. Mooi om te zien.



Dan hebben we nog boer Rob, de witlofkweker die vóór het programma twee liefdes had: witlof en zijn achtjarige zoontje Olivier. Olivier heeft down en voor WitlofRob betekent dat dat hij alle aandacht op hem vestigt als hij er is. En eigenlijk kwam hij er achter dat daar nu in elk geval geen vrouw bij past. Hij heeft wel dates gehad, maar het was het elke keer net niet. Dus WitlofRob heeft nog steeds twee liefdes: Olivier en de witlof. With lov’. Nog effe niet dus.



Joost, die gast met het meest ongezellige huis ter wereld, kreeg ook een horde meiden over de vloer die zijn woonhok wel even iets gezelliger zouden maken. Of dat gelukt is, weet ik niet. In de liefde is het in elk geval niet gelukt: hij is nog steeds alleen, maar zegt nog steeds veel brieven te krijgen. En: hij heeft de keuken, de woonkamer en de slaapkamer aangepakt. Nu de mancave nog. Dat hij in elk geval iets heeft om naar uit te wijken, voor het geval er ooit een vrouw haar intrek neemt op zijn boerderij.

Boer Robert kreeg destijds 26 brieven. Dat viel hem een beetje tegen, maar goed: die ene moet er maar net tussen zitten. Er waren wat dates, maar die ene zat er dus niet tussen. Toen kreeg hij een berichtje van ene Maaike, een boerendochter. Lang verhaal kort: bijna drie maanden dikke verkering dus. Dus…

En wie komen daar hand in hand aangelopen? Evertje en Mouth. En Mouth heeft zich meteen een andere look aangemeten: in kleding van haar zus, oorbelletje in en met heur haar los; zonder haar eeuwige knot. Stukken beter! Het was wel een beetje noodzaak: Mouth loopt tegenwoordig alleen nog maar in een overall en heeft amper nog eigen kleding. Dus daarom de kledingkast van zus maar even geplunderd. Er wordt even teruggeblikt op de aanmelding van Mouth: de audiobrief die ze in haar hangmat ingesproken heeft. “Eivert, wij zijn denk ik heíl luik samen. Het moet raawrrr voowrrr jou zijn dat ik als binnenkaumer metein zeg: wíj zijn denk ik heil luik samen.” Dan volgen er wat fragmenten van de logeerweek, waarin Mouth onder andere met heel veel woorden aan Evertje uitlegt dat ze zelf, net als Evertje, ook niet zo’n grote prater is. En dat ze het melken als een soort yoga ervaart: “Tsjk, tsjk, tsjk! Is toch heewrrrlijk?” Yvon wil weten of ze, toen ze met haar brief bezig was, meteen dacht dat Evertje haar man was. “Ik had wel een zeewrrr goed gevoel, anders had ik nauit geschreiven!” Evertje geeft toe dat hij wel benieuwd was welk gezicht er bij die stem hoorde. Mouth barst in lachen uit. “Dat snap ik wel, met die zwááááwrrre stem!” Mouth is heel vaak op de boerderij en laat dat weten ook. “Ik ben echt heil ewrrrg gelukkig. Ik ben echt supewrrrgelukkig daawrrr. En dan die man ewrrrbij…” Evertje lacht verlegen. Maar is minder verlegen sinds Mouth in zijn leven is, want we hebben ‘m nog nooit zo veel horen praten. Hij vertelt dat het hem verbaast hoe goed zij bepaalde werkzaamheden op de boerderij oppikt. We zien een stukje uit Maud’s vlog waarin ze met Evertje en Koop in de melkput staat. “Luik hè, met de broewrrrtjes! Met de directie ben ik aan het melken. Wat een eewrrr!” En voor het eerst alleen op de trekker. “Voowrrr het eewrrrst op de tractowrrr! Alles aandrukken of zoiets. Het is wel saai, hahaha. Ik rij niet zo snel nog en in een oud dingetje en ik moet al dat gras plat krijgen. Maawrrr ik zie heilemaal niet waawrrr ik al geweest ben, dus ik heb waawrrrschijnlijk alles al viewrrr keewrrr gedaan!” Ze ligt in een deuk om zichzelf. En Yvon krijgt nog een primeur: Mouth gaat ‘naar Drenthe emigreren.’ “Ik heb de huuwrrr al opgezegd. We moeten elkaawrrr nog wel veil betewrrr lewrrren kennen, maawrrr de basis is ewrrr.” Evertje is het overal mee eens en geeft nog maar eens zijn standaardantwoord. “Ja, is goed. Ik vind het wel mooi dat je er bent.” Awwwww… Anyway, Evertje en Mouth: check!


Hans en Jouke lullen wat over gras (blijven boeren hè?) en Jouke verheugt zich op de komst van iemand anders. Tegen Tjitse merkt hij namelijk op dat er met een beetje mazzel straks nog een Fries bij komt. Ik ben benieuwd. Komt mijn voorspelling wel of niet uit? En ja hoor. Tot mijn grote vreugde en verrassing (en die van de husband) komen Janine en Sander samen naar de reünie. “Jaaaaa!” Ik hoopte het zo, maar vreesde het ergste. Janine vertelt dat het hele avontuur voor haar een enorme rollercoaster aan emoties is geweest. Nou, dat hebben we wel meegekregen, manmanman. Na de citytrip ging het voor haar allemaal te snel. Sander zat te vaak in Limburg en ze heeft aan de noodrem getrokken. “Ik heb het wel een soort uitgemaakt, ja.” Sander, de meest nuchtere Fries die ik ooit gezien heb (en geloof me: ik heb er een hoop gezien in mijn leven), vertelt wat hij toen dacht: “Ik denk die trekt wel weer bij. Ik heb gezegd: je bent altijd welkom. Nou, vijf weken later stond ze weer op de stoep!” Janine vertelt dat ze Sander toch wel ging missen toen ze het iets rustiger kreeg. “Had ik niet gedacht… Het heeft even tijd nodig gehad, maar er is vertrouwen nu. Ben ik Sander heel dankbaar voor.” Ja, aan hem heeft het niet gelegen. Hij was zo lief, begrijpend, geduldig en hij hield zo zijn hoofd koel en dat heeft zich uitbetaald. Sander heeft ook iets geleerd: hij wist niet dat hij zoveel geduld had. Evertje maakt een rake opmerking: “Sander is voor Janine wat Maud voor mij is.” Daar kon hij best wel eens gelijk in hebben. Dus tadaa!!! Janine en Sander: check! Helemaal leuk!!!


Splinter is alleen gekomen. Goh, joh… wat een verrassing!!! Die hadden we nou niet zien aankomen. Hij begint eerst even lekker een potje te blaten over zijn mislukte avontuur, met z’n ogen dicht terwijl hij praat. “…dat moet toch van twee kanten komen. En dat kwam niet. Zij wilde echt dat wauw-effect en dat was het niet van haar kant.” In gesprekken met andere stellen, roept hij heel vaak: “Dat had ik ook vaker moeten doen!” Dan vertelt Mouth dat ze kritisch op zichzelf is. “Als ik mezelf dan zie op televisie, denk ik auk wel eins: ach mens, hou toch je mond eins!” Rob breekt meteen in. “Hé, dat heb ik ook wel eens!” Gevalletje how can I make this about me, mensen. Hij krijgt zijn eigen mediamomentje met Yvon. Hij vertelt dat hij wist dat hij met Wendy op citytrip wilde toen hij haar brief en foto’s zag. “Ik ging all the way. Ik was helemaal weg van Wendy. Helemaal hoteldebotel van haar. En dan ga ik door, totdat de ander zegt dat het niets wordt.” Yvon wrijft hem nog even onder zijn neus dat ze hem daar wel voor gewaarschuwd heeft. En ook nog eens op zijn verzoek. “Ja, maar ik heb het wel breed gehouden hè?” Hij bedoelt dat hij iedereen een kans heeft gegeven. Hahahaha, NOT! We zien vervolgens een compilatie van Splinter die allemaal rare dingen doet om aandacht van de dames te krijgen en Splinter die zijn kennis -ongevraagd- met hen deelt. “Je ziet jezelf zingen, dansen, gitaar spelen… je ziet jezelf uitsloven. Hoe kijk je daar zelf naar?”, vraagt Yvon. “Zo ben ik, maar de uitwerking is niet zoals ik bedoel. Ik wil te graag; dat is mijn karakter.” Hij vertelt dat het allemaal komt door zijn onzekerheid en zijn lage zelfbeeld. “Ja, nu nog lager!”, hoor ik naast me op de bank. Splinter gelooft in elk geval nog steeds in de liefde. En dus: Splinter en Wendy gaan het niet worden: check!

En zo hebben we dus zeven nieuwe stellen. Mooie score. En ik zat er dit jaar niet ver naast met mijn voorspellingen, al zeg ik het zelf. Drie boeren zoeken nog verder. En als dat niet lukt, kunnen Joost en WitlofRob altijd nog samen een pizzeria beginnen; pizza bakken deden ze tijdens de reünie ook niet onverdienstelijk. Oh ja, Splinter verzorgt de live-muziek in het restaurant.

Nah. Slecht idee, dit…

Tot volgend seizoen!

Twoe Coloz

9 mei

Sommige stellen zijn gewoon saai. Nu al. Ik bedoel: op tv willen we toch gewoon vonken zien, kwijl, knetterende ruzies en heel ongemakkelijke situaties. Maar wat gebeurt er nou helemaal in Kopenhagen bij Jouke en Karlijn? Jouke is nog steeds een hork; hij zegt het nu ook zelf: “Ik ben niet zo galant, hè?” Daar waren we inmiddels wel achter, Jouk. Een beeld van een componist wordt niet verder bestudeerd, want “Dat interesseert me niet genoeg om verder uit te zoeken.” Hij zegt ook lekker mensen te kunnen afzeiken (daar ben ik nou helemaal niet van hè? Hahaha, NOT!) en verder houdt hij graag de touwtjes in handen en Karlijn vindt dat prima. Ze vinden elkaar superleuk. Jouke zegt zelfs dat hij niet had verwacht nu al zo verliefd op Karlijn te zijn. Oeh… the V-word! Nou ja, we zien dat ze elkaar leuk vinden in een bootje op het water, in een sauna op het water en op het dak van een elektriciteitscentrale, waar een enorme borstelbaan overheen loopt om vanaf te sjeezen. Op een snowboard, ski’s, of in het geval van ons stel, op sleetjes. We leren dat zij niet kan navigeren en dat ze aangeschoten in het hotel zijn gearriveerd. En oh ja, een kusje op het dak van de centrale. Next!


Bij Hans en Annette in het Ierse Clifden wordt het weer steeds somberder, maar de sfeer steeds romantischer. Ontbijt op bed en proosten met verse jus. “Hebben we wel verdiend, na zo’n nacht.”, zegt Hans. Ik hoop dat hij stopt met praten nu. Er wordt zelfs een kerkje bezocht, waar ze volgens Hans niet kunnen trouwen, omdat ze niet met elkaar door één deur kunnen. Letterlijk dan. Enkel deurtje, vandaar. Beiden zitten even op een stoel te mijmeren. Best even emotioneel. “Gaat het?” Annette vraagt het precies op het goede moment aan Hans, die ongetwijfeld denkt aan hoe zijn leven hiervoor was. Hij slaat een kruisje en ze gaan weer verder. Er wordt nog een selfie genomen voor de kerk. “Wat een snuitje! Wat een schatje!”, roept Hans uit. Even later wordt er met een bootje op kreeft gehengeld, waar Annette vertaalt voor Hans, want ja… “Ik blijf een boer hè?” en wordt er een balletje golf geslagen. Of nou ja… Hans is zich naar Australië aan het slaan ongeveer, maar goed: ze hebben lol en alleen oog voor elkaar. Er wordt zelfs gesproken over samenwonen. Annette ziet het helemaal zitten om naar de boerderij te verhuizen. “De wil is aanwezig. Als je van elkaar houdt, wil je toch zo veel mogelijk samen zijn?” Het is eruit voordat ze het in de gaten heeft. “Hou je van me?”, vraagt Hans een tikkie verrast. Annette schrikt ervan en slaat een hand voor haar mond. “Oh! Het is de eerste keer dat ik dat zeg…”
Voor het geval het nog niet duidelijk was, zegt Hans het zelf nog maar een keer: “Ik heb mijn Grietje gevonden. Een heel goed grietje.” Ze zijn er beiden van overtuigd dat er mensen zijn waar ze ooit van hebben gehouden, die de twee een beetje naar elkaar geduwd hebben. Mooi stel, die twee!

Janine en Sander zitten iets zuidelijker dan Limburg: in Lissabon. Sander zit goed in de wedstrijd: zijn gevoelens voor Janine zijn eerder meer dan minder geworden. Janine giebelt veel, maar ik vrees dat ze vooral veel weglacht. Ze doet echt wel haar best hoor, daar ligt het niet aan. Maar elke keer kruipt ze in haar schulp en zie je net weer even die twijfel toeslaan. Ze kijkt er wel naar uit om Sander beter te leren kennen, wil graag tijd met hem doorbrengen en wil het een kans geven om te laten groeien. Sander weet niet precies hoe hij het wegkijken van Janine moet interpreteren: is ze nou verliefd of verlegen? Ze geeft aan dat ze het fijn vindt om bij Sander te zijn, die ondertussen lekker onder de tafel in het restaurant stiekem begint met voetje vrijen. Even later liggen ze blauw van de lach over de tafel. Ze hebben ook echt wel lol: zo loopt Sander met Janine op zijn rug door Lissabon. Ook nemen ze een les golfsurfen: altijd hilarisch als er iemand in het water valt, toch? Maar telkens twijfelt ze weer. Ze besluit om Sander in vertrouwen te nemen en vertelt hem dat ze een knauw heeft overgehouden aan haar vorige relatie. En dat ze soms teveel nadenkt, wat ze niet moet doen. Maar Sander is één en al begrip. “Dat wil je niet wéér!”, zegt hij met de bekende Friese tongval. Janine zegt dat de paniek af en toe toeslaat, door haar vorige relatie. “Geef dat aan. Je kunt tegen mij alles zeggen, hoor!”. Janine zegt te moeten werken aan haar zelfvertrouwen, omdat ze het geloof in de liefde is kwijtgeraakt. Sander voelt feilloos aan hoe hij Janine moet benaderen. “Hoe kan ik jou dat zelfvertrouwen terug laten krijgen?”, vraagt hij. “Tijd geven. Ik hoop dat je dat hebt. Wat een lastig mens ook hè?, zegt Janine. “Ja joh, dat hoort erbij, toch?”, reageert Sander kalmpjes. Hij heeft het muurtje van Janine al een heel eind afgebroken, maar het fundament van de muur staat nog: werk in uitvoering. Sander blijft ondanks alles positief en zegt dat de tijd in Lissabon boven verwachting was. “Mooier dan gedacht!” “Awwwwwww, schattig!”, klinkt het met een onvervalst Limburgs accent.
Als deze relatie niet lukt, dan heeft het in elk geval niet aan Sander gelegen, want wat heeft die knul goede voelsprieten!

Dat geldt niet voor die ADHD-randdebiel die ze in Reims met een koelkast (Wendy) aan zijn zijde op weekendverlof hebben gestuurd. “Vive la France!!! Vive la France!!!” We zien  beroepsgriezel Splinter in een vieze motregen maniakaal lachend op een fiets zitten. Helmpje op, met de koelkast op haar eigen fiets en dito helmpje op heur hoofd ernaast. Ik zou het eerste de beste ravijn in rijden; dan maar een gebroken poot. Alles is beter dan met die gek gezien worden. Ravijnen heb je overigens niet echt in de buurt van Reims, maar met een hoop champagne in je mik kom je een heel eind, valtechnisch. “Echt aan het genieten. Gewoon lekker. Van samen, van fietsen…” Splinter wordt blij als hij Wendy ziet, maar hij weet ook dat ze nog iets ongrijpbaars heeft. Daar gedraagt meneer zich totaal niet naar trouwens: hij grijpt elke scheet aan om haar te zoenen. En zij laat dat dan wel toe, maar trekt zich ook zoveel mogelijk terug. Tijd om je te verdiepen in de lokale ambachten. En waar kan dat in Reims anders over gaan dan over… Champagne! In het volgende shot zien we Splinter staan met een sabel en een fles champie. “Oh God, de lul gaat sabreren!”, roep ik uit. Als Splinter de fles onthoofd heeft, kirt Wendy: “Well done, Robbie!”. Hoppa, kusje verdiend voor deze opmerking. Brrrr… Dan mag zij zelf een poging doen. Ik zou dat gereedschap dus echt niet gebruiken om alleen die fles open te jassen, als die engerd zo dicht in mijn buurt stond… “Sabreren kun je leren!”, klinkt het naast me op de bank terwijl ook Wen haar eerste fles staat te onthoofden. De champagne wordt (met de nodige glassplintertjes) ingeschonken. “Cheers, babe!”, roept Wendy. “Ik beweeg wel wat meer naar hem toe…”, zegt ze in de camera. Om even later te roepen dat ze het niet voelt. Ja joh, whatever.
Splinter ziet alleen maar wat hij wil zien. “Ja, dat sabreren gaat top natuurlijk en daarna dat drinken met Wendy… allebei genieten…” Pfffffff… Tijdens een rondleiding door de champagnekelders onder de stad, vertelt de gids in zijn beste Frengels dat hij verliefd is op deze plek: “I fell ien love wiz thiz pleece!” “I’m in love with her!”, kwijlt Splinter terwijl hij naar Wendy wijst. Het hele verhaal van de gids dat er tussen de 200 en 250 kilometer kelders onder Reims ligt met daarin zo’n 1,4 miljard flessen bubbelnat gaat totaal aan hem voorbij, want meneer ziet in een logo op de muur een hartje staan. “Misschien kunt u daar een foto van ons samen maken? Dat vind ik romantisch.” Arme gids. Die jongen deed zo zijn best. Splinter vindt het een goed teken dat ze daar zo maar samen gingen staan. “Want voorheen had ze gezegd van… jij…”, terwijl hij een wegwerpgebaar maakt. “Dat is dat antwoord dat ik dan krijg. Wat ik ook zo nodig heb.” Even ter info: er werd geposeerd bij het hartje. Tussen Splinter en de koelkast zat ongeveer een halve meter. Romantisch was het niet. Koud wel, waarschijnlijk. IJzig koud… Zelfs voor een koelkast. Zelf zegt ze dat ze merkt dat als ze één vinger geeft, hij haar hele hand pakt. “Maar dat is okee. Ik moet het gewoon ervaren.” Uiteraard wordt er onder de grond ook nog even geproefd. “De wijn van de liefde! Leven als God in Frankrijk, dat is dit gevoel!” En ja hoor: kusje. In haar nek dit keer. Getverdemme! En hoe ver kan iemand er naast zitten met de signalen die hij ziet? De koelkast weet dat zijn gevoel voor haar groter is dan haar gevoel voor hem en ze twijfelt of en zo ja wanneer ze dat moet gaan vertellen. Want ze is hier alleen maar voor de citytrip hè? Daarna wordt meneer -overigens geheel terecht- gedumpt. De romanticus. Met z’n reuzenrad. Want ja, dat staat er, dus moet je daar ook even in. Ondanks je hoogtevrees. Vooral even laten zien wat een stoere vent je bent. Echt, zo’n goede vangst voor elke vrouw op aarde. Dat Wendy dat nou niet ziet hè?
En telkens wanneer je denkt dat we nu wel alles gezien hebben en dat het echt niet erger kan, bewijst Splinter het tegendeel. Want de gitaar wordt uit z’n koffer getrokken en ingezet in het stadspark. De koelkast moet gaan zitten en Splinter begint uiteraard eerst te oreren over het nummer dat hij ten gehore gaat brengen. En dan vooral over de filosofie achter het lied, waarschijnlijk. “In deze dagen laat ik alles over me heenkomen. Maar ik wil wel één ding doen… Het is een liedje voor jou en ook wat ik voor je voel. Het heet Twoe Coloz.” Hij bedoelt natuurlijk True Colors (yes, American spelling) van Cyndi Lauper. En dat liedje gaat hij nu VAN EEN BLAADJE notabene zitten verkrachten voor het leven. De koelkast weet niet waar ze moet kijken en ik snap dat. De uitvoering is tenenkrommend. En dan heb ik het nog niet eens over de uitspraak. Om met HenkJan Smits te spreken: “heb je jezelf wel eens teruggehoord?” Splinter ziet weer dingen die er niet zijn. “Ik zie haar kleuren… dat zijn ook goede kleuren en alle kleuren van de regenboog, ook de mindere kanten. Maar laat het, durf het gewoon te laten zien en durf daar open in te zijn. Daar gaat dit liedje over.” Oooooooh joh! Het is gewoon in 1986 al geschreven voor Splinter om het in 2022 voor Wendy te ‘zingen’. Nee, alles valt ineens op z’n plek nu. Bij Wendy valt er een druppel op de grond. Die kan uit haar oog afkomstig zijn; om te janken zo slecht, óf uit haar neus komen: in dat geval is ze gewoon allergisch voor griezels met een gitaar. Ben ik ook. Rob concludeert er na zijn uitleg over het nummer lekker verder op los: “Want dat… dát kan de sleutel zijn voor een toekomst samen.” Droom jij effe lekker verder joh, blinde vink! Na het nummer kijkt hij haar doordringend aan. Er komt geen enkele reactie, dus staat hij op en zegt “voor jou”, waarna hij haar weer een kus geeft. Wen kon niet verder naar achteren, anders zou ze van de kei af donderen waar ze op dat moment op zat. Splinter is nog niet klaar met zijn monoloog. “Weet je wat ik hoopte? Dat we deze dagen weer een paar stapjes verder zouden komen. Voor mijn gevoel is dat wel gelukt. Ik hoop voor jou ook.” De koelkast knikt instemmend, maar zegt voor de camera dat het haar verdrietig maakt, omdat het niet zo is. Terwijl ze het hem wel gunt. Ik denk de hele tijd: je zal toch helemaal gek zijn op die knul en een brief hebben geschreven en naar huis gestuurd zijn omdat hij alleen maar oog had voor een blond mokkel met benen van vijf meter die hem constant zat te voeren. En nu dit zien. Manmanman… “Je beseft niet half hoe graag ik bij jou ben.”, zegt hij terwijl ze samen weglopen. Nou ja, weglopen… hij heeft haar in een soort van houdgreep. “Ik besef dat terdege, maar dat maakt het nou net zo gecompliceerd.” “Ja, dat weet ik. Maar ik ben nou eenmaal muzikant, dus ik wilde dat nummer gewoon graag spelen.” Aaaaaaarghhhh!!!
Tijdens een ‘romantisch’ etentje legt Wen eindelijk de kaarten op tafel. Splinter vertelt dat haar vorige relatie meer gebaseerd was op aantrekkingskracht en niet zo zeer op diepgang. Zo, dan heb je wel lef hoor. En een plaat voor je harses. Met andere woorden: eerst de diepte in en dan komt het wel goed met jouw liefde voor mij. Zij gelooft niet in die theorie en wil hem niet teleurstellen, maar ze gaat hem gewoon, zoals voorspeld, keihard laten vallen. “Zij moet naar die 100 procent voor mij. Anders zet ik er een punt achter, want dat kost teveel energie. Ik wil vooruit kijken en ik wil geliefd worden. Ik vind dat ik dat waard ben.” Gut, gaan z’n ogen nu ineens open? Het zal eens tijd worden. Nee, de druk die hij op Wendy legt en het gebrek aan druk die Sander op Janine legt, daar zit zo’n wereld van verschil tussen. Splinter heeft nog heel wat te leren, wat dat betreft.
Trouwens, nog even over dat akkefietje met dat slapen in aparte kamers vorige week: een paar uur voor de uitzending zaten de husband en ik op een terrasje. Husband hoorde de conversatie aan het tafeltje achter hem. “Het gaat over Boer Zoekt Vrouw!” Hij spitst de oren en begint te lachen. Ik zit net iets te ver om het te kunnen verstaan, maar de husband herhaalt graag wat er net gezegd werd. “Ik zou óók niet met die vent op één kamer willen slapen hoor!” Het is wel duidelijk over welke boer dit ging…

Evertje en Mouth doen niet zo moeilijk. Bij de receptie van hun hotel in Split krijgen ze ook de vraag: samen slapen of niet? Mouth neemt het woord, maar laat Evertje beslissen. Die doet niet zo moeilijk: “Ik vind het goed, ja.” Z’n standaard andwoord eigenlijk. Maakt niet uit verder; Mouth is in de zevende hemel.  “Samen slapen, hoe maui is dat? Ik moet ewrrr niet aan denken dat ik nu nog apawrrrt zou zijn, nei. Dat is raawrrr. We hebben zau’n goeie connectie…” Eenmaal in de hotelkamer gaat ook hier de champagne open. Evertje laat de kurk knallen en Mouth wil een toast uitbrengen. “Schenken maawrrr. Nou, waawrrr doen we ‘m op? Waawrrr prausten we op? Op een onwijs luike tijd hiewrrr. En vewrrrdewrrr. Toch?” Vraag en antwoord van Mouth. Wel zo makkelijk. “Dank je wel. Jij ook hè.”, zegt Evertje. Ook hier wordt heel veel speeksel uitgewisseld, maar dat is lang niet zo tenenkrommend als in Reims.
“Het lijkt mij maui, om deize dagen, blllllloedeewrrrlijk naawrrr elkaawrrr te zijn. Duwrrrf jij dat?” Ik verwacht dat Evertje zal zeggen dat het goed is. “Jawel hoor.” “Want dan leewrrr ik je goed kennen, op snelheid.” “Op snelheid?”, vraagt Evertje verbaasd. “Dan leewrrr ik je wel goed kennen in deize twei dagen.” Ze pakt de knotsen van Evertje vast en gaat verder. “Voel je je op je gemak?” Evertje wil antwoord geven, maar zover komt het niet. “Niet heilemaal, volgens mij. Neihhh… volgens mij niet. Ik vóél iets.” Evertje wil weten wat Mouth dan allemaal voelt: “Wat voel je dan?” “Dat je een beitje gespannen bent.” “Waar komt dat van dan?”, vraagt hij. “Weit ik niet! Maawrrr dat kun je me auk niet vewrrrtellen?” Evertje heeft geen idee waar Mouth het over heeft. “Ik ben niet gespannen. Nee. Die wijn is wat droog.” Over droog gesproken, hahaha. Geweldig. Hij zegt niet veel, maar als hij iets zegt… Daarna legt Mouth maar even uit hoe dat nou precies werkt, zo’n schoteltje met olijfolie en wat droog brood.
De volgende ochtend wordt het ontbijt wat ongemakkelijk genuttigd. Evertje op de bank met het bord op schoot en Mouth op de grond. Hij durft Mouth amper aan te kijken, maar hij wil toch weten of Mouth lekker geslapen heeft. “Nou ja, dat heb je toch wel gemewrrrkt, toch? Neih, we hebben toch allebei wel lekkewrrr geslapen? Jij hebt toch auk wel lekkewrrr geslapen?” “Prima.” Evertje. Een man van weinig woorden. Wat dat betreft vult Mouth hem wel lekker aan. “Zomaawrrr na tien jaawrrr eiven bij iemand in z’n awrrrmen liggen, dat ligt wel heil lekkewrrr.” Evertje bekent op camera dat het wel wat kriebelde. En dat hij toen maar wat teruggekriebeld heeft. Mouth omschrijft het iets uitgebreider: “We hebben echt heil lief, teidewrrr, wawrrrm, schattig… elkaawrrr gezoend. Heewrrrlijk!” Die middag is de reis naar de watervallen. Het was de afgelopen dagen nogal onstuimig weer en dat is te zien aan de kracht van de watervallen. Waar Evertje van het geluid van het water wil genieten, lult Mouth het helemaal vol met alles wat ze ziet, voelt, hoort en ruikt. Op de manier waarop alleen zij dat kan. Evertje vindt het allemaal wel goed; hoeft ie zelf niet zoveel te lullen. Er vallen in elk geval geen stiltes; ideaal. Maar eerlijk is eerlijk: Evertje bloeit wel op door Mouth. En dan is daar het shot van het jaar: Evertje en Mouth die elkaar volledig zeiknat voor de waterval kussen. Ja, op de mond. Hij leert snel.
Het wordt tijd om de toekomst te bespreken. Evertje wil die avond op een terrasje weten hoe zij dat voor zich ziet. Mouth geeft aan dat ze het liefst bij hem op de boerderij zou willen zijn en daarvoor haar hondenuitlaatservice wel wil opgeven. “Maawrrr zou jij dat al aankunnen? Dat je denkt van: God, Maud vierentwintig uuwrrr om me hein. Maar ik bedoel op tewrrrmijn. Hoe zie jij dat, eigenlijk?” Evertje probeert antwoord te geven: “Ja, dan moet…” Mouth gaat onverstoord verder met haar vragen, terwijl de ober in aantocht is. “Wat is je wens, alles alles kon? Kijk, eerwrrrst biewrrr drinken!” Einde gesprek. Eerst dat bier dus. Prioriteiten stellen. Er zijn wat zorgen over en weer: wat als zij van alles afscheid neemt en het wordt niets? Tja… dus dan eerst maar eens wat weekenden bij elkaar doorbrengen en elkaar beter leren kennen. Ineens komt Mouth met iets heel anders: “Heb jij een beitje een beild dat ik auk een beitje een rare ben, af en toe?” “Een rare? Dat heb ik nog niet meegekregen.”, zegt Evertje. “Neih? Auh, dan heb je nog een haup wewrrrk te doen.” Ze beschikt wel over zelfkennis, die Mouth. De masseuse beschikt ook over de nodige kennis over Mouth, zo blijkt later. “Ze heift wel in de smiezen dat mijn nek aandacht naudig heift. Hoe gaat het bij jou? Doet ze auk je handen?” Voor lezers die nu niet weten waar Mouth het over heeft: ze bedoelt natuurlijk zijn knotsen. Die ze even later, gezeten op een bankje aan het water, even goed vastpakt. “Ik leif in het nu en ik geniet in het nu. En ik vind jou heil ewrrrg lief. En ik wil heil ewrrrg graag bij jou zijn.” Evertje vindt dat Mouth het mooi kan verwoorden. De volgende weekenden bij elkaar worden gepland. “Voor mij is het natuurlijk ook altijd niet even makkelijk, eh… ja, omdat… ik ben natuurlijk wel een gesloten persoon…” En dan ineens buigt de onzekere Evertje voor de camera naar Mouth toe, geeft haar een zoen en zegt: “Je bent… heel lief en ik hou van jou.” Mouth (en de rest van kijkend Nederland) weet even niet wat er gebeurt, “Jeitje, dat is wel heel ewrrrg lief. Die had ik eiven heilemaal niet aan zien kaumen! Schatje…” Ach gos, wat lief…

Trouwens: een paar weken geleden voorspelde ik na de dagdates het volgende:
‘Hans gaat voor Dinie, Jouke kiest voor Karlijn, Splinter blijft over met Wendy, Janine met Sander en Evert met Cora.’ Volgens mij zat ik er alleen bij Evert echt goed naast. Want als Dinie niet was vertrokken, had Hans waarschijnlijk voor haar gekozen. Geen slechte score, al zeg ik het zelf. Volgende voorspelling: wie zijn er nog bij elkaar aan het eind van de serie? Splinter en Wendy gaan het niet redden (joh, verrassing), Sander en Janine vrees ik ook een beetje voor, maar ik hoop het niet. Hans en Annette wordt het wel, net als Jouke en Karlijn (alhoewel die niet oud gaan worden samen). En Evertje en Mouth? Ja jemig, ik moet nog heel even de liefdesverklaring van Evertje op me in laten werken hoor.
Still processing… Wordt vervolgd.

Tot volgende week!

Connectie!

2 mei

Nou… heeft Nederland ooit meer in spanning gezeten op een zondagavond? Want er moeten nog twee boeren gaan kiezen. Om te beginnen Janine. Mensenkinderen… Als je dacht dat Dinie kon twijfelen: dat was nog heulemaol niks vergeleken bij Sjenien Truttemien. De laatste ochtend, teringvroeg uiteraard, in de Limburgse schapenboerinnenkeuken. Janine giechelt alles weg, Christiaan zegt niks en Sander denkt er het zijne van. Ineens blijkt dat Chris óók ineens uit zichzelf kan gaan praten: “Gevoelstemperatuur buiten is min twee hè?” Ja, en binnen is ie min elf. Pffff… Miss Truttemien haalt haar moeder erbij voor raad. Drie keer raden wat mams zegt. Zoals wij in Rotterdam zouden zeggen: “joh, ga het effe lekker zelf uit te zitten te lopen te leggen te zoeken!” Maar dan met een zachte g, iets minder sarcasme en ondertiteling.
Truttemien neemt Christiaan even apart in de deuropening van de stal, met volgens mij Sander op tien meter afstand. Wat volgt is het meest ongemakkelijke tv-fragment sinds jaren. “Ik twijfel of ik Chris al heb gezien.” Pffffffffffffffffff… Chris zegt dat hij zijn best heeft gedaan om zichzelf aan haar te tonen. “Nou, dat is dan mislukt!”, roept de husband. Truttemien vertelt dat ze meer van hem nodig heeft. Joh. Die jongen zegt, op “ja… ja… ja…” na, helemaal niks, heeft geen grammetje zelfvertrouwen, toont geen enkele emotie en geloof me, ik heb fruitvliegjes gezien met meer uitstraling. Hij zegt dat hij zich helemaal op zijn gemak voelt en dat ze het vast wel zullen redden. Daar scoor je geen punten mee, jongen. En ja hoor: even later zit Janine Truttemien gewoon weer aan de telefoon: “Ik ban er nog nie oet.” Zucht. Kies gewoon Sander, joh! Die gozer is knettergek op je. Geeft ie zelfs toe aan Yvon: “liefde start in je hoofd en eindigt in je hart.” Voor op een tegeltje. “…en het is al aardig onderweg. Zit nog net iets boven m’n hart. Ik heb me nog nooit zo gevoeld!” Awwwwww…
Als Yvon aan Chris vraagt wat zijn bevindingen over de logeerweek zijn, begint hij te lullen over het buitenleven, het werken met de schapen, de natuur en het mooie landschap. Nee, ei! Waarvoor ben je hier nou??? Ah ja, Sjenien! “Ja… harde werker… eh… eh… ja… mooi uiterlijk… eh… ja, mooie ogen…” Manmanmanmanman. Man. 
Ondertussen weet Sjenien Truttemien het nog steeds niet. Dus: janken bij Yvon. “Want ja… gevoelens voor Chris… maar ja… verstand zegt Sander.” En ze wil vooral niemand kwetsen. Vermoeiend… Husband en ik vrezen dat ze dat ze toch voor schapenboerinnenfluisteraar Chris zal gaan. En ja, zelfs bij het keuzemoment laat ze de tranen vloeien. “Sander.”, zegt ze ineens. Wait, what? Toch Sander??? Good choice. Als één van de redenen om Chris te laten gaan, geeft ze aan dat ze er alles uit moest trekken en dat het met Sander allemaal wèl soepel verloopt. Zo, die komt het Limburgse boederijtrauma nu helemaal nooit meer te boven. Doei Chris! Sander voelt feilloos aan dat hij haar de ruimte moet geven en dat doet hij dan ook.
Een week later komt Janine na 3,5 uur rijden aan op de boerderij van Sander ‘aan de andere kant van de wereld’. Ze vindt het fijn om Sander weer te zien, ze geeft toe dat ze hem toch wel een beetje heeft gemist en ze lijkt wel een stuk meer ontdooid te zijn. Ze maakt kennis met haar naamgenoot, een kalfje dat Sander naar haar heeft vernoemd, met de ezeltjes en de schapen, die enthousiast op Sander en Janine af komen rennen. “Godsamme, die zijn dik!”, roept ze uit met het oog van de kenner. Met de dieren klikt het in elk geval. Ook met de familie klikt het goed; ze heeft zelfs voor de twee ‘bern’ in de familie knuffeldieren meegenomen. Alleen die taal hè? “Nu is het mijn beurt om jullie taal te ontcijferen.” En voor het geval je geen idee hebt wat ik net schreef: rijd in Friesland een willekeurig dorp in en je ziet ze staan aan de kant van de weg. Bordjes met daarop ‘tink om us bern.’ Met spelende kinderen erbij geschilderd. You figure it out. (Google translate, Fries naar Nederlands. Het is een tip…)

Ook Evertje moet gaan kiezen: wordt het Mouth of Nans? Husband en ik denken dat het Nans gaat worden, omdat Mouth nogal ‘veel’ is, zeg maar. Aan de ontbijttafel wordt er even ‘ge-Evertlueerd’. Of de dames hebben genoot’n van de boerderij. Mouth haalt de geboorte van het kalfje weer aan. “Ik wowrrrd ewrrr weewrrr emotioneil van!”, zegt ze. “Nou, dat moet je niet hebben op een boerderij, janken om elk kalf”, oppert de husband. Dat is ook precies waarom ik geen goede boerin zou zijn. Niet dat ik elke keer stond te janken, maar ik zou elk jong dier doodknuffelen. En daar wordt uiteindelijk niemand blij van. Tiet veur de gebruikelijke interviews. Nans wordt eerst door Yvon aan de tand gevoeld. “Het is een mooie plek. Ik heb veel gezien, veel geleerd. Evert heeft uiteindelijk ook dingen laten zien.” Ze doelt op de onderlaag (en dan bedoelt ze niet zijn ondergoed) die ze bij hem gevonden heeft. Want ja, Evertje is meer dan dat hij laat zien, dat is inmiddels wel duidelijk. Haar voorgevoel is in elk geval niet verkeerd, zo zegt ze.
Mouth was niet zenuwachtig, totdat Yvon tegenover haar staat. Ze heeft geen idee en zegt het af te wachten. “Ik heb ewrrr alles aan gedaan.” Ze ziet het wel zitten met een man die nooit ver weg zal zijn. Lekker veilig in ‘haawrrr buuwrrt’. Yvon vraagt wat er gebeurt als ze het niet zal worden. “Ja… dan haup ik dat hij mij een beitje kan uitleggen waawrrrom, zodat ik het los kan laten, dat ik het kan vewrrrwewrrrken, dat ik begrijp waawrrrom dan niet.” “Stel, je wordt het wèl…”, vraagt Yvon. “Ja, dan…” Ik besluit het nu zelf maar eens voor Mouth in te vullen en roep keihard: “NUIKEN!” door de kamer. Even voor de goede orde: zo plat ben ik normaal gesproken helemaal niet, maar ik hoopte zo’n woord gewoon een keer uit Mouth haar mond te horen. Maar nee, Mouth kiest ervoor om “Eivert dan eewrrrst heil steivig vast te pakken.” En ze beeldt uit hoe ze dat dan doet. Maar ja, die onzekerheid hè? En ja hoor: daar zijn de tranen van Mouth.
Evertje zegt de afgelopen week mooi te hebben gevonden. “Ik heb me wel vermaakt.” Het kalfje met Mouth en de gesprekken tijdens de wandelingen met Nans passeren de revue. “Is het doel bereikt?”, informeert Yvon. Evert begint te glimmen. “Het doel is bereikt, ja. Vind je dat mooi?” Yvon beaamt dat. “Precies!”, zegt Evertje. “Ik ook!”
Aan de keukentafel neemt Yvon als eerste het woord. Evertje kijkt alleen naar haar. Maar dan vertelt hij toch dat hij een mooie week achter de rug heeft en dat hij echt genoten heeft. (Geen echtgenoten; dat is meervoud en dat is bij wet strafbaar hier. En ook in Drenthe trouwens.) Hij vertelt dat hij voor de één net iets meer is gaan voelen dan voor de ander. “Ik zou graag willen dat… Maud hier blijft.” Husband en ik rollen van onze respectievelijke stoel en bank. Kriegen we noe? Die zagen we niet aankomen, maar eerlijk is eerlijk: leuk is het wel. “Zo, jij hebt nog wat te schrijven de komende weken”, is het oordeel van husband, die net weer in zijn stoel geklommen is. Mouth weet niet wat haar overkomt en antwoordt op de vraag of ze wil blijven. “Geweldig! Ik ben stupéfait, sorry.” Ze verontschuldigt zich meteen bij Nans, die op haar beurt van Evertje nog wat veren in haar derrière gestoken krijgt: prachtige vrouw met veel gevoelens, een mooi mens, mooie reactie, blablabla. Ik heb boeren gezien die het minder mooi afhandelden. Nans vindt Evertje en Mouth een mooie combi samen; zo hoopt ze dat hij nog wat meer uit de verf komt. “Wat líef dat je dat zegt, dankjewel!”, zegt Mouth. Dan richt ze zich op haar zojuist veroverde boer aan de overkant van de tafel. “Ik vind het luik! Mag ik alsjeblieft eiventjes connectie?” Ze leunt over de tafel en pakt Evertje bij zijn knotsen vast. “Lekkewrrr! Ik vind het heil fijn, echt superfijn. Echt heil fijn! Ik ga je zau eiven knuffelen hoowrrr…” Nans en Yvon kiezen snel het hazepad. “Ik kom eiven bij je. Mag ik eiven bij je?” Evertje blijft zitten waar hij zit. “Jazeker!” Mouth vliegt naar hem toe en wat volgt is dat beloofde vasthoud-moment. Mouth vertelt dat ze al meteen wist dat ze hem leuk vond. “Wanneer dan?”, wil Evertje weten. “De eewrrrste keer dat ik je zag. Toen je nog digitaal was. We zitten hetzelfde.” Evertje heeft geen idee wat ze bedoelt. “We spiegelen. We zitten hetzelfde. Dat doen mensen als ze elkaawrrr luik vinden, moet je eens op letten.” Klopt helemaal. Maar ja, ook als mensen elkaar totaal niet ‘luik’ vinden, spiegelen ze ook, alleen dan helemaal de andere kant op, maar dit terzijde.
Even later, wanneer Nans het erf heeft verlaten, zien we Evertje en Mouth in een omhelzing. En dan is daar het moment: Evertje zoent Mouth. Op. De. Wang. Mouth corrigeert meteen. “Hoeft niet hè zau. Mag nu zau!”, en pakt hem vol op de bek. “Zau mag dat nu.” Go, Mouth!
Een paar dagen later zien ze elkaar opnieuw, maar nu bij Mouth thuis. Gewapend met een bos rozen staat hij voor haar huis. Mouth staat hem al op te wachten en zwaait enthousiast als ze hem ziet. “Allemaal lieve rausjes! Is dat voowrrr mij?” Nee Mouth, hij heeft die rozen voor je buurvrouw meegenomen, nou goed? Bij gebrek aan bank (en verdere inrichting) nemen ze samen wat ongemakkelijk plaats in de hangmat. “Want dát is de maatstaf hè?”, roept Mouth uit. Zo moet je dus wel op elkaars lip zitten, in zo’n ding. Je rolt gewoon naar elkaar toe. Mouth is verliefd. “Alles is goed. Ik vind alles luik enne… klein kind ben je gewaun weewrrr hè? Zauiets.”  Er volgt een kleine rondleiding door een nagenoeg leeg huis. Mouth is nogal minimalistisch ingesteld qua inrichting. “Dít wilde ik nog eiven zien!”, zegt ze terwijl ze Evertje voor de passpiegel tegen zich aantrekt. Even kijken hoe dat eruit ziet, als stel. Het is een ‘luik’ plaatje. Dan volgt er een bezoek aan de zus van Mouth, Fleur. Of “Fleuwrrr”, zoals Mouth haar ongetwijfeld noemt. We zien Mouth op haar rug wanneer Evertje uit de auto stapt. Totdat Mouth daarna óók uit die auto stapt. Wacht effe. Zie ik dubbel? Ben ik gek? Zat er iets in mijn glaasje water? Oooooh… het was niet Mouth, die ik als eerste zag, maar Fleuwrrr. En Fleuwrrr ziet er aan de achterkant exact hetzelfde uit als Mouth. Zelfde kapsel, zelfde figuur en dezelfde kleding (nou herken ik dat laatste toevallig, alleen heet mijn zus geen Fleuwrrr). Fleuwrrr vindt het stel een fijn plaatje en neemt meteen een foto. Even later wordt er gegeten bij Fleuwrr aan tafel. “Hij vreit veil! Zau luik dat hij zauveil eit! Ik vind dat jij hem goed vewrrrstaat! Je praat tot nu toe steids terug!” Mouth rebbelt er op los. Ja, die is vewrrrliefd. En Evertje? Die kijkt steeds glunderend opzij naar Mouth. Hij dus ook, denk ik.

Jouke zoekt Karlijn op in haar ouderlijk huis. Of ouderlijke boerderij, zoiets. Haar broer runt de tent en dus wordt er -letterlijk- veel over koetjes en kalfjes gepraat. Boer’n onder elkaar hè? De omroep zet er flink vaart achter, want nog nooit zagen we in één aflevering een laatste keuzemoment, de schoonfamilie én de stedentrip tegelijk. Nu wel dus. Want we zien ook al dat Jouke en Karlijn vers van de boerderij in staan te kloten met de bediening van de lift in een hotel in Kopenhagen. Jee, dat gaat hard allemaal. In dit tempo verwacht ik de eerste babies volgende week al.

Dat geldt denk ik niet (meer) voor Hans en Annette. Ook Hans is op bezoek bij z’n nieuwe liefde. En dat gaat geweldig. Eerst een fietstochtje, waarbij Hans de ene vleiende opmerking na de ander maakt. Wanneer Annette zegt dat ze hier zo graag fietst omdat het zo mooi is en ze daarbij naar links wijst, zegt Hans dat het aan zijn rechterkant mooier is dan aan zijn linkerkant. Want daar fietst zij, met op de achtergrond een dijk en verder geen uitzicht. “Hij is heel attent, galant, tasje dragen… hij weet wel hoe het moet.”, mijmert Annette tevreden.
Die middag komen haar kinderen met aanhang langs. “Heb je de hele buurt uitgenodigd?”, lacht Hans. De kinderen zien hun moeder als een soort verliefde puber en ze hebben voor Hans een boekje in elkaar geflanst: de Hansleiding: hoe om te gaan met ons ma. Hans leest voor “Tevens kunt u in de handleiding een rubriek vinden met gekke weetjes van ons ma. Als je een muis, spin of kikker in de buurt van Annette ziet, pak uit voorzorg de gehoorbeschermer maar voor haar gegil en de camera voor grappige video’s. We kunnen op geen enkele manier aansprakelijk gesteld worden door schade die door ons ma gegeven wordt.” Annette krijgt er een kleur van. Het is duidelijk van wie de kinderen hun humor hebben. Nee, dat klikt wel met de wederzijdse nakweek.
Ook Hans en Annette gaan op reis, naar het Ierse Clifden. In een kasteelachtig hotel worden ze ontvangen. Als twee kleine kinderen rennen ze door de gang van het hotel, op naar de receptie. Op de vraag of ze één of twee kamers willen, laat Annette de keuze aan Hans. “Wan roem!” Dat is duidelijk. Ze krijgen de honeymoonsuite. Hans merkt op dat ze alleen de jurk niet bij zich hebben. In het restaurant zegt Annette dat ze zich net een filmster voelt. “Jamaardatbendeook!”, zegt Hans in onvervalst Brabants. En je weet het: Brabo’s spreken zonder spaties. Hij leeft helemaal op en zegt dat hij dit gevoel ooit één keer eerder heeft meegemaakt. “En dit is de tweede keer.” Awwwww… Annette had hierover alleen maar in boekjes gelezen en nu overkomt het háár gewoon. Ze proost met Hans op mooie dagen. Dat kan Hans beter: “Op een mooie toekomst!” Ik gun het ze zo.

En dan hét cringe-stel van het jaar. Splinter en Wendy. Hij heeft haar vorige week zijn liefde verklaard en zij deed de koelkast telkens een stukje meer dicht. Nu is het tijd voor het bezoek aan haar huis. Vooraf filosofeert Splinter er weer lekker op los. “Nou, er is een liedje en dat zingt van liefde is één miljoen vlinders in je buik. Nou, dat heb ik. Dat voel ik al de hele week.” A: een liedje zingt niet. En B: get-ver-demme! Zo, dat moest even. Er wordt een kaartje geschreven en in de bos bloemen gestopt. Als hij bij Wendy binnen stapt, ontwaar ik óók nog eens een opgerolde brief aan de bos vastgeplakt. Eerst moet het kaartje gelezen worden, daarna pas de brief. “Jij bent de zonnestraal in mijn hart. Ach, dat is lief!” Ik denk dat het voorlezen van de brief er moedwillig uitgeknipt is. Het schijnt dat het Nederlandse rioleringsnetwerk zondagavond overbelast dreigde te raken door de vele liters maaginhoud die er, na het voorlezen van het kaartje, bij de kijkers massaal uit kwamen. Er volgt ook hier een rondleiding. “Dit is dus mijn kamer.”, zegt Wen wanneer ze in haar slaapkamer staat. “Mooie kleur dekbed! Dat matcht met je trui.” Wat we zien is een niet bijzonder mooi blauw dekbedovertrek en Wen ernaast in een blauwe trui. Jezus. Nou ja, Splinter is onder de indruk. “Praktisch ingericht!” Wen vindt deze opmerking weinig sexy. Tijd voor de echte levensvragen. “Wat wil je drinken? Ik heb rode wijn, ik heb wat sap, ik heb thee, koffie…” Splinter staat erbij alsof hij wereldvraagstukken moet oplossen. “Wat doe jij?” Wen geeft aan nogal van de thee te zijn en dus neemt hij ook thee. Ooooh, man… wat ben je toch een enge pleaser. Brrr… Die avond komen er twee vrienden van Wendy eten. Ik zie hierin een teken aan de wand: hij wordt dus niet voorgesteld aan de schoonfamilie. Hij ziet alles anders, want hij is niet meer voor rede vatbaar door alle vlinders in zijn buik. “Het voelt goed. Ik kan haar gedachten natuurlijk niet lezen, maar het voelt goed.” De husband concludeert dat Splinter alles aan elkaar slijmt en dat klopt in mijn ogen ook wel. Hij speelt constant een rol. En dan ook nog eens heel erg slecht.
Ook Splint en Wennepen gaan op citytrip en wel naar Reims. De champagnehoofdstad. Nou had ik vorige keer nog zo gewaarschuwd: neem niet dat eind hout met dat gat en die zes touwen er overheen mee op citytrip. En wat zie ik als hij het hotel binnenstapt? Zijn gitaarkoffer hangt op zijn rug. De eikel. Volledig kansloos, dit. Het gesprek bij de receptie verloopt een tikkie anders dat in het hotel bij Hans en Annette. Op de vraag of er één of twee kamers nodig zijn, wil Wen eerst even weten hoe het zit met de beddensituatie. “Is dat dan met twee aparte bedden? De Franse receptionist legt in zijn beste Frengels uit dat er in de kamer ‘a double bed’ staat. “Maar dan is het dus één bed? Je kunt ze niet uit elkaar schuiven?” Wen gaat steeds angstiger kijken. “Noooo, but zyou can have éé second reum.” “Ja, dan wil ik graag een tweede kamer.” En dat begrijp ik dan weer niet, want zij kan hem met gemak dubbelvouwen en in die gitaarkoffer laten overnachten. Hij doet toch alles wat zij wil. Boven worden eerst de kamers vergeleken. Bij Wen staat er champagne in de koeler te wachten, er ligt een hartje van rozenblaadjes (aaaarggggghhh) op haar bed en de handdoeken zijn tot twee zwanen geboetseerd. Mozeskriebel, wat erg. Splinter doet nog een ultieme poging. “Nee, jouw kamer is veel leuker.” Jammer joh; werkt niet. Verder dan een ongemakkelijke, allesbehalve spontane selfie met Wen in de houdgreep op haar bed komt hij niet. “Ik voel onbalans tussen mijn en haar gevoel. En daar heb ik last van. Dat moet ik een plekje geven.” De champagne wordt ontkurkt en er volgt een kusje. Wendy neemt een slok en zegt dat de champagne zo’n beetje haar mond uit tintelt. “Net als die kus…”, zegt de griezel. Wen schuift wat ongemakkelijk heen en weer. “Dusss…” Veel verder komt ze niet. Nou ja, Splinter mag wel even dienst doen als voetenbankje, als zij haar vijf meter lange benen over zijn schoot vleit. “Je hebt wel slofjes meegenomen toch, hoop ik?”, vraagt Splinter. Echt, ik had ‘m nu al met z’n kop in de champagnekoeler geduwd,  dubbelgevouwen en in z’n gitaarkoffer gepropt, om daarna lekker de stad in te gaan. Alleen.

Tot volgende week!