Archief | maart, 2022

De seizoensweirdo

28 mrt

In Limburg gebeurt niet heul veul deze week. Nou ja, er moeten 400 ooien worden ‘gescand’. En denk nou niet dat er dan 400 schapen met een streepjescode op hun reet over de boodschappenband bij Janine’s lokale Appie lopen. Nee, er wordt met speciale apparatuur gecontroleerd welke ooien drachtig zijn. Christiaan en Sander weten wel wat er van ze verwacht wordt en dus bouwen zij de schapenfuik. Michiel loopt met Janine en haar hond richting de schapen. Michiel voelt zich meer op zijn gemak dan tijdens de dagdate en dat is te merken ook: hij zoekt Janine constant op en die twee hebben het behoorlijk gezellig samen. En dat valt de twee andere heren ook op. Net als de avond ervoor, toen er een fanatiek kaartje werd gelegd. Janine en Michiel naast elkaar en Chris en Sander aan de andere kant van de tafel. En ik hoorde ineens een mantra in m’n hoofd: ‘t is stiiiiillll… aan de overkant, ‘t is stiiiiillll… enzovoort.

Bij Hans mag iedereen haar rugzakje met ellende over tafel uitstorten. Want op een bepaalde leeftijd heb je natuurlijk wel het één en ander meegemaakt. Dinie en Margriet verloren allebei hun man en Annette heeft het moeilijk gehad met een zieke zoon en een scheiding. Maar waar Annette vrolijk en positief blijft, twijfelt Dinie. Margriet kan in elk geval trots zijn: Hans is heel zelfstandig naar de bakker geweest om croissantjes en hupkes te halen. Ja, dat kende ik ook niet en ik denk dat het beter is als dat ook zo blijft. Hupkes worden namelijk in de kerk gewijd en dan ben je als mens of koe (sommigen zijn het allebei) weer een jaartje verlost van gek worden. Ja, ik verzin dit niet hè? Annette vindt het vooral een verwennerij dat ze op woensdag verse broodjes eet. Ik denk dat ze de rest van de week oud, beschimmeld brood eet dan. Nou ja, dat is weer eens iets anders dan een broodje met een natte krent. ERIN!!! Een natte krent in je brood!!! Niet eh… nou ja, laat ook maar.
Later gaat Hans samen met zijn dochter de paarden opjagen richting de vrachtwagen (dat heet vast anders, maar ik ben geen ‘paardenmeisje’, dus ik weet dat niet.) Dinie is dat wel en gaat helpen. “Jij wilt vast punten scoren!”, klinkt het een tikkie jaloers vanaf de zijlijn. Het valt vooral Margriet op dat Hans in het land nogal loopt te schreeuwen. Hij schreeuwt orders naar zijn dochter en Dinie tijdens het opjagen van de paarden. Functioneel schreeuwen dus. “Staat hij nou gewoon naar je te schreeuwen???”, klinkt het verontwaardigd uit Margriet’s keel. Dinie wordt nog meer aan het denken gezet.
Maar gelukkig is daar appeltaart. Gezellig, met z’n allen aan tafel. Volgens de ondertiteling vroeg Hans hoe de dames dit avontuur hadden ervaren. Terwijl hij z’n gebit om een stuk taart vouwt, gaat Margriet even los. “Jij bent wel een baasje hoor! Tegen mij moet jij niet zo praten, neeneenee! Zit me daar een partij te commanderen, niet te geloven.” Nee, de seizoensbitch is er niet van gediend een grote waffel te krijgen. Terwijl ze die van haar ook een behoorlijke slinger kan geven. Hans en dochter Karin leggen uit dat het nou eenmaal niet zo is dat een paard zomaar een vrachtwagen in wandelt als je dat zacht in z’n oor fluistert. “Maar doe je dat tegen vrouwen ook?” Nee dus. Het leed is al geschied: Annette vindt het een gecompliceerde púúúúúzzel (het is puzzel, ja? Met een korte uh dus.), Dinie twijfelt meer dan ooit en de seizoensbitch zegt: “Nee. die karaktertrek vind ík niet leuk!” Meid, ik denk dat Hans heel veel van jouw karaktertrekken niet leuk vindt. Mag dus geen verrassing zijn dat Margriet als eerste de boerderij mag verlaten. Dikke doei!

Over vervelende karaktertrekken gesproken: seizoenshork Jouke kan er ook wat van. Hij laat geen mogelijkheid onbenut om te laten merken dat hij niet echt een gezelligerd is. Hij zegt dat hij niet met personeel kan werken en ja, dat kan maar beter meteen duidelijk zijn. “Als ze er op woensdag achter komen van ooooh, is dát zijn karakter??? Nou, daar heb ik geen zin in… dat kunnen ze dat maar beter gelijk weten.” Hè, gezellig! Marion zegt een goed gevoel te hebben en bemerkt geen gekke dingen. Ik denk dan: Friesland – Limburg… taalbarrière. Ze verstaat vast niet al die onaardige dingen die hij zegt.
De volgende ochtend is Jouk al om 4.30 uur in touw. En ondanks dat hij geen boerin wil, staan de dames op dat ongoddelijke tijdstip gewoon keihard mee te werken. Maar in de melkput kan us Joukje het weer niet laten: “Normaal ben ik alleen; radio lekker aan, geen gezeur.” Grappig. Je merkt bijna niet dat hij een hekel heeft aan mensen… KUCH. “Ja, ze weten wel wat ze doen. Ik zou het zelf anders doen, maar geeft niet. Het zijn leuke dames. Af en toe beetje oogcontact, maar…” Maar wat, Jouk? Gelukkig is er ook hier weer taart. Want ja, als je al sinds vier uur op bent, dan is het om zeven uur tijd voor koffie met gebak. Alleen niet voor Jouke, want die neemt een bordje pap, zet de wekker en duikt er nog anderhalf uur in. Het is dat hij die middag nog even met de ladies afzonderlijk in de trekker kruipt en de dames later wat vragen stellen (“Ben je knuffelig?” “Mwah… hoeft voor mij niet zo…”), maar een heel groot feest gaat het niet meer worden, daar in het hoge noorden.  

Evertje is dus een late melker en dat houdt in dat het avondeten om half negen ‘s avonds is. Brood. Met de neven en broer Koop aan tafel, uiteraard. Mouth presteert het om over het geluid van een poepende koe te praten terwijl het eten nog op tafel staat (“Of schijten noemen jullie dat hè?”) en Koop en co denken: wij hebben de buit binnen, laat die (alweer) taart maar zitten; wij zijn weg. En dat snap ik volledig. Volgens Mouth is het goed als het geluid van de kakkende koe ‘plopperdeplop’ is. Echt mensen, ik kan heus wel zonder deze info. Anyway, Mouth zegt nog nooit echt een momentje met Evertje alleen te hebben gehad, dus pakt ze na het eten haar kans: ze kruipt even naast hem op de bank en vertelt tegen de camera dat ze hem graag even zou aanraken. Ja meid, even lekker samen energetisch aarden ofzo. Maar ze durft het niet aan, want ze voelt dat de interesse van Evertje niet bij haar ligt. Ondertussen trekt Cora de aandachttrekkerij van Mouth vrij slecht en ik weet zeker dat ze daar niet de enige in is.
De volgende dag pakt Mouth-ik-heb-hem-nog-niet-voor-mezelf-gehad in de melkput meteen weer haar kans op een één op één-momentje.”Ik snap wel dat je héééél ewrrrg lekkewrrr wakkewrrr wowrrrdt zau. Dit is toch hééééwrrrlijk?”Denk nu even in je hoofd plopperdeplop. Nee echt, heerlijk wakker worden, ja. Weet je wat heerlijk wakker worden is, Mouth? Dat je door de zonnestralen wordt gewerkt terwijl er op de achtergrond vogeltjes zingen, je ontbijt op bed wordt gebracht door de roomservice en dat je daarna in je privézwembad kunt duiken. Dát is lekker wakker worden! Muts…
Mouth klaagt nog verder dat zij Evertje niet meer kan bereiken, ondanks haar sterke gevoel. “Het lijkt me zau luik als ie ineens zou zeggen: ik vind je luik. Ik ben nog nauit vewrrrsiewrrrrd hè in m’n leiven. Nog nauiiit!” Mouth heeft dat altijd zelf moeten doen. Pfff…Nee, ze zou door Evertje versierd willen worden, maar weet niet of Evertje dat durft. Joh, ik denk dat niemand dat durft. En ik begrijp dat wel.
Ondertussen is Cora in tranen, want ze vindt het moeilijk om om iemand te strijden en loopt daarom weg. Dan is Evertje maar voor iemand anders. Zodra de tranen gedroogd zijn, gaat ze kijken of de koffie al klaar is en vraagt aan Evertje of hij ook koffie wil. Mouth is duidelijk geen volger van het ‘NIVEA-principe’ (Niet Invullen Voor Een Ander) en geeft meteen voor iedereen antwoord. “Ja! We willen allemaal wel koffie, denk ik.” Er wordt nog wat gewauweld over wat voor soort vrouw Evertje eigenlijk zoekt en hoe de rolverdeling qua koken zal zijn. Nans vindt het maar een raar gesprek en heeft als levenscoach niet door dat hier grapjes worden gemaakt. Dan moet Evertje z’n handen laten zien. Mouth grijpt haar kans, legt haar handpalmen tegen die van hem en constateert dat die knotsen best lekker zacht zijn. “Ik had ineens de behoefte om te connecten. Maar het wewrrrd vewrrrstowrrrd. Niet ewrrrnstig, maawrrr het hield snel op, zeg maawrrr.” Ik weet wel waardoor het verstoord werd: er stond een ronde, rijkelijk gevulde tafel tussen Mouth en Evertje in. Cora en Nans willen ook wel even connecten en zo zien we iedereen elkaars handen vasthouden. Ik zeg: letterbord op tafel en glaasje draaien maar!

En dan God’s gift to women, music and mankind: Splinter. Die gast is echt serieus raar, ik zweer het je. Dit moet toch wel de seizoensweirdo zijn. Vorige week zagen we dat Splinter veel aan het woord was over zijn favoriete onderwerp: Splinter. Wendy, die met haar benen van 5 meter lang heel ongemakkelijk op de bank zat, vraagt of Splinter ook goed kan luisteren. Zelf vindt hij van wel, maar de dames vinden dat hij teveel zelf invult en dan het gesprek overneemt. Hij denkt even na en komt dan tot een fantastisch inzicht: “Ja, misschien vul je dat dan in, dat je dat gaat invullen, zeg maar. De kracht is om stil te blijven.” Had hij dat maar gedaan…
Want als Splinter niet meer over zichzelf mag praten, dan gaat Splinter toch gewoon over zichzelf zingen? Wat volgt is een compleet huiskamerconcert: Splinter vertelt over de inspiratie en het proces van het componeren van een nummer en begint op gitaar. Later komt daar ook nog eens het treurijzer bij (mondharmonica). Weer even later zien we hem uit z’n bolletje gaan op de contrabas, om de tv-registratie te eindigen met een Nederlandstalig nummer op gitaar. Zelf zegt hij over zijn muziek dat het een talent is dat hij graag wil delen. Mijn talent zou gillend wegrennen zijn, maar de ladies ondergaan het. Heldinnen. Met z’n talent heeft hij echt wel prachtige teksten geschreven. Zo zingt hij: “Ik open mijn hart, dus laat het niet breken, want het voelt als een deken…”
En als je denkt dat het niet gekker kan, brengt Splint zijn dames naar bed. Bij Wendy op de bedrand gezeten zegt hij: “Ik ga je toestoppen, een paar zoenen geven en dan lekker slapen.” En dit doet hij bij alledrie hè. Echt, ik klom ‘s nachts uit het raam. Als ik ‘m al niet eigenhandig de slaapkamer had uitgemept. Sodemieter op, gek! Randdebiel…
De volgende ochtend wordt er even uitgesloofd bij het ontbijt. Splinter wil weten wie er wel eens een tosti eet. Manmanman, roep gewoon: “Tosti, anyone? Nee? Mooi, dan heb ik meer!” Valt me mee dat hij niet even gaat staan mansplainen wat een tosti precies is, waar de inspiratie tot het maken van een tosti vandaan komt en hoe zo’n tosti nou eigenlijk tot stand komt. Na het ontbijt worden de paarden gevoerd. Wendy heeft dit keer wel gewoon een broek aan; toch handig. Splinter komt erachter dat de dames nog niet weten hoe de paarden heten. Hij wijst in de verte en zegt: “Dat daar is Essence en dit hier is Romance Utopia S.C.D.” Zou hij z’n dochter uit een vorige relatie ook zo’n naam hebben gegeven? “Dit is mijn dochter Divorcia Extravaganza M.V. (Als in M/V. Voor het geval ze ooit in transitie gaat…) of Cassandra Cassavia W.J.W. (Weet Je Wel) of misschien wel gewoon Ibanez Hohner G.M. (Gitaar Mondharmonica). Ik zeg maar wat hè? Terwijl televisiekijkend Nederland nog aan het bijkomen is van de paardennamen, oreert Splinter verder. “Communicatie is alles.” Ja, communicatie is ook tweerichtingsverkeer, ei! Maar geloof me, als ik bij hem op de boerderij zou zitten, zou mijn communicatie vooral uit de uitlaat van mijn wegscheurende auto komen. En dat is geen tweerichtingsverkeer.

Tot volgende week!

Advertentie

Mensenmens

21 mrt

We gaan logeren!!! Of nou ja, de dames en heren gaan logeren bij de boer van hun keuze en wij? Wij gluren lekker mee.

Jouke woont op een flinke boerderij, waar hij blijkbaar nooit van het erf komt. Nee. Waarom weet ik dat? Hij heeft geen beddengoed in huis. Ja, voor zijn eigen mand wel, maar niet voor gasten. Als Karlijn als eerste arriveert, zie ik dat ze met heel veel bagage én een oranje vuilniszak loopt te zeulen. In Engeland zeggen ze dan dat je alles bij je hebt, op het aanrecht na. Nou, zoiets dus. Maar nu snap ik het: in de vuilniszak zit namelijk haar dekbed. Later blijken Lotte en Marjon óók hun eigen beddengoed bij zich te hebben. Ik denk dan: Joukjoukjouk, jonkje: had even naar de Action gereden in Harns (Harlingen) en voor een habbekrats even wat beddengoed in huis gehaald. En alvast de bedden opgemaakt voor de meiden. Kleine moeite, groot plezier, nietwaar? Maar: als seizoenshork is het een natuurtalent.
De meiden worden na het opmaken van de bedden meteen de stal ingeslingerd. Karlijn en Marlijn zijn bekend met het boerenleven en gaan meteen aan de slag en Lotte krijgt hier en daar wat aanwijzingen fan ûs Joukje. Altijd handig, als je partner mee kan werken op de boerde… maar wacht effe: zei Jouke nou niet dat hij juist GEEN boerin zocht? En hij wilde toch ook per se niet daten met een dierenarts? Want volgens Jouke stinken boerinnen en dierenartsen altijd. Ondertussen steekt Jouk maar eens lekker een weldadig riekende peuk op.
Hier zou ik dus al afhaken hè (als ik dat niet eerder had gedaan). Marjon zegt subtiel dat roken voor haar ook niet echt een pré is. Nou ja, zo’n peuk kun je altijd nog wel uit z’n bakkes slaan (in het geval van een seizoenshork is dat zinvol geweld, mensen). Lastiger wordt het om z’n karakter om te buigen: hij zegt superkoppig te zijn en hij vindt dat een partner wel een eigen mening moet hebben, mits onderbouwd met goede argumenten. Okee, leuk. Totdat hij meteen daarna zegt dat hij niet open staat voor andere meningen. Meiden, dump die gast. Er zijn leukere Friezen te vinden.

Nou ja, op één na dan, want die zit inmiddels bij schapenboer Janine, in Limburg. Christiaan arriveert als eerste en wat volgt is een redelijk ongemakkelijk gesprek aan de keukentafel. “Ja.” “Jaja.” “Jaaah…” Janine is, na een relatie waarin ze nogal gekwetst is, een tikkie voorzichtig en praat niet makkelijk. En al helemaal niet over gevoelens, dus dat wordt nog wat komende week. Gelukkig komt Michiel de twee uit hun lijden verlossen. Hij heeft aardig wat cadeaus bij zich: een huisje (iets van een vogelhuisje ofzo), een boompje (plant) en beestjes (wat plastic boerderijdiertjes). Het is weer eens iets anders dan een lijmpistool en best origineel. Totdat Sander (één van die leukere Friezen dus) het erf op komt gereden. In de laadbak van zijn pick-up staan twee levensgrote nepschapen. Eerst dus dat lijmpistool en nu dit: hij blijft de koning van de cadeaus.
Ook hier moet gewerkt worden: binnenkort gaan er 2500 ooien lammeren, dus moet de kraamafdeling worden ingericht met lammerhokken. Toch handig, om dan 3 gratis extra bouwers in huis te hebben. Boer zoekt Vrouw; daar kan geen uitzendbureau tegenop.

Bij Evertje valt er voor de dames ook iets te kiezen, want broer Koop (echt, die naam…) ligt op een bed van de thuiszorg bij Evertje in de woonkamer. Twee vrijgezelle broers voor de prijs van één: waar vind je dat nog? In Ruinerwold dus. Koop is gepakt (en daar bedoel ik niks raars mee) door een stier. Gevalletje bedrijfsongeval. Door die ontmoeting met de stier moet hij nu dus bedrust houden wat inhoudt dat Evertje het bedrijf momenteel alleen eh… ja ‘bestiert’. (Deze was wel redelijk briljant, al zeg ik het zelf.) Dus wanneer de dames arriveren, worden ze welkom geheten door Koop en zus Henriëtte. Ik verwacht dat Mouth elk moment iets kan gaan zeggen over de rollator van Koop: “Móóóie, krachtige rollatowrrr. Goed op de wielen; prachtig.” Maar ze houdt zich in. Evertje is in geen velden of wegen te bekennen, want er moet gewerkt worden hè? Maar als hij dan binnenkomt… iedereen blij. Mouth komt het meest spontaan uit de hoek: “Hallau, luikewrrrd!” (hallo leukerd), roept ze uit. En je voelt dat de rest dat eigenlijk ook wel had willen doen, maar ja… Ze geeft ook meteen een compliment over het huis. “Wat wóón je op een luik plekje. Luik huis, móóóie deuren erin en alles…”, zegt ze, terwijl ze groots gebaart met haar knotsen… eh handen. Al snel is het tijd voor het avondeten. Op het menu staat een lasagne. Die door zus Henriëtte is klaargemaakt en die zelf niet mee zal eten. Ja duh; ze weet wat erin zit. Terwijl Nans de borden op tafel zet, haalt Evertje de lasagne uit de oven. Met z’n blote hand… eh knotsen. Dat kan twee dingen betekenen: of Evertje heeft vuurvaste knotsen of de lasagne is nog koud. En dat laatste blijkt het geval. Zus Henriëtte wordt gebeld en met behulp van deze telefonische helpdesk wordt de lasagne even later toch net zo heet gegeten als ie uiteindelijk wordt opgediend. Na het eten vlucht Koop strompelend naar z’n eigen huis. Leuk dat je broer drie dates over de vloer krijgt, maar voor Mouth zou ik ook gaan rennen. Want hoe je het ook wendt of keert: ze blijft wel een beetje too much.
Nadat iedereen -behalve Evertje en z’n dates- de boerderij verlaten heeft, volgt er een rondleiding. Mouth merkt op dat er één koe wel heel erg aanwezig is en voelt daarmee de concurrentie: “Auh, is dit een dauminante dame?” Ondertussen vraagt Cora de bladders van Evertjes oren. “Ik ben overal in geïnteresseerd, zelfs in lantaarnpalen. En dan blijf ik vragen stellen.” Mouth vertelt dat ze een boek heeft gelezen over koeien en gaat meteen maar zuiverend stroschuiven. Het spiritueel strontschuiven zal vast op een later tijdstip nog voorbij gaan komen. Dan verplaatst het gezelschap zich naar de melkput. In het boek van Mouth stond vast iets over melken, want weer gaat ze voortvarend aan de slag: “Ik ga even de uiewrrrs cleanen!” Ayurvedisch uiers cleanen uiteraard. Maar even later zien we dat Nans en Cora volop de handen uit de mouwen steken en Mouth er wat verloren bij staat. Zij steekt de handen in de zakken van haar overall. De reden? Ze ziet dat anderen hun momentjes pakken met Evertje. En zij doet dat naar eigen zeggen niet. En er is nog een reden: “Er is héééél veel geluid. Moet ik even vewrrrwewrrrken.” Ja, dat de combinatie koeien/machines/een paar vrouwen en één onverstaanbare boer bij elkaar geluid kunnen maken, stond vast niet in het koeienboek. Gelukkig draagt ze even later zelf bij aan de decibellen, als ze bij iedere speen die ze in de melkmachine stopt, zich excuseert bij de koe in kwestie: “Sorry, meisje. Sorry.” Geloof mij, die koe is dolblij dat ze gemolken wordt. Anders ontploft ze op enig moment. Maar dat hoofdstuk had Mouth vast nog niet gelezen…

Hans kan niet wachten tot de dames arriveren. Het liefst zou hij ze allemaal houden om er dolgelukkig mee te worden, maar ja… dat gaat niet. Als eerste rijdt Dinie (de buurvrouw) in een dikke Range Rover het erf op. Met haar zelfgebakken taart stapt ze via de achterdeur binnen. Even later gevolgd door Margriet. “En? Gevonden?”, vraagt Hans. Nou… blijkbaar wel hè? Want je praat toch echt tegen Margriet en niet tegen Fata Morgana. Terwijl er wordt gewacht op Annette, nemen de dames de huisregels even door. Die hangen namelijk in de woonkamer, op zo’n Leen Bakker-bord. Uit de categorie ‘Home’ (voor het geval je niet weet dat je thuis bent), ‘Live, Laugh, Love’ en ‘In dit huis laten we scheten, schelden we elkaar de tandjes, slaan we elkaars hersens in…’, enzovoort, enzovoort. U kent ze vast. En bij mij komen ze er niet in.
Als Annette er is, worden de kamers verdeeld. Hans, de gentleman die hij is, heeft voor elke vrouw een bos bloemen op de kamer gezet (LEES JE MEE, JOUKE???). Alleen slaat de schrik iedereen om het lijf als hij zegt dat ze die bloemen straks weer mee mogen nemen. Straks??? Maar, maar, maar… wordt er niet gelogeerd dan? Het blijkt a slip of the tongue van Hans. Er wordt wel degelijk gelogeerd, maar iedereen in de eigen kamer, net als Hans. Die zegt dat er wel twee sloten op zijn deur zitten. Je weet het maar ooit, met drie van die wilde wijven in huis.
Later op de avond wordt maar weer eens duidelijk wat de vrouwen echt belangrijk vinden in het leven op de boerderij: WIFI. Er is ergens een doos met daarop de code geschreven, maar ja… die doos is compleet volgekalkt. Dus wat is nou die code? Gelukkig brengt dochter Christel uitkomst en zijn de ladies gerust: er is weer verbinding met de normale wereld. Annette ziet hierin een leermomentje voor Hans (geen idee waar ze op doelt) en Margriet concludeert hieruit dat Hans zelfstandiger moet worden. Huh? Omdat je de WIFIcode niet uit je hoofd weet? Vaag…
Aan tafel blijkt dat dit seizoen naast een seizoenshork ook een seizoensbitch kent: Margriet. Vorige week kreeg ik al een beetje jeuk toen ze over Ria heen ging en zei dat ze al 50 jaar samen was geweest met haar man. Nu is Hans het slachtoffer. Want naast dat hij volgens haar zelfstandiger moet worden, laat hij ook nog eens zijn eten bezorgen via tafeltje dekje. En geef die man ongelijk. Want a: koken voor jezelf is niet leuk en b: hij werkt zich de hele dag het apelazerus dus begrijp ik dat hij daarna niet uitgebreid in de keuken wil gaan staan en c: hij kan het betalen. Dus why not? “Maar ík kook wèl elke dag voor mezelf.”, zegt Margriet. Dat ze boven het bedrijf van haar dochter woont en waarschijnlijk niet elke dag alleen aan tafel zit, laat ik maar even buiten beschouwing. Daarna is Annette de lul wanneer er een Brabantse koude schotel op tafel komt. Wanneer Annette vertelt dat ze geen vlees en geen vis eet, bitcht Margriet meteen: “Meisje toch!” Annette slaat terug met: “Maar ik ben heel gelukkig hoor!” Van mij had ze haar antwoord aan mogen vullen met ‘denigrerende muts.’ Enne… even for the record: ik ben geen groot vleesliefhebber en ik eet ook absoluut geen vis (of andere dingen die ooit in het water hebben geleefd voor de wijneuzen die dan zeggen dat garnalen en mosselen geen vis is) en ook ik ben zielsgelukkig. Danwiddedat. 


En dan Splinter. Hebben jullie inmiddels ook door dat Vera van die griezelige boer Hjeert (Geert) van het vorige seizoen gewoon weer meedoet dit jaar? Ze heeft heur haar blond geverfd, meteen de stijltang er doorheen gejast en haar loeistrakke broeken ingeruild voor een ultrakort jurkje en opereert dit jaar onder de naam Wendy. Ik heb je wel door. De insinuaties zijn, net als vorige keer niet van de lucht: tijdens het proosten met smoothies moet je elkaar wel aankijken, want anders heb je zeven jaar geen lol in bed. Ook zegt ze heel goed te kunnen bukken, maar dat ze er niet echt op gekleed is als ze bij het paard staan, waarop één van de andere dames terecht “Ja, jíj trekt een jurkje aan!” terugkaatst. Bij het verdelen van de kamers duikt Wendy met haar vijf meter lange lijf meteen op het bed van de dochter van Splinter. “Dat past niet. Je moet wel in foetushouding gaan liggen!”, zegt Silvia. Wendy laat zich dat geen twee keer zeggen. Ze draait op haar zij, met haar elleboog op het kussen en haar hoofd steunend op haar hand. Inclusief ondeugende blik. Standje diva. “Ik ben nogal flirterig.” Joh… Dat meen je niet. Ook Splinter kan het zelf even niet laten: hij vertelt dat de kamers van de dames niet echt warm zijn. Zijn slaapkamer… oh sorry: ‘de master bedroom’ is een stuk warmer, dus als iemand het koud heeft… Uhuh…
De avond wordt bankhangend doorgebracht. Splinter vertelt veel. Sonja merkt op dat hij een ‘mensenmens’ is. Ik merk hierbij op dat iemand die het woord ‘mensenmens’ gebruikt, meteen af is. Even later wordt langzaam maar zeker duidelijk dat Splinter meer een Splintermens is: hij hoort zichzelf graag praten over eh… voornamelijk zichzelf. En vraagt eigenlijk niets aan Silvia, Sonja en Vera… eh Wendy. Ach, zolang hij maar kan gluren naar Wendy’s onderdanen vindt Splint alles best.

Tot volgende week!

Invliegen

14 mrt

Dus. De dagdates. Of hoe doe ik enorm awkward bijzonder infantiele dingen met vijf mensen die ik totaal niet ken? En welke debiel bij de omroep verzint die dagdates eigenlijk?

Laat mij beginnen met het ergste van het ergste, qua workshop (okee, op linedancing na dan): volksdansen. Met Hans. Hans moest met z’n vrouwkes gezellig Oud-Hollands doen. Zo zien we dat er in een kring gedanst wordt terwijl luidkeels “Ik Hou Van Holland” wordt gezongen. Fijn joh, dat volksdansen. “Ooooh, is dat volksdansen?”, hoor ik naast me op de bank.
“Hak-en-teen-en-de-loop-maar-door, hak-en-teen-en-de-achter-uit!” De ‘juf’ zingt de aanwijzingen op niveautje kleuterklas. Godallemachtig. Ik zou niet weten hoe snel ik weg moest wezen. Monique niet, want Monique is helemaal in haar element. Want bij het volksdansen mag ze de hand van Hans even vasthouden en dat is natuurlijk een teken, vindt Mo. En Annette vindt na ‘de dans met Hans’ dat ze er mag zijn. Ja joh, whatever.
Tijdens de lunch met ‘dat het u mag bekomen’-Hans wordt er dieper ingegaan op wat iedereen nou eigenlijk wil. Ria formuleert haar zinnen met minstens drie keer het woord samen erin. Ze wil alles samen doen, omdat ze samen mist. “Ik ben ook 43 jaar samen. Altijd samen, dag en nacht. Dus…” Daar kan ik overheen, denkt een concurrente aan de andere kant van de Brabantse broodmaaltijd. “Ja, ík was 50 jaar samen! Ik had een Bed en Breakfast en hij gaf workshops. En dan hadden we een belletje om samen koffie te drinken, maar voor de rest deden we wel ons eigen ding. Want dat vind ík namelijk belangrijk.” Dus. Zo, in your face, met je 43 jaar samen…
Na de lunch worden er nog verplicht Oud-Hollandse spelletjes gedaan en dan is het tijd voor het keuzemoment. Yvon vraagt aan Hans of hij eruit is wie er volgende week op de boerderij mag komen logeren. “Die nie!”, zegt Hans een tikkie te enthousiast terwijl ik denk: maar wie dan wel? Maar nee, hij bedoelt dat Dinie mag komen logeren. Ook mogen Margriet en Annette hun nachtponnetjes en tandenborstels inpakken.

Nee, dan Jouke. U weet wel: de boer die geen stinkende vrouw wil. Ironisch genoeg mag uitgerekend hij zich met zijn vrouwen legaal in het zweet werken tijdens een workshop acrobatiek. En eerlijk is eerlijk: dit zie ik Hans nog niet zo snel doen. Menselijke piramides maken, moeilijk doen voor 2 personen in een groot wiel, voeten van een potentiële levenspartner in je nek gelegd krijgen met uitzicht op haar eh… nou ja, iets met een koe in de kont kijken, om het even in agrarische termen te houden. Verder wordt er nog een golfballetje geslagen tijdens het indoor midgetgolfen en ondertussen wordt elke ademhaling van Jouke als een signaal opgevat. Zo zegt Lotte dat er oogcontact is, geniet Marjon van de aanraking, vindt Karlijn zijn zelfverzekerdheid zijn grootste aantrekkingskracht en vindt Manon z’n ogen mooi, maar dan wel in combinatie met zijn lach, terwijl Sabine door Jouke niet geschikt geacht wordt voor het dorpsleven. Dat ze dat maar even weet. Waar Hans braaf achter de tafel zit, haalt Jouke met z’n harem het eten bij een hippe foodtruck. Er wordt voorzichtig geïnformeerd hoe Jouk dat nou vindt, zo alleen op de boerderij. “Bevalt héél goed, ja!” Joukje mien jong, dat willen deze famkes niet horen hè? Die willen horen dat je wegkwijnt van eenzaamheid en dat één van hen jou daarvan kan verlossen. Ter verhoging van de feestvreugde voegt Jouke er nog even aan toe dat het dan wel een weekeindrelatie gaat worden. En nogmaals dat hij dus echt niet van plan is om Friesland te verlaten. Wat een boer… Oh ja, dat was het ‘m nou net natuurlijk.
Tijdens het keuzemoment kiest hij Marjon, Karlijn en Lotte uit om de barre tocht naar het Friese platteland te maken. Enne… Sabine is zichtbaar en hoorbaar not amused dat ze niet mag bewijzen dat ze wel degelijk in een dorp kan aarden. 

Bij Janine gaat het er in eerste instantie rustig aan toe. Eerst is er een barbecue waar al meteen duidelijk wordt dat ze zich geen houding weet te geven met vijf van die kerels om zich heen en dat vertaalt zich af en toe in een ongemakkelijke stilte. In het tweede deel van deze dagdate is daar geen sprake van: in een speedboot mag elke gegadigde even naast Janine plaatsnemen om het één en ander te bespreken. Als er al stiltes waren, dan worden ze nu vooral opgevuld met “Hè, wat???” en “Wat zeg je???”, omdat je elkaar gewoonweg niet kan verstaan op de punt van een speedboot op volle kracht vooruit. Hoe dan ook is dit wel de dagdate die ik zou willen, op zo’n boot. Weer eens iets anders dan kleiduiven kleien, figuurschijten of keramisch kantklossen.
Weer terug aan wal wordt er van sloophout een enorm hart gebouwd dat even later in de fik wordt gestoken. Nou, dat laatste deel hoeft van mij dan weer niet hè. Wat een onzin. Eerst bouwen en dan de fik erin. Nee, ga dan lekker een dag in een achtbaan zitten ofzo. Uiteraard probeert ook hier iedereen even een momentje met Janine te pikken. Ook Michiel. Een beetje een Stille Willie, maar volgens mij voelt Janine zich daar wel bij op haar gemak.
Bij het keuzemoment blijkt dat ook, want Stille Willie Michiel mag naar Limburg komen. Net als de twee mannen die Janine’s ogen al bij de speeddate deden vonken: Christiaan en Sander, waarbij Sander als enige spontaan in de benen schiet en Janine bedankt met drie oprjochte Fryske klapzoenen. Guus Meeuwis en de vogelman worden er vakkundig uitgewerkt.

Splinter pakt opnieuw alles wat hij pakken kan als zijn dames arriveren: iedereen krijgt uitgebreid drie zoenen. Ja mensen, ze zijn gewoon weer terug dus. (En eerlijk is eerlijk: ook Janine’s dates worden met drie zoenen verwelkomd.) Anyway, Splinter mag met de ladies een workshop karikatuurtekenen doen. Best geinig. Eerst allemaal de persoon rechts van je tekenen, waarbij Silvia zich een een tikkie bekeken voelt door haar love-interest, omdat Splint links van haar zit. Daarna is het lijdend voorwerp zelf aan de beurt om getekend en dus bekeken te worden. Splinter zit glunderend voor de groep en de dames kunnen ongegeneerd gluren. Hij vindt zichzelf een pleaser en geen karikatuur. Geen idee waar deze opmerking ineens vandaan komt. Over karikaturen gesproken: het groepje meiden leent zich daar aardig voor, met Wendy die zittend op een kruk net zo lang is als haar buurvrouw terwijl die staat.
Na de tekensessie volgt er een mislukte poging tot schuimparty (denk ik), want we gaan bellen blazen. Van die joekels met twee stokken en twee touwtjes. Best leuk hoor, maar wat voegt het toe? Daarna krijgt het leven meer zin, want chocoladefondue. En als er chocolade in het spel is, is het altijd goed. Bij de fondue zegt Splinter langs Silvia te willen zitten. Wij hier in het Westen zeggen dan gewoon naast, maar goed. Terwijl hij langs Silvia zit, regent het clichés uit zijn mond. “Ik wil samen oud worden.” en “Ik kijk vooruit.” en de moeder aller clichés: “Bij mij is het glas halfvol.” Brrr… Dan gooit Wendy (die van 2,70 meter lang dus) er ook een leuke uitdrukking tegenaan. Ze heeft namelijk twee kids: één van zes en één van negen. “Dus ik vroeg me af hoe jij dat gaat invliegen.” Invliegen. Getverdemme. Dat is er één uit de categorie iets ‘handjes en voetjes’ geven. En nu weet ik ook ineens waar het tegenwoordig zo geliefde ‘dat moet even landen’ vandaan komt. Zeg gewoon: ik heb twee kids. Probleem? Maar goed, Splinter geeft het gewenste antwoord, omdat hij (komt er weer eentje:) denkt in oplossingen. We laten even in het midden of dat qua Wendy’s kids een oplossing in zoutzuur betreft of niet.
Voor het keuzemoment heeft Splint zich afgevraagd wie hij denkt dat zich lekker voelt bij hem op de boerderij. En dat blijken Sonja, Wendy en Silvia te zijn. Uiteraard wordt elke keuze bezegeld met drie zoenen. Waarom verbaast me dat nou niet?

En dan Evertje. Helaas voor Maud gaan we niet ritueel boomkleven of sjamanistisch chakra’s reinigen, maar gewoon boogschieten en bloemschikken. Tijdens dat boogschieten merkt Nans (spreek uit: Nans. Als in sjans) dat ze Evertje leuker vindt dat ze had gedacht. Cora wordt ter plekke week door de groene ogen van Evertje en voelt een draai in haar buik, zoals ze het zelf verwoordt. Sandra vindt dat hij een mooi lijf en dito glimlach heeft. En Maud (of moet ik zeggen Mouth, want ze roert haar bekkie behoorlijk)? Die analyseert even lekker het moment compleet naar de filistijnen: “Hij gaat gewoon rustig staan; stewrrk. Hij staat gewoon góéd op die benen… en dan die awrrrmen… neih, dat gaat allemaal gecontroleewrrrd en steivig. Gewoon eh… ja, een stewrrrke vent.” Dus. Tja, een beetje boer is geen slapjanus, over het algemeen. Valt me mee dat ze nog niet heeft gezegd dat hij in z’n kracht staat, met die grote knotsen van ’m. Maar wat niet is, kan nog komen natuurlijk. Mouth heeft nu gezien hoe het moet, dus schiet ze meteen in de roos. “Kijk! Cupido heeft raak geschauten, jongens!” Het moge duidelijk zijn: Mouth staat zelf in elk geval alvast volledig in haar kracht. Ik kop ‘m zelf maar even in.
Tijdens de lunch (wie is toch die man die elke zondag het brood snijdt?) wordt het dialect van Evertje even onderwerp van gesprek als hij informeert of de dames dat wel kunnen verstaan. Wat volgt zijn positieve geluiden. “Jawel! Ja hoor! Heel goed! So far, so good!” Daarna zegt Evertje iets dat echt niemand verstaat. Cora trekt haar wenkbrauwen op tot aan het plafond en Mouth zegt een tikkie bekakt dat ze hem even moet ontcijferen. “Wacht even, nu moet ik weer eihven kijken wat je zegt… héihl goed awrrr-ti-cu-le-ren, Eihvewrrt!” Maar Mouth heeft er naar eigen zeggen geen problemen mee. Want: “Hij is een boewrrr, komt uit Drenthe, dus ja… dan praat je toch zau?” Tot zover de Gooische vrouw. Geen idee waar ze daadwerkelijk vandaan komt, maar het accent doet het ergste vermoeden. Na de lunch gaan we dus bloemschikken. Allemaal een stukje maken, wat later bij elkaar een hart moet gaan vormen. Het wachten is op het moment dat ook dit in de hens wordt gestoken, maar dat gebeurt niet. Tijdens het schikken voelt Esther spanning als Evertje in haar buurt is, zegt Mouth Evertje geen kale tak te vinden, maar meer een vurige bloem en wil Sandra weten of hij in z’n vrije tijd wel eens iets met vrienden doet. Nee dus. Evertje heeft geen vrienden nodig. Hij heeft koeien. Meer heb je niet nodig in het leven.
Het keuzemoment komt dichterbij. Evertje was vandaag iets meer ontspannen. Of zoals hij zelf zegt: “Bietje ontspann’nder”. De eerste logé die wordt genoemd is Nans, die best een beetje verrast is. “Heel erg leuk, dankjewel.” Nummer twee is Mouth die de hele dag, en dus ook nu, naast Evertje te vinden is. Dat geeft haar de gelegenheid om eindelijk even als dank haar hand op één van zijn knotsen te leggen na het verlossende woord. Als laatste wordt Cora uitgenodigd op de boerderij. Die kan het helemaal niet geloven. “Hè???” Cora schiet van haar stoel om Evertje om de nek te vliegen (met ja, daar zijn ze weer: drie zoenen!!!) en is zichtbaar en hoorbaar ontroerd. En zie ik nou echt bij Evertje een glimmertje in zijn oogjes als hij naar Cora kijkt? We gaan het zien…

Over glimmertjes in ogen gesproken: een eerste voorzichtige voorspelling: Hans gaat voor Dinie, Jouke kiest voor Karlijn, Splinter blijft over met Wendy, Janine met Sander en Evert met Cora. Maar ja… wedden dat op de boerderij de ware hork/bitch/twijfelkont boven zal komen drijven,? Dus het gaat net als elk jaar bij Wie Is De Mol: ik heb het vast weer verkeerd geraden.

Tot volgende week!

Grote knotsen.

7 mrt

Het is zover: Evert, Rob (a.k.a. Splinter), Jouke, Hans en Janine gaan de tien uitverkorenen ontmoeten. In een speeddate van 5 minuten. Wel zelf je kookwekker zetten. Of je zandloper omdraaien. Elke boer had dit keer zijn of haar eigen locatie, dus was er in de lunchpauze geen boerenroddelmomentje. Maar: geroddeld werd er hoor. Elke keer als er iemand van het gesprek met dé boer terug kwam. “Oh… hij/ze is zo leuk/lief/verlegen, heeft prachtige  ogen/handen/persoonlijkheid, is nog leuker dan op tv…”, blablabla. En ja, ook kwam twee keer de zin “Nou, jullie kunnen naar huis hoor!” voorbij. Zoals elk jaar overigens.

Maar goed, laten we de boeren even één voor één doornemen. Laat ik eens beginnen met Janine. Dames gaan voor, nietwaar?
Janine zat ergens op een boerderij gevuld met prullaria. My goodness, wat een zooi allemaal. Toen Janine van de trap afdaalde, kreeg ze applaus. Dat is mij nou nog nooit overkomen hè, dat ik applaus krijg als ik naar beneden kom…
Tien briefschrijvers passeren de revue. Als eerste komt Koen binnen. Koen komt uit Limburg en rebbelt nogal. Na afloop van zijn gesprek is hij één van de schuldigen: “Zo, Jullie kunnen naar huis!” Goh… origineeeeeel… Gaap. De volgende is Kevin en meteen valt er een stilte. “Nou, dat wordt ‘m niet!”, klinkt het hier op de bank. Daarna volgen Youri (een Fries met schapen), Mark (die de wekker opnieuw wil zetten), Stefan -“Ik zoek wel tegengas in een pagtner.”- (ik kan het niet vinden in de Dikke van Dale, ‘pagtner’) en Michiel die met een veer van de Andescondor aan komt zetten. Michiel heeft een passie voor dit soort vogels en werkt er ook mee, vandaar. Gelukkig… Ik was even bang dat hij Janine een veer in haar reet wilde steken. En dat lijkt me pijnlijk; de Andescondor is qua formaat geen huismus, dus zo’n veer is best groot. Verder zien we een lookalike van Guus Meeuwis (Chiel) en komt één van de zangers van The Proclaimers (geen idee welke; tweeling hè) binnen met een enorme hamer. Heel vaag. Hij vindt haar accent wel sexy. Maar jongen toch, da’s toch geen reden om te gaan lopen dreigen met een hamer??? Wie wel origineel was qua cadeau was Christiaan. Hij nam een lijmpistool mee in de hoop iets langer te blijven plakken bij Janine. Kijk. Superleuk! En nee, je maakt mij niet blij met een lijmpistool, maar origineel is het wel. “Die gaat mee, wedden?”, roep ik uit. En dat geldt ook voor Sander. Wederom een Fries die bereid is om alles achter zich te laten. “Durf je het aan met een Fries?”, vraagt hij. “Als we elkaar kunnen verstaan, wel!”, klinkt het met een zachte g. Zowel bij Sander als bij Christiaan zag je iets gebeuren bij Janine. Sander, Christiaan, Guus Meeuwis, Michiel de vogelman en tegengaspagtner-Stefan mogen mee op dagdate.

Hans komt met paard en wagen (met daarop tien enorm grote bossen bloemen voor de dames) aangereden en is meteen ontroerd omdat hij dit op deze leeftijd nog mee mag maken. En ook ontroering omdat het paard door hem gefokt is. Nou ja, niet door hem persoonlijk natuurlijk, maar je begrijpt wat ik bedoel. Hoop ik. Eén van de dames vindt dat mooi, dat hij emotie toont. Maar een andere dame denkt daar heel anders over. “Niet teveel emotie hoor!” Bitch…
Monique hoopt dat hij een leuke man is, Patries begint dodelijk met een “daar zitten we dan”, de Vlaamse Martine moet steeds enorm giechelen, Margriet maakt ‘m: “Hans en Grietje!” en Jeanette heeft haar huiswerk gedaan en weet dat Hans alleen water kan koken. “En laten aanbranden!”, vult hij haar aan. Bij Ria gaan alle remmen los: ze legt het accent op weer met iemand samen zijn en Hans merkt op dat zij met haar overleden man hetzelfde leven heeft geleid als hij met zijn overleden vrouw. Ria ziet het helemaal zitten en zegt dat hij een mooie man is. “Ik gooi het meteen maar op tafel.” Zo dan. Iets met gras dat nergens overheen groeit enzo. Margreet heeft al drie keer moeten huilen om Hans, omdat hij op een bepaalde manier van de bok af stapte ofzo. (Ik zag het niet, maar ik jank niet zo vaak bij het zien van paarden en wagens), Sylvia en Hans hebben samen wel heul veul kinderen en kleinkinderen (niet doen dus; zo niet overzichtelijk), Annette traint hulphonden maar slaapt er niet mee (WTF???) en Dinie, zo ongeveer de buurvrouw van Hans, heeft een taart gebakken en zoals je weet gaat de liefde van de man door de maag. Hans wist wel dat ze weduwe was, maar had nooit bij haar aan durven kloppen.
Voor de keuze van de dagdates had Hans geluisterd naar zijn gevoel, maar ook heel rationeel bekeken hoe het zat met de afstand. Dus dat hield in dat Hans van het eerste groepje van vijf afscheid nam. Maar niet voordat hij de dames op het hart drukte dat hij hoopte dat ze allemaal het geluk mochten vinden, omdat niemand alleen mag blijven. Toen de tweede groep van vijf hoorde dat iedereen door was naar de volgende week, dachten de dames dat hij ze in de maling nam. Ach gos… Maar nog even over die afstand Hans: als het echte liefde is, speelt dat geen rol. Kijk naar mij: ik ben ook voor de liefde verhuisd. Ik heb Vlaardingen achter me gelaten en ben hemelsbreed 9 kilometer verderop gaan wonen. Wat nou, afstand? Okee. Flauw…

De vrouwen van Jouke komen aan per boot. Jouke helpt ze er galant uit. Nog wel… Ik denk namelijk nog steeds dat Jouke dit jaar de seizoenshork gaat worden. Dus misschien helpt hij de dames de boot juist wel in, maar dat gaan we zien. Jouk heeft in elk geval twee Friezinnen uitgenodigd; wel zo handig, want hij is echt niet van plan om Friesland uit te gaan. Margriet spreekt in het Bildts. Voor de niet-kenners: dat is een dialect in de Friese taal. Jouk begrijpt het allemaal wel, dus da’s mooi meegenomen. Jouk heeft meer moeite met het Nederlands, omdat hij dat in z’n hoofd moet vertalen. Ah nee, wel? (Inside joke met m’n zus.) Karlijn komt zelf van het boerenland en houdt van terrasjes. Jouk ziet daardoor meteen leeuwen en beren op de weg en Kar kan ‘m niet peilen. Ze heeft een onderbuikgevoel dat hij haar niet gaat uitnodigen voor de dagdate. Ze moet toch eens naar haar onderbuik laten kijken, want ze mag wel degelijk volgende week mee. Marion komt ook van het boerenland, maar niet van het Friese boerenland, dus probleem. Alleen niet voor haar en ook zij mag mee. Marije is wel Fries, maar mag niet mee. Maaike bekent dat ze wel eens met de auto naar de supermarkt gaat en daar hebben we zowaar een raakvlak: ook Jouk stapt wel eens in de auto om naar de buurtsuper 100 meter verderop te karren. Met de huidige benzineprijzen kost hem dat binnenkort wel 20 euries extra, maar daar lullen we verder niet over. Blijkbaar was dit het enige raakvlak, want ook haar zien we niet meer terug. Dat geldt ook voor Kimberley, met wie hij een soort sollicitatiegesprek heeft. Wie wel mee mag, is Sabine. Zij geeft Jouk een knuffel en dát wordt gezien door de rest van de meiden. Ik verwacht dus sabotage-akties met lekgeprikte banden enzo, want leer mij een stel jaloerse wijven kennen. Dat is het allerergste soort. Lotte is een gevoelsmens, praat vooral met haar handen en mag mee op dagdate, net als Marinke. Waarschijnlijk omdat haar naam met een M begint (want ik zie een patroon: vijf speeddates hebben als eerste letters van hun naam de letters M, A en op één na de R: Maaike, Margriet, Marinke, Marion en Marije. Als dit Wie is de Mol was, zou het verdacht zijn.) Simone mag niet mee. Waarschijnlijk heeft zij haar naam dan weer tegen. Bij voorbaat sorry voor alle leuke Simones, maar ik ken ze niet. Mijn eerste Simone was er één die ik kende in mijn kindertijd. Ze had alles tegen: foute bril, scheel en rossig peenhaar. En ik mag dat zeggen, want ik heb óók peenhaar. Alleen niet rossig. En ik heb óók een bril (gehad. Inmiddels gelaserd). Alleen kost scheel kijken bij mij wel moeite en heet ik geen Simone. En dat nummer van De Kik doet er ook geen goed aan. Oh ja, Simones schreeuwen ook altijd hun naam. Net als in dat liedje. Dus. Daarom. Niet mee. Duidelijk.
Wie tot mijn grote verbazing ook niet mee mag, is Margriet die Bildts sprakt. Ik vermoed dat er toch een kleine taalbarrière meegespeeld heeft…

Rob, a.k.a. Splinter neemt het er lekker van. Fuck Corona; hij zoent iedereen die binnen komt wandelen. Dat zegt hij ook dertig keer ongeveer. Ik voel een Geile Geert-award aankomen. Zeker als Yvon later aan hem vraagt of er iemand bij de schrijfsters zit waar hij wel op zou willen jumpen. Hij zegt van wel, maar hij zegt niet welke dames er vanaf nu gevaar lopen. Maar ik heb Yvon sowieso nog nooit zoiets aan een boer horen vragen, dus dat geeft te denken.
Ik krijg een beetje de kriebels van Splinter. En even voor de goede orde: dat zijn geen fijne kriebels. Om te beginnen zit meneer met een stuk hout met een gat en touwen eroverheen (sommige mensen noemen dat ook wel een gitaar) op z’n schoot het mierzoete ‘Just When I Needed You Most’ te zingen. Het glazuur springt spontaan van m’n tanden. Tja, The Voice is van TV gehaald, dan krijg je deze ellende. Maar ook als hij niet zingt krijg ik verkeerde vibes van deze meneer. Zo zegt hij tegen z’n eerste date dat ze hem eerst goed in zijn ogen moet kijken. “Jij schreef dat ik mooie blauwe ogen heb. Maar dat klopt niet.” Meneer heeft blijkbaar een andere kleur. Geloof me, ik was al weg. Jeanine heeft een bananenbrood gebakken, Gepke herkent zichzelf in Splinter en tegen Wendy (die ongeveer 2,70 meter lang is) kan Splinter niet vaak genoeg benadrukken dat haar brief hem heeft geraakt. “Erg persoonlijk. Heel erg persoonlijk. Persoonlijk, over jezelf.” Ja joh, ik neem aan dat Wendy in haar brief niet erg persoonlijk is geweest over haar achterneef. Yvon vraagt na het gesprek aan Wendy: “En? Is ie leuk? Heb je het gedaan?” Sorry???
Nellie komt terug met blosjes op de wangen, maar zegt dat dat niets met de koffer van Inge te maken heeft. Wat Inge in die koffer heeft? Vibrators. Voor de verkoop. Tijdens meidenavonden. Nou meid, grijp je kans! Potentiële klanten genoeg om je heen met tenminste acht andere dames die in elk geval geen vent aan dit avontuur over gaan houden.
Wendy, Gepke, Sylvia, Sonja en Nellie mogen mee op dagdate en dat houdt in dat Jeanine, Franka, Esther, Iris en Inge de gelukkigen zijn die in elk geval niet het risico lopen dat ze bij Splinter in huis moeten slapen. En dan gewekt worden door een zingende Splinter. Het idee alleen al. Brrr…

Ach, en dan Evert. Evertje. Dodelijk verlegen. Elk jaar zit er wel zo’n boer bij. Evertje laat zijn vrouwen de vragen stellen. De eerste speeddate is Marijke. Ik zie Ria Bremer zitten, maar goed. Annemieke informeert naar de hobby’s van Evertje. “Koeien.” Esther probeert het ook een keer: “Waar word jij, buiten je bedrijf om, blij van?” Maar Evertje kent geen wereld buiten zijn bedrijf en dus is zijn antwoord dat het toch zijn bedrijf is. De koeien hè…
Irene merkt op dat het haar gaaf lijkt om met koeien bezig te zijn. Evertje wordt enthousiast (voor zijn doen): “Ja… Ja.” Tot zover het enthousiasme. Evertje heeft ook een neus voor het uitzoeken van vrouwen met aparte namen. Zo komt er een Nans voorbij. Of wat dacht u van Josti? Ik verzin dit niet…
Net als Hans kiest ook Evertje zijn vrouwen per groepje. Hij durft ze amper aan te kijken als hij zegt dat ze door zijn naar de dagdate. En voor de groep vrouwen die niet mee mogen zou hij het liefst achter Yvon kruipen om daar door de grond te zakken. Manmanman…

Nou, de keuzes zijn gemaakt en volgende week dan zull… NEE GEINTJE!!! Natuurlijk ben ik haar niet vergeten. Er is -voor de oplettende lezer- één dame van Evertje namelijk nog niet besproken: Maud. Maar dat komt omdat zij haar eigen alinea krijgt. Maud, je weet wel: de hangmatbrieveninspreekster die vorige week al te zien was. Maud is een apartje hoor. Een mevrouw met een nogal hoge irritatiefactor. Daar ga ik me heel erg aan storen en dus heeeeel veel over schrijven. Maud heeft een bepaalde tactiek, want voordat ze de ruimte binnenkomt waar Evertje zit begint ze al te praten. En ze hoort zichzelf nogal graag praten. “Hoooooi, wat leuuuuuk om jou te zien. Even kijken of je echt bent. Jaaaaah, je bent het echt!” Ze grijpt z’n handen beet en gaat meteen verder met haar monoloog. “Mag ik je handen vast houden?” Ook dit is tactiek, want zo kan hij z’n wekkertje niet zetten. Evertje durft natuurlijk niets te zeggen en laat het maar gebeuren. De arme jongen weet niet wat hem overkomt. En ik snap dat wel. “Hoi! Leuk om je te zien; móóóóie handen! Echt grote knotsen! Gaat het?” Evertje maakt een kort instemmend geluidje en Maud raast meteen verder. “Goed zo! Met mij ook.” (Gevalletje how can I make this about me, mensen.) De monoloog gaat door. “Ik ben blij dat ik je zie.” Als Evertje zich los heeft kunnen maken uit de ‘Maudgreep’, kan hij eindelijk de kookwekker zetten. Hij zegt dat hij de wekker op zes minuten zet, in plaats van de gebruikelijke vijf. “Beetje ondeugend zijn…”, zegt Evertje met een verlegen glimlach om z’n mond. “Kijk, daar hou ik van! Héééééél goed dat je ondeugend bent!” Maud keuvelt verder over het feit dat ze kan afknappen op stemmen. Mannen met hoge stemmen vindt ze niks; dan is ze weg. Evertje jongen, zet je piepstem op! Maar nee, hij krijgt geen kans, want Maud is alweer bezig: “Jij hebt een hele mooie diepe stem. Ben je niet op mijn stem afgeknapt?” Niet dus. (Zou je hier anders zitten, denk je?) “Maar ik heb natuurlijk een accent zoals ik al schreef, vind je dat niet erg?” En voor mensen die het niet gezien hebben: degene met het accent is Evertje en niet Maud. Evertje krijgt eindelijk de kans om ook een vraag te stellen. “Je kent ook wel koeien?” Man, stel een vraag waar je iets aan hebt. Zoals: “Zeg mokkel, kun je je waffel misschien ook heel even houden?” Ik geef maar een voorbeeld.
Ook Yvon ontkomt niet aan de orerende Maud. Terwijl ze holistisch linksdraaiend theewater in een kopje schenkt, steekt ze van wal. “Ik heb hem net natuurlijk even vijf minuten ontmoet en mijn eerste indruk is dat ik ‘m héééééél fíjn vind. Héééééél kalm en rustig, héééééél lief. De kracht die hij heeft in zijn líjf gewoon! Ik heb ook héééééél goed zijn handen vastgehouden. Dat wilde ik echt. Het kan ook zo zijn van nee Maud, manmanman, wat een tiep zeg. Dat kan. Maar dat zou ik wel jammer vinden.”
Maar Evertje heeft besloten dat ze mee mag op dagdate. En dus gaan we nog veel meer van Maud horen, vrees ik.

Tot volgende week!