In Limburg gebeurt niet heul veul deze week. Nou ja, er moeten 400 ooien worden ‘gescand’. En denk nou niet dat er dan 400 schapen met een streepjescode op hun reet over de boodschappenband bij Janine’s lokale Appie lopen. Nee, er wordt met speciale apparatuur gecontroleerd welke ooien drachtig zijn. Christiaan en Sander weten wel wat er van ze verwacht wordt en dus bouwen zij de schapenfuik. Michiel loopt met Janine en haar hond richting de schapen. Michiel voelt zich meer op zijn gemak dan tijdens de dagdate en dat is te merken ook: hij zoekt Janine constant op en die twee hebben het behoorlijk gezellig samen. En dat valt de twee andere heren ook op. Net als de avond ervoor, toen er een fanatiek kaartje werd gelegd. Janine en Michiel naast elkaar en Chris en Sander aan de andere kant van de tafel. En ik hoorde ineens een mantra in m’n hoofd: ‘t is stiiiiillll… aan de overkant, ‘t is stiiiiillll… enzovoort.
Bij Hans mag iedereen haar rugzakje met ellende over tafel uitstorten. Want op een bepaalde leeftijd heb je natuurlijk wel het één en ander meegemaakt. Dinie en Margriet verloren allebei hun man en Annette heeft het moeilijk gehad met een zieke zoon en een scheiding. Maar waar Annette vrolijk en positief blijft, twijfelt Dinie. Margriet kan in elk geval trots zijn: Hans is heel zelfstandig naar de bakker geweest om croissantjes en hupkes te halen. Ja, dat kende ik ook niet en ik denk dat het beter is als dat ook zo blijft. Hupkes worden namelijk in de kerk gewijd en dan ben je als mens of koe (sommigen zijn het allebei) weer een jaartje verlost van gek worden. Ja, ik verzin dit niet hè? Annette vindt het vooral een verwennerij dat ze op woensdag verse broodjes eet. Ik denk dat ze de rest van de week oud, beschimmeld brood eet dan. Nou ja, dat is weer eens iets anders dan een broodje met een natte krent. ERIN!!! Een natte krent in je brood!!! Niet eh… nou ja, laat ook maar.
Later gaat Hans samen met zijn dochter de paarden opjagen richting de vrachtwagen (dat heet vast anders, maar ik ben geen ‘paardenmeisje’, dus ik weet dat niet.) Dinie is dat wel en gaat helpen. “Jij wilt vast punten scoren!”, klinkt het een tikkie jaloers vanaf de zijlijn. Het valt vooral Margriet op dat Hans in het land nogal loopt te schreeuwen. Hij schreeuwt orders naar zijn dochter en Dinie tijdens het opjagen van de paarden. Functioneel schreeuwen dus. “Staat hij nou gewoon naar je te schreeuwen???”, klinkt het verontwaardigd uit Margriet’s keel. Dinie wordt nog meer aan het denken gezet.
Maar gelukkig is daar appeltaart. Gezellig, met z’n allen aan tafel. Volgens de ondertiteling vroeg Hans hoe de dames dit avontuur hadden ervaren. Terwijl hij z’n gebit om een stuk taart vouwt, gaat Margriet even los. “Jij bent wel een baasje hoor! Tegen mij moet jij niet zo praten, neeneenee! Zit me daar een partij te commanderen, niet te geloven.” Nee, de seizoensbitch is er niet van gediend een grote waffel te krijgen. Terwijl ze die van haar ook een behoorlijke slinger kan geven. Hans en dochter Karin leggen uit dat het nou eenmaal niet zo is dat een paard zomaar een vrachtwagen in wandelt als je dat zacht in z’n oor fluistert. “Maar doe je dat tegen vrouwen ook?” Nee dus. Het leed is al geschied: Annette vindt het een gecompliceerde púúúúúzzel (het is puzzel, ja? Met een korte uh dus.), Dinie twijfelt meer dan ooit en de seizoensbitch zegt: “Nee. die karaktertrek vind ík niet leuk!” Meid, ik denk dat Hans heel veel van jouw karaktertrekken niet leuk vindt. Mag dus geen verrassing zijn dat Margriet als eerste de boerderij mag verlaten. Dikke doei!
Over vervelende karaktertrekken gesproken: seizoenshork Jouke kan er ook wat van. Hij laat geen mogelijkheid onbenut om te laten merken dat hij niet echt een gezelligerd is. Hij zegt dat hij niet met personeel kan werken en ja, dat kan maar beter meteen duidelijk zijn. “Als ze er op woensdag achter komen van ooooh, is dát zijn karakter??? Nou, daar heb ik geen zin in… dat kunnen ze dat maar beter gelijk weten.” Hè, gezellig! Marion zegt een goed gevoel te hebben en bemerkt geen gekke dingen. Ik denk dan: Friesland – Limburg… taalbarrière. Ze verstaat vast niet al die onaardige dingen die hij zegt.
De volgende ochtend is Jouk al om 4.30 uur in touw. En ondanks dat hij geen boerin wil, staan de dames op dat ongoddelijke tijdstip gewoon keihard mee te werken. Maar in de melkput kan us Joukje het weer niet laten: “Normaal ben ik alleen; radio lekker aan, geen gezeur.” Grappig. Je merkt bijna niet dat hij een hekel heeft aan mensen… KUCH. “Ja, ze weten wel wat ze doen. Ik zou het zelf anders doen, maar geeft niet. Het zijn leuke dames. Af en toe beetje oogcontact, maar…” Maar wat, Jouk? Gelukkig is er ook hier weer taart. Want ja, als je al sinds vier uur op bent, dan is het om zeven uur tijd voor koffie met gebak. Alleen niet voor Jouke, want die neemt een bordje pap, zet de wekker en duikt er nog anderhalf uur in. Het is dat hij die middag nog even met de ladies afzonderlijk in de trekker kruipt en de dames later wat vragen stellen (“Ben je knuffelig?” “Mwah… hoeft voor mij niet zo…”), maar een heel groot feest gaat het niet meer worden, daar in het hoge noorden.
Evertje is dus een late melker en dat houdt in dat het avondeten om half negen ‘s avonds is. Brood. Met de neven en broer Koop aan tafel, uiteraard. Mouth presteert het om over het geluid van een poepende koe te praten terwijl het eten nog op tafel staat (“Of schijten noemen jullie dat hè?”) en Koop en co denken: wij hebben de buit binnen, laat die (alweer) taart maar zitten; wij zijn weg. En dat snap ik volledig. Volgens Mouth is het goed als het geluid van de kakkende koe ‘plopperdeplop’ is. Echt mensen, ik kan heus wel zonder deze info. Anyway, Mouth zegt nog nooit echt een momentje met Evertje alleen te hebben gehad, dus pakt ze na het eten haar kans: ze kruipt even naast hem op de bank en vertelt tegen de camera dat ze hem graag even zou aanraken. Ja meid, even lekker samen energetisch aarden ofzo. Maar ze durft het niet aan, want ze voelt dat de interesse van Evertje niet bij haar ligt. Ondertussen trekt Cora de aandachttrekkerij van Mouth vrij slecht en ik weet zeker dat ze daar niet de enige in is.
De volgende dag pakt Mouth-ik-heb-hem-nog-niet-voor-mezelf-gehad in de melkput meteen weer haar kans op een één op één-momentje.”Ik snap wel dat je héééél ewrrrg lekkewrrr wakkewrrr wowrrrdt zau. Dit is toch hééééwrrrlijk?”Denk nu even in je hoofd plopperdeplop. Nee echt, heerlijk wakker worden, ja. Weet je wat heerlijk wakker worden is, Mouth? Dat je door de zonnestralen wordt gewerkt terwijl er op de achtergrond vogeltjes zingen, je ontbijt op bed wordt gebracht door de roomservice en dat je daarna in je privézwembad kunt duiken. Dát is lekker wakker worden! Muts…
Mouth klaagt nog verder dat zij Evertje niet meer kan bereiken, ondanks haar sterke gevoel. “Het lijkt me zau luik als ie ineens zou zeggen: ik vind je luik. Ik ben nog nauit vewrrrsiewrrrrd hè in m’n leiven. Nog nauiiit!” Mouth heeft dat altijd zelf moeten doen. Pfff…Nee, ze zou door Evertje versierd willen worden, maar weet niet of Evertje dat durft. Joh, ik denk dat niemand dat durft. En ik begrijp dat wel.
Ondertussen is Cora in tranen, want ze vindt het moeilijk om om iemand te strijden en loopt daarom weg. Dan is Evertje maar voor iemand anders. Zodra de tranen gedroogd zijn, gaat ze kijken of de koffie al klaar is en vraagt aan Evertje of hij ook koffie wil. Mouth is duidelijk geen volger van het ‘NIVEA-principe’ (Niet Invullen Voor Een Ander) en geeft meteen voor iedereen antwoord. “Ja! We willen allemaal wel koffie, denk ik.” Er wordt nog wat gewauweld over wat voor soort vrouw Evertje eigenlijk zoekt en hoe de rolverdeling qua koken zal zijn. Nans vindt het maar een raar gesprek en heeft als levenscoach niet door dat hier grapjes worden gemaakt. Dan moet Evertje z’n handen laten zien. Mouth grijpt haar kans, legt haar handpalmen tegen die van hem en constateert dat die knotsen best lekker zacht zijn. “Ik had ineens de behoefte om te connecten. Maar het wewrrrd vewrrrstowrrrd. Niet ewrrrnstig, maawrrr het hield snel op, zeg maawrrr.” Ik weet wel waardoor het verstoord werd: er stond een ronde, rijkelijk gevulde tafel tussen Mouth en Evertje in. Cora en Nans willen ook wel even connecten en zo zien we iedereen elkaars handen vasthouden. Ik zeg: letterbord op tafel en glaasje draaien maar!
En dan God’s gift to women, music and mankind: Splinter. Die gast is echt serieus raar, ik zweer het je. Dit moet toch wel de seizoensweirdo zijn. Vorige week zagen we dat Splinter veel aan het woord was over zijn favoriete onderwerp: Splinter. Wendy, die met haar benen van 5 meter lang heel ongemakkelijk op de bank zat, vraagt of Splinter ook goed kan luisteren. Zelf vindt hij van wel, maar de dames vinden dat hij teveel zelf invult en dan het gesprek overneemt. Hij denkt even na en komt dan tot een fantastisch inzicht: “Ja, misschien vul je dat dan in, dat je dat gaat invullen, zeg maar. De kracht is om stil te blijven.” Had hij dat maar gedaan…
Want als Splinter niet meer over zichzelf mag praten, dan gaat Splinter toch gewoon over zichzelf zingen? Wat volgt is een compleet huiskamerconcert: Splinter vertelt over de inspiratie en het proces van het componeren van een nummer en begint op gitaar. Later komt daar ook nog eens het treurijzer bij (mondharmonica). Weer even later zien we hem uit z’n bolletje gaan op de contrabas, om de tv-registratie te eindigen met een Nederlandstalig nummer op gitaar. Zelf zegt hij over zijn muziek dat het een talent is dat hij graag wil delen. Mijn talent zou gillend wegrennen zijn, maar de ladies ondergaan het. Heldinnen. Met z’n talent heeft hij echt wel prachtige teksten geschreven. Zo zingt hij: “Ik open mijn hart, dus laat het niet breken, want het voelt als een deken…”
En als je denkt dat het niet gekker kan, brengt Splint zijn dames naar bed. Bij Wendy op de bedrand gezeten zegt hij: “Ik ga je toestoppen, een paar zoenen geven en dan lekker slapen.” En dit doet hij bij alledrie hè. Echt, ik klom ‘s nachts uit het raam. Als ik ‘m al niet eigenhandig de slaapkamer had uitgemept. Sodemieter op, gek! Randdebiel…
De volgende ochtend wordt er even uitgesloofd bij het ontbijt. Splinter wil weten wie er wel eens een tosti eet. Manmanman, roep gewoon: “Tosti, anyone? Nee? Mooi, dan heb ik meer!” Valt me mee dat hij niet even gaat staan mansplainen wat een tosti precies is, waar de inspiratie tot het maken van een tosti vandaan komt en hoe zo’n tosti nou eigenlijk tot stand komt. Na het ontbijt worden de paarden gevoerd. Wendy heeft dit keer wel gewoon een broek aan; toch handig. Splinter komt erachter dat de dames nog niet weten hoe de paarden heten. Hij wijst in de verte en zegt: “Dat daar is Essence en dit hier is Romance Utopia S.C.D.” Zou hij z’n dochter uit een vorige relatie ook zo’n naam hebben gegeven? “Dit is mijn dochter Divorcia Extravaganza M.V. (Als in M/V. Voor het geval ze ooit in transitie gaat…) of Cassandra Cassavia W.J.W. (Weet Je Wel) of misschien wel gewoon Ibanez Hohner G.M. (Gitaar Mondharmonica). Ik zeg maar wat hè? Terwijl televisiekijkend Nederland nog aan het bijkomen is van de paardennamen, oreert Splinter verder. “Communicatie is alles.” Ja, communicatie is ook tweerichtingsverkeer, ei! Maar geloof me, als ik bij hem op de boerderij zou zitten, zou mijn communicatie vooral uit de uitlaat van mijn wegscheurende auto komen. En dat is geen tweerichtingsverkeer.
Tot volgende week!