Archief | december, 2018

Het meisje met de zwarte kerstboom…

24 dec

Buiten dooit het dertig graden, binnen nemen we de kerstaflevering op. Dus: foute kersttruien aan (zie ik daar zelfs heel even de trui van Mark Darcy uit Bridget Jones op het lijf van Prince Harry?) en bakken maar! Kerstbaksels dus. De eerste opdracht: bak een kersttulband van brood. Een zogenaamde Kugelhopf, blijkbaar. Ik leer elke week weer bij.

Iedereen gaat met een noodgang aan de slag, want: brooddeeg moet rijzen. En dat duurt effe. Ook al heb je er een rijskast voor. Prince Harry zegt dat je brooddeeg een beetje als je schoonmoeder moet behandelen: een beetje kneden en stevig duwen. En nee, hij heeft zelf nog geen schoonmoeder, dus hij heeft het van horen zeggen. Oh nee, wacht effe… verkeerde woordkeuze. Nou ja, je begrijpt wel wat ik bedoel.

Even denk ik dat Liesbeth haar brooddeeg groen gekleurd heeft, maar het blijkt haar plastic snijplank te zijn. Op. Haar. Gloeiende. Kookplaat. Onhandig 2.0… Even later zien we haar haar deeg in de tulbandvorm proppen met de legendarische woorden: “Het voelt alsof je een zachte baby in de vorm duwt.” Whateverrrrr…
Nou goed, iedereen maakt een eigen variant qua vulling: Nicole maakt een cinnamon-swirl met nootjes (meuk, volgens haar zoontje), Prince Harry maakt een saucijzenbroodje/worstenbroodjesvariant en Vincent doet iets met teveel kruidnagel. Janny geeft in het voorbijgaan een tip: “Er kan altijd nog wat kruidnagel uit hè?” Net op tijd beseft Vincent dat dit een hint was. Robèrrr geeft Prince Harry de tip om zijn tulband met scheur erin om te draaien en dus kan ook André niet achterblijven bij het geven van tips. Wanneer blijkt dat het deeg in de rijskast niet genoeg rijst, zegt ie, wijzend op het deeg van een andere bakker: “Dan neem je die toch? Die is hoger!” Wanneer even later blonde Kim ziet dat haar deeg zelfs in de oven niet rijst, wordt ze gek en is het haar beurt om in janken uit te barsten. Gaat lekker zo. Bakken maakt labiel, mensen! Liesbeth vorige week, blonde Kim nu: who’s next? Prince Harry is trouwens niet gek te krijgen wanneer blijkt dat z’n tulband gescheurd is. “We maken er wel wat van!” That’s the spirit, your Royal Redness!

Dan is het tijd voor de technische opdracht: een Paris Brest. Nooit van gehoord, maar het is vernoemd naar een wielerronde. Janny wordt als Maria uit de tent gestuurd en André verzoekt haar om ook de ezel mee te nemen, dus loopt Robèrrr netjes met haar mee naar de jurytent. En dan begint het gemodder. Want wat de neuk is een Paris Brest? Er staat dat er een banketbakkersroom gemaakt moet worden en de ingrediënten voor een soezenbeslag staan erop. Verder moet er botercrème met hazelnoot gemaakt worden. Een hele klus dus, maar vooral dat soezenbeslag heeft nogal wat voeten in aarde. Tjongejonge, wat een slagveld! Robèrrr zei al: hier krijgen ze geen aanwijzingen voor; het wordt verwacht dat ze dat kunnen. Liesbeth heeft natuurlijk geen idee wat ze moet doen, Anna moet het drie keer opnieuw maken, zodat ze door haar ingrediënten heen is en donkere Kim spuit een soort witte diarree op haar bakplaat en ziet zichzelf al naar huis gaan. Uiteindelijk krijgt Kim hulp van Vincent, Anna een tip van Hanneke en Liesbeth een ei van Prince Harry. Ze had deze week geen extra oven nodig blijkbaar. En dan is er nog die slagroom… Wat moet je daar nou toch mee? Robèrrr verklapt in de tent dat die door de chocolade moet om zo mooie hulstblaadjes te maken. Maar dat weten ze in de grote tent dan weer niet. En dus wordt de slagroom massaal op de Paris Brest gespoten. Maar dat was natuurlijk helemáál niet de bedoeling. Hanneke is klaar, maar gaat twijfelen. “Ik zie iedereen slagroom erop doen. Maar volgens mij staat het op het recept als instinker… Ik doe het niet.” Maar je ziet ‘r denken… Iedereen doet het. Zal ik… Nah, geen tijd meer! En ze blijft -met moeite- bij haar besluit niets met de slagroom te doen. Als enige. Laat dat dan meteen de beste beslissing zijn die ze had kunnen maken: haar Paris Brest komt als beste uit de bus. Zonder slagroom. Ook al had ie wel verwerkt moeten worden…
Het mag geen verrassing zijn dat de slechtste twee baksels uit de ovens van Liesbeth (laatste) en donkere Kim kwamen.

Het spektakelstuk is een eh… tja. Maakt niet uit eigenlijk. Het moet in elk geval een kerstspektakelstuk worden. Dat houdt in dat er lichtjes in verwerkt moeten worden. Let op! Er IN. Niet er OM. Detail. Alle bakkers gaan gedreven aan de slag. Iedereen heeft zijn of haar spektakelstuk thuis al een aantal keer geoefend en dus denk je dat het allemaal van een leien dakje gaat. Dat gaat het ook wel… behalve als je Liesbeth heet natuurlijk. Zij heeft bedacht dat ze een kerstboom gaat maken van soesjes. Soesjes??? Huh??? De logica ontgaat me volledig, omdat ze de dag ervoor geen idee had wat ze nou precies moest doen met de ingrediënten voor de Paris Brest (gemaakt van SOE-ZEN-BE-SLAG). De eerste soezen gaan in de oven en Liesbeth gaat aan de slag met haar vulling van notenpasta. Of eigenlijk toch weer niet, want de hakmolen werkt niet (ik blijf het niet zeggen hoor; van dat veiligheidspalletje…) en dan weer wel, maar dan wil de notenpasta weer niet meewerken en zo moddert ze lekker een beetje verder. En passant zet ze ook nog even de rookmachine aan ter verhoging van de sfeer en de feestvreu… ROOKMACHINE??? OH GOD NEE, DE SOESJES!!! Dat wordt dus òf een zwarte kerstboom, òf opnieuw beginnen. Het wordt het laatste. De zwarte soesjes worden buiten op het zonovergoten grasveld geflikkerd en hoppa, daar gaat ze weer. Bij de andere bakkers groeien allerhande kunstwerkjes onder hun handen: Maroeska staat haar zelfgemaakte rozen uit te hollen voor de lampjes, Vincent, Anna, blonde Kim en en Hanneke maken taarten met lampjes achter de gekleurde “sterraampjes”, blonde Kim maakt Amsterdamse grachtenpandjes (met lichtjes OM de taart heen), Nicole maakt als echte Rotterdammert de skyline van Rotjeknor na (Zei ze nou serieus hefbrug? Niet geweun De Hef zoals iedere Rotterdammert? Joh, krotekokert…) en Prince Harry maakt een “Hallelujah”. Wat is een Hallelujah, hoor ik de niet-kijkers denken? Hij maakt een taart met daarop een kerkje van koek met raampjes. Het glas-in-lood voor de raampjes, maakt hij van verschillende kleuren suiker. dat hij dan weer zelf heeft gemaakt en gebroken. Door het bakken smelt het weer aan elkaar en ziet het er fantastisch uit. Sjeeeeez… Ik vind dat hij nu gewoon al een goldcard voor de finale gewonnen heeft. En Liesbeth komt met een nieuwe soezenboom (het is dat je het weet hoor) op de proppen. De lichtjes zitten zo goed in de boom verstopt dat ze niet te zien zijn en de notenpasta druipt zielig uit een soesje.

De winnaar wordt Maroesja en de verliezer? Liesbeth. Zelf zegt ze: “Dat was het. Het is zo’n chaos in m’n hoofd elke keer…” Ja, en op je aanrecht, in jouw of je geleende oven, jouw persoonlijke vierkante meter in de tent… Ik zal haar gaan missen. Want over wie moet ik dan volgende week gaan schrijven???

Fijne dagen en tot volgende week!

Advertentie

Wat gebeurt in het tentje…

18 dec

Eindelijk! We gaan beginnen!!! Tien bakkers in de tent en vierhonderdnegentig bakkers thuis op de bank, tandenknarsend. Tja, hadden ze hun taart maar niet op het gras moeten kwakken. Of hun Flammkuchen maar niet zwart moeten verven. Eigen schuld.
Dus nu de tent in voor het echte werk. Een tikkie onwennig staan de bakkers achter hun eigen aanrechtje. Maar waar staat alles? En vooral: hoe werkt alles? Zo werkt de hakker niet (Hal-lo-ooo!!! Dan moet ie wel vergrendeld zitten, doos. Er zit een beveiliging op zodat je niet je vingers meehakt. Als ie niet vergrendeld is met het veiligheidspalletje, dandoetieutniet!!!), de mixerkom gaat niet zonder problemen los (ook zoiets) en blijkt het moeilijk te zijn om te bedenken waar nou precies het knopje “START” op de oven voor is. Zijn vast de zenuwen…

De allereerste opdracht is het maken van een klassieke taart in een modern jasje. We zien verschillende taarten verschijnen: Zo maakt Prince Harry een perentaart, Ahmed een veganistische notentaart, er komt een mokkataart, een appeltaart en een Esterhazy (wadde??) uit Tokyo. Best origineel allemaal. Vier (!) bakkers maken de ultieme klassieker: de Schwarzwalder Kirschtorte. Best niet origineel allemaal… Donkere Kim (er zijn er twee) neemt het Schwarz wel heel letterlijk: haar taart (en haar wang en neus ook) zit tegen zwart aan. En dan bedoel ik niet van het aanbranden. André van Duin noemt het een bosbrand. Zegt genoeg.

Tijdens dit eerste onderdeel leren we de bakkers al aardig kennen. Zo is Ahmed een ongelooflijk eigenwijze gast: hij gaat caramel maken, maar mag even niet roeren. Janny staat erbij en kijkt ernaar. “Geduld, geduld.”, zegt ze. “En niet aankomen!” Ze is nog niet weg of hij staat al te roeren. Even later zien we dat z’n taartbodem niet in één stuk in de vorm gaat, omdat ie hier en daar gescheurd is. “Dat zie je straks toch niet meer joh. Als het maar lekker is. Niemand die dan vragen stelt.” Hij kijkt glimlachend omhoog en ziet daar de strenge blik van Robèrrr. Ken je dat gezicht van Melania Trump bij de inauguratie van The Donald een paar jaar geleden? Dat ze glimlachte totdat hij zich weer omdraaide en daarna die teleurgestelde blik van haar? Ja? Nou, dat dus. Dat was Ahmed toen hij de blik van Robèrrr ving. Oeps.

En dan Liesbeth. Zij is één wandelende berg chaos. De slagroom springt bij haar tijdens het mixen uit de kom, ze zet de oven op de verkeerde stand, ze klopt zich de tyfus tegen het schiften (lukt wel!), haar taart heeft een afwijking naar links en als de tijd erop zit, jankt ze uit bij haar achterbuurvrouw. Dramaqueen. Bij het jureren van de taarten zegt Robèrrr dan ook tegen haar dat ze misschien beter de rust een beetje kan bewaren.

Voor de technische opdracht wordt de jury -vanwege het blind jureren- weggestuurd naar het tentje. Wanneer André vraagt wat ze eigenlijk precies uitspoken in dat tentje, reageert Janny diplomatiek met: “Wat in het tentje gebeurt, blijft in het tentje.” In de grote tent moeten er ondertussen appelbollen worden gebakken. Maar ja… welke appel neem je daarvoor? Er staan drie soorten appels om uit te kiezen, dus dat is al een dingetje. En dan nog iets: Prince Harry constateert dat de ingrediënten wèl op het recept staan, maar géén aanwijzingen. En laat dat nou nèt de bedoeling zijn. Hij neemt vervolgens alle ingrediënten, pleurt alles bij elkaar in een kom en hoopt er het beste van. Deel twee van de opdracht levert ongeveer net zoveel problemen op als de appelbollen zelf: de vanillesaus. Bij het jureren blijkt dat bijna geen enkele appelbol gelukt is en dat van de tien bakkers er maar drie waren die het gelukt was om de vanillesaus niet te laten schiften. Ahmed en Vincent eindigen als laatste en Maroeska eindigt op de eerste plaats, op de voet gevolgd door Liesbeth. En daar moet ze dan weer niet om huilen. Vaag.

En dan het spektakelstuk. Een eetbare adventskalender. Ga er maar aan staan. Maroeska zegt het moeilijk te vinden iets “sculpturaals” neer te zetten. Dat valt uiteindelijk best wel mee, want als je haar eindresultaat ziet… Dat heeft toch verdacht veel van een vage sculptuur weg. Zou in een museum met moderne kunst niet misstaan. Het moet een kerstboom voorstellen, maar het wordt uiteindelijk een soort van ingestorte Mont-Blanc. Haar taarten waren van binnen niet gaar en dus flikkerde de hele zooi tijdens het opbouwen alweer in elkaar.
Bij Ahmed werd het ook weer een lekker zooitje. Hij zou ook een kerstboom maken, van speculaas. Maar in de oven ging het al mis: hij liep uit. Janny vraagt wat zijn plan B is. “Ik ging er vanuit dat plan A zou gaan lukken…” Nou, niet dus hè? Janny suggereert dat hij dan opnieuw zou kunnen beginnen, waarop Ahmed in eerste instantie als een zoutzak blijft staan. Ineens dringt het tot hem door. Oooooh ja!!! Bakken!!! De tijd loopt!!! Er komt een nieuwe boom, maar die breekt dan weer tijdens het opzetten. Nee, Ahmed gaat niet lekker.

Liesbeth leent ondertussen de oven van Hanneke en praat in zichzelf, Maroeska jat bijna de ruimte die Hanneke voor zichzelf leeg staat te maken in de schockfreezer, en zo modderen we lekker door naar het eind van de aflevering.

De iets teveel gevulde zelfgemaakte whiskeybonbons van Vincent hebben uiteindelijk geen enkele invloed op de uitslag: Nicole wordt terecht de meesterbakker van deze week en Ahmed kan thuis verder gaan oefenen op z’n speculaaskerstboom: die hoeft niet meer terug te komen.

One down, eight to go…

Ben ik er tòch weer ingetrapt…

10 dec

Zondagavond, even voor half negen. Het journaal is achter de rug, het reclameblok ook en dan hoor ik het. Vanaf de bank: “Heb je je opschrijfboekje?” Even voor de goede orde: Boer Zoekt Vrouw is inmiddels afgelopen, dus ik heb weer normale zondagavonden in het vooruitzicht.
“Nee joh, tuurlijk niet! Hou eens op, hahaha!” Ondertussen sta ik op, trek op weg naar de bank ongemerkt een leeg A4-tje uit de printer en pak uit automatisme een pen. En voordat ik het weet vindt de punt van mijn pen het papier en begin ik te schrijven…

500 bakkers. 500 taarten. 8 tenten met elk 2 juryleden. 500:8=62,5 taart per tent te proeven. En nou snap ik best dat er geen hele taarten worden gegeten, maar ik vind 65 keer één hapje van een taart ook best een dingetje hoor… Maar goed, na de kreet “juryleden klaar? Proeven maar!”, gaat het los.

De eerste deelnemer komt één van de jurytenten in en pleurt haar taart meteen maar op tafel. Het ging nog maar net goed. We zien taarten op het grasveld staan die als paddestoelen uit de grond komen, we zien taarten die probeerden weer in diezelfde grond te verdwijnen en we zien taart op een jas. We zien taarten die heuse kunstwerken zijn, maar ook een taart die de weelde van de rozen die erop gelegd zijn niet kan dragen: de rozen hebben de taart doorkliefd. Moet wel een enorme slabberdewatsjkitaart zijn geweest. Verder zag ik er nog één voorbijkomen die ons land moest voorstellen. Het was fijn dat de bakkerin het erbij vertelde; ik had het bijna niet herkend. De meest onsmakelijke taart die ik voorbij zie komen is er één die is gemaakt door een doktersassistente: een opengewerkte menselijke romp. Je kent dat nog wel; stond vroeger pontificaal in het biologielokaal. En dat je dan de hele tijd in die buik zat te kijken en daarna pauze had en je dacht bij je boterhammetje… nou, laat maar effe. Die, ja! De doktersassistente vertelt vrolijk wat er allemaal te zien is: “Darmen!” (Oh joh, lekker!) “En echte nieren en bloedvaten…” (Horror!) “…van chocolade.” (Godzijdank!) En dan nog dat mens in die roze prinsessenjurk met heur fantasytaart inclusief app-bestuurde waterval en verlichting. Het valt mij wel op dat het voornamelijk vrouwelijke bakkers zijn. En een handjevol mannen. En weinig mannelijke mannen. Oh ja, en een mannelijke vrouw (volgt u het nog?), maar dat zie ik pas nadat ik haar naambordje heb gelezen. Ik vind Suzanne namelijk een erg rare naam voor een man…

Los van het feit dat elk jurylid heul veel taart moet proeven, is het jureren zelf ook niet geheel risicoloos: zo zegt Robert (spreek uit: Robèrrr) tegen een vrouwelijke bakker: “Bak je veel?”, kijkend naar de taart. Als de keukenprinses bevestigt dat dat inderdaad het geval is, zegt Robèrrr “Dat kun je wel zien ook!” In dit geval liep het goed af. Had Robèrrr dat tegen mij gezegd, had ik het waarschijnlijk heel anders opgevat. En had ik eigenhandig m’n complete taart achter z’n huig gepropt.

Afijn, er werd een eerste schifting gemaakt: van de 500 bakkers gingen we terug naar 33, daarvan bleven er 15 over die nèt buiten de tent twee opdrachten kregen. Er moest binnen 80 seconden een taartje opgespoten worden en er moest een Flammkuchen gemaakt worden. In een op hout gestookte oven. Tja… en dan vallen er nog vijf af. De afvallers mogen bij André van Duin op het golfkarretje op weg naar een welverdiende borrel.

Uiteindelijk zijn er dus tien die doorgaan en vanaf volgende week in de tent mogen bakken. Daar zitten zowaar drie mannen bij: de slechthorende Cas, die volgens de één gelijkenis heeft met Prins Harry (zei ik ook meteen) en volgens de ander met Sven Kramer. Afijn, Prince Harry Kramer is dus door, net als Vincent, Ahmed, Anna, Maroeska (die met die grijze slagroomtoef op heur hoofd), Nicole, Liesbeth, Hanneke (die onzekere; die heeft hier al de naam stresskip gekregen en volgens vriendjelief gaat die een hoop lachen opleveren), en de twee Kimmen. Je weet wel: die donkere die houdt van kleine, harde, stevige bewegingen. (Voor haar deeg!!!) en die blonde.

En dan is het afgelopen, leg ik m’n pen en papier naast me neer en dan realiseer ik het pas. Aaaaaah shit, neeee… Ben ik er tòch weer ingetrapt!

Bloeiende boerenliefde…

3 dec

Dus. De ontknoping. In een soort van thee/koffie/chocolademelkhuisje ergens in het land.
Eén voor één kwamen ze naar binnen gedruppeld, de negen boeren. Jahaa… negen, want Remco, de tiende boer dus, had na de brievenaflevering vals gespeeld en mocht dus de rest van het seizoen niet meedoen.
Opvallend was dat alleen de twee dames die gevolgd werden, iemand bij zich hadden. Stinkin’ Steffi kwam met Roel en Paddobabe had Maarten in Athene tòch nog van het terras geplukt voordat ze via de maansteenwinkel naar het vliegveld rende. Die maansteenmythe van haar blijkt overigens ook gewoon gelul te zijn: aangezien de citytrip een paar maanden geleden was en er nog steeds geen paddobabybuikje te zien was. Paddobabe woont zo’n beetje bij Stinkin’ Steffi om de hoek en dus maken Maarten en Roel ook even kennis met elkaar, zeker omdat Maarten zegt dat een emigratie naar Boekel er wel in zit. De toekomstige buurmannen maken meteen snode plannen om samen te gaan bieren.
Stinkin’ Steffi en Roel zijn nog net zo heppiedepeppie als op het moment dat ze elkaar in de armen vielen na haar voorbarige bekentenis dat hij het werd. Ze vond alle toestanden best wel heftig en ze zegt dat ze bijna rijp was voor een inschrijving bij de GGZ. Ze wisten van elkaar niet hoe ze over elkaar dachten, dus dat was ook nog wel effe een dingetje. Roel dacht zelfs dat Harrold door zou gaan toen Stinkin’ Steffi hem even apart nam. Hij had echt niks door. “Ik ben de gelukkigste man op aarde!” Ach… “Hij is ook goed voor mij”, zegt Stinkin’ Steffi. Yvon vraagt wat hij dan precies doet om haar dat gevoel te geven. “Nou… eigenlijk niet zo gek veel!”, zegt ze. Waarop Roel antwoordt: “Geen flikker!” Aggemaarleuthet! Roel vertelt nog even waarom hij zo gek is op haar: “Uitstraling, krulletjes, eerlijk, lekker lang, wangetjes, die blos erop die nu nog veel roder wordt (inderdaad), blauwe ogen… Niet gedacht dat ik zoiets tegen zou komen!” Smelt…
De heren kwamen dus allemaal alleen. Wat niet wil zeggen dat het avontuur was mislukt. Neuh. Zo zagen we Wim al de hele week in een teaser op tv alleen arriveren, dus denkt Nederland massaal dat de kirrende rosédrinkende vriendinnetjes van Mamarit gelijk hebben gekregen: ze is alweer naar een ander gefladderd. Nou, okee: Mamarit is wel gaan fladderen, maar dan met een vliegtuig. Naar Vietnam. “Ze is met een goeie doehoelen organisasatie mee als arts”, verduidelijkt Wim haar afwezigheid. Dus. Een stel! En erger nog: zij denkt over ongeveer een halfjaar wel naar de polder te verhuizen, om bij Wim op z’n land te komen wonen. Of, zoals Wim het omschrijft: “Een mooi hoopje klei! Poah!”
Voor Jaap is het allemaal minder afgelopen. Volgens mij was hij achteraf gezien eigenlijk gewoon op zoek was naar een vriendschap en juist geen fulltime relatie. Beetje jammer dat hij daar na de citytrip pas achter kwam. Dat Jaap niet echt een prater is, wordt pijnlijk duidelijk wanneer Yvon hem aan de tand voelt. Hij heeft een dubbel gevoel, twijfelde al tijdens de citytrip, maar weet dan weer niet waaraan hij twijfelde. Misschien toch het gevoel… Yvon vraagt of hij de juiste keuze heeft gemaakt. “Misschien had ik tòch voor Petra moeten kiezen…” Sjeeezus, Jaap!!! Denk effe aan die arme Marian met een i die nu thuis op de bank zit weg te kwijnen!!! Petra staat wel ‘dichterbij’. Ja! Duh! Dat hadden wij op de bank allang in de smiezen, maar goed… Hij besluit Petra alsnog te gaan bellen, maar verder dan een paar dates na de opnames gaat het niet. Snap ik. Welke vrouw wil er nou tweede keus zijn? Manmanman…
Ondertussen belt Wim even met Mamarit in Vietnam. Beeldbellen, want dan kun je aan de rest laten zien welk lekkere wijf je aan de haak geslagen hebt. Of in Wim z’n geval: welk lekkere wijf er niet van de boerderij is gevlucht. Boer Jan, die nog niemand heeft maar wel één voor één z’n 33 briefschrijfsters op date meeneemt, stond erbij en keer ernaar. Naar die Mamarit. Hij kan het niet laten: “Ik vind je een mooie vrouw. Als ik zulke muizen op zolder had, sloeg ik de kat dood en ving ik je zelf!”
Wilfred (had ik trouwens ooit al gezegd dat hij 43 is?) heeft ook de ware gevonden. Er zaten bij de brievenaflevering al twee dames voor een speeddate klaar op zijn boerderij, maar dat werd niks. Ondanks dat het wel klikte met Sabine. Maar goed, na die aflevering kreeg hij nog een aantal brieven en één daarvan was van ene Doreen. En laat die nou een weekje komen logeren… Kwam het toch nog goed.
Dat geldt ook voor Rudie, die in de brievenaflevering meteen moest bellen met de schijfster van de eerste brief. Inmiddels dikke verkering. Samen doen ze romantische dingen zoals eh… een stukje maaien. In het donker. Met de kachel aan en een muziekje op. Hartstikke leuk voor ze allemaal, maar ik kon alleen maar denken: hoe zit het nu dan met dat interieur van de woonkamer? Heeft de vrouwelijke hand van Rianne enig effect gehad? Aangezien we alleen de keuken te zien krijgen, vrees ik het ergste…
Saskia, die van de kleine geitjes, is ook aan het daten geslagen met enkele van haar 9 briefschrijvers. Maar helaas bleek het alleen maar leuk te zijn. Maar nu weet ik dat de derde date wel meer was dan alleen maar leuk. (Jaja, inside information… nou ja, website information dan.) Resultaat!
En dan de seizoenshork. Hij zegt nog aan het revalideren te zijn van de aanwezigheid van drie vrouwen op zijn boerderij. Pffff… Maar goed, hoe is het nu met hem, na die rampzalige kwelling die citytrip heet? Goed! Hij kan zowaar glimlachen. Nee, lachen. Nee, erger nog: stralen. Waarom? Nou, hij deed een Riksje. Je weet wel: Duppie, de seizoenshork van vorig jaar… De import-Canadees die overbleef met Marit (Mèèèèrit). Hij was op citytrip ook niet echt gezellig, net als de seizoenshork dit jaar. En net als vorig jaar werd er al tijdens de citytrip meegedeeld dat er geen toekomst in zat. En beide dames waren, ondanks dat ze véééééél leukere mannen verdienden, tòch een tikkie teleurgesteld. Duppie is inmiddels getrouwd met iemand die hij al jaren kende. Drie keer raden… (dit is zóóóó niet origineel) de seizoenshork heeft ook dikke verkering. Met Emmie. Die hij al twintig jaar kent notabene. En oh ja, ze zit niet te dichtbij, want ze woont in het buitenland. België. (Wij zeggen dan gewoon Brabant-Zuid. Bij het buitenland denk ik aan vijf uur vliegen. Minstens.) Zodra ze erbij komt zitten, zien we een heel andere Marnix. Seizoenshork-af. Bijna eng… En terwijl er speeksel uitgewisseld wordt, roept Jan vanaf het met boeren en aanhang gevulde terras: “We hebben het altijd al gedacht, Marnix! Jij knijpt de kat in het donker…”, om semi-binnensmonds toe te voegen: “Ik wou zeggen ‘de poes’, maar…”
En je weet het: een poes -of een kat- komt uiteindelijk altijd op z’n pootjes terecht.
Tot volgend jaar! Of eerder. Als je iets anders komt lezen… 😉