Archief | april, 2022

De spreekbeurt.

25 apr

Achgossiegossie, die Hans toch. Noodgedwongen afscheid moeten nemen van een leven samen met Dinie (want hij had haar echt wel gekozen), een nachtje geslapen, de dingen een beetje, of zoals hij zegt “een bietje”, de revue laten passeren en daarna vol goede moed opgestaan. Annette is zoals altijd vrolijk omdat A: haar dochter jarig is en B: omdat de zon schijnt. “Wat een cadeautje, dit mooie weer.” Er volgt een goedemorgenkus,beeldbellen met de jarige dochter, er wordt samengewerkt en er wordt veel gelachen. De sfeer is ontspannen en het moet gezegd: Hans blijft niet hangen in de teleurstelling rondom het vertrek van Dinie.  ‘Bietje’ jammer dat Hans Annette één keer aanspreekt met Dinie en één keer met Annie, maar dat mag de pret niet drukken. Hij ontspant en zij krijgt nu eindelijk ook de kans om met de paarden te helpen.
De sfeer zit er ook goed in als de kinderen van Hans komen eten. “Het is net alsof je voor het eerst bij je schoonouders op visite gaat. Spannend. Maar dat duurde maar een minuut hoor!”, aldus Annette. Voor dochter Karin voelt het vertrouwd en Hans ziet Annette als een moeder tussen haar kinderen zitten. Volgens de kinderen heeft “Hans zijn Grietje gevonden.”
Maar dan komt Yvon langs op het erf. Want Hans kan zijn Grietje wel gevonden hebben, maar wil het grietje Hans wel? Of denkt ze: joh, ik ben hier toevallig overgebleven; ik pak ook m’n spullen. Naaaah… daar is Annette te positief voor. ”Hoe is het?”, vraagt Yvon. “Redelijk”, zegt Hans. Annette kijkt toch een tikkie verschrikt opzij. Redelijk??? “Maar dat hoor je wel aan de punten!”, gaat Hans verder. Aha, we gaan punten geven. “Uiterlijk: een 8. Lachen: een 9. Strokar trekken: een 7. Humor: 6,5. Man versieren: 8. Algemene indruk: 9,5. Uitleg erbij? We hebben gelachen, er is gehuild, er is een goeie sfeer…” Hans krijgt het zichtbaar moeilijk en zegt dan “Ik zou graag willen dat je met me verder gaat.” Annette vliegt hem om z’n hals. Taart! En ja, óók de eerste zoen. En Hans en Grietje leefden nog lang en gelukkig.


In Limburg staat Janine nog steeds in de bevroren heuvels een gesprek te voeren met Christiaan. Alhoewel… gesprek is een groot woord hoor. Janine begint: “Wil je nog iets van me weten?” Op de bank naast me doet de husband een suggestie: “wat zijn je maten?”, maar die boodschap komt niet over. Nee, in plaats daarvan komt het antwoord dat het “Ehhh… lastig” is. Stilte. Janine doet nog een poging door te suggereren dat hij over zijn gevoelens praat. Maar ook dat komt niet aan. Als laatste zegt ze maar dat hij mooie blauwe ogen heeft. “Ja, jij hebt ook mooie ogen…” Manmanman. Janine vreest dat Christiaan niet laat zien wie hij werkelijk is en is benieuwd of hij anders is als ze straks samen over zouden blijven. Ik vrees van niet, joh.
Chris wordt teruggestuurd naar de boerderij en dan is het de beurt aan Sander om Janine op te zoeken in de heuvels. Hij komt aangereden met de radio op standje 500, stapt uit en begint meteen te praten. Kijk, dát is nou een gesprek voeren. Er wordt een beetje gestoeid, geplaagd en vooral gelachen. “Kalverliefde!”, hoor ik naast me. “Nou, in dit geval is dat lammetjesliefde hè?”, kaats ik terug. Sander stelt intussen directe vragen en Janine geeft toe dat ze wel verliefd zou kunnen worden, als ze daarvoor de tijd krijgt. Bij Sander gaan alle remmen los, want hij geeft toe dat hij heel veel voor haar voelt. “Zou je wel verliefd kunnen noemen.” Janine kijkt even stil voor zich uit. “Moeilijk hè?”, zegt Sander terwijl hij haar een knuffel geeft.
Ondanks dat ze zegt dat het met Sander allemaal een stuk makkelijker gaat, twijfelt ze nog steeds wie ze moet kiezen. Want ja… als die Chris nou toch anders blijkt te zijn hè? Haar zus komt langs om alle twijfels aan te horen. Ik kan het niet meer aanzien en schreeuw tegen de tv dat ze voor Sander moet kiezen. “Friezen zijn altijd leuk! Behalve Jouke.”


Over Jouke gesproken: bel de krant!!! Er is bij hem tòch een soort van van hartslag waargenomen, want meneer zegt tegen Yvon verliefd te zijn. Wait, what??? Even terug naar het begin. Bij Jouke is het namelijk bijltjesdag. Er moet vandaag een keuze gemaakt worden of en zo ja met wie hij door wil gaan. Lotte en Karlijn hebben geen idee voor wie hij zal gaan kiezen, want meneer is gewoonweg niet te peilen. Lotte mag even met Joukje mee op de trekker en samen bespreken ze de afgelopen week. Geen diepgaand gesprek in elk geval. Karlijn vraagt het gewoon maar direct als ze samen even in de stal aan het werk zijn. “Ben je eruit?” Ze vertelt hem wel meteen ‘keilief’ te vinden.
Als Yvon even later de dames aan de tand voelt over de gevoelens voor Jouke, zegt Lotte dat ze het wel een kans wil geven. Als Jouke dat ziet zitten natuurlijk. Karlijn vertelt dat er een bepaalde spanning tussen haar en Jouke hangt. “Een blik, een glimlach… ja. Misschien doet hij dat bij Lotte ook wel hoor. Ik voel misschien meer dan hij.”
Als Jouke bij Yvon staat, zegt meneer stiekem verliefd te zijn. Hij krijgt het warm van haar zwoele blik, maar laat nog niet los over wie het gaat. Nou ja, dat weten we al vanaf de speeddates, maar goed. Voor de vorm zitten Yvon, Jouke, Lotte en Karlijn even later in de keuken aan tafel voor het keuzemoment. Hij laat er geen gras over groeien en vertelt Lotte dat ze echt een ontzettend leuke meid is, maar ja… Karlijn is nèt even iets leuker. En dus mag Lotte uithuilen op bed met Yvon naast zich terwijl er beneden in de keuken voorzichtig een kusje wordt uitgewisseld. Lotte is wel heel blij voor Jouke en Karlijn en zegt ook dat het de goede keuze was. Bij het beeld dat ze het erf af rijdt, kan ik niet laten om te zeggen wat er op dat moment in de auto gebeurt: janken!!! Ach meid, dit was de eerste aflevering zonder echt botte opmerkingen van Jouke… jij komt wel een leukere vent tegen.


Bij Evertje wordt het programma van de dag even besproken. Mouth vindt dat zowel Nans als zij nog even een momentje met Evertje moeten hebben. “Zullen we dat spontaan laten gebeuwrrren?”, vraagt Mouth. Waarna de momentjes heel spontaan aan het eind van de dag worden ingepland.
Het momentje van Nans met Evertje bestaat uit een rondleiding over de boerderij, zo lijkt het. Nu al. “Goh, hoop knopjes.” (In de cabine van één of ander landbouwmartelvoertuig). “Daar zou ik wel eens mee willen crossen.” Vervolgens lopen ze door een ruimte met allemaal bakjes aan de wand met gereedschap en blijkt Nans ineens een fetisj voor oude gereedschappen te hebben. Gaandeweg ontstaat er toch een gesprek. En stelt Evertje zowaar vragen. Wat Nans bijvoorbeeld zo mooi en leuk vindt op de boerderij. “Met jou vind ik het leuk op de boerderij.” Inkopper twee punt nul. Maar ook wil Evertje weten waarom ze eigenlijk geschreven heeft en of ze op haar gemak is. Nans strooit met complimenten: “Je hebt mooie ogen. En je bent meer dan dat je laat zien.” Evert heeft het moeilijk, want wie moet hij nou toch kiezen. Nans zegt dat ze het spannend en mooi vindt allemaal. En dat ze ‘dingen’ voelt. Ik voel ook wel eens ‘dingen’ als ik zwaar getafeld heb, maar ik geloof niet dat ze daarop doelt. Nans begint ineens weer te twijfelen: “Maud heeft geen kinderen, een eigen baan… die kan hier zo morgen zitten… Dat zou ze ook heel graag willen volgens mij, maar ja. Dit ben ik.” Evertje glimlacht veel en vaak, maar altijd verlegen. “Nog meer vragen?”, informeert hij. Mouth is ondertussen haar spreekbeurt over Evertje aan het voorbereiden. Ze wil niets overslaan en heeft bedacht dat ze dan maar een brief aan hem schrijft die ze later aan hem zal gaan voorlezen. “Hij is heil gevoelig; hij staat heil erg op ‘voel’, dus dacht ik als ik hem voowrrrleis, dan kan hij ontspannen en hoeft hij niet na te denken auvewrrr wat hij moet antwoowrrrden. Anders wowrrrdt het een intewrrrview en dat is toch mindewrrr gevoelig.” Bovendien kan Mouth het niet aan om het hele verhaal gewoon aan hem te doen. “Als ik dan in de poppetjes van zijn augen kijk, dan beslaat mijn bril en ga ik van de hak op de tak…” Terwijl Nans het gereedschap van Evertje bewondert (NIET doordenken, vunzig volk…), schakelt Mouth nog even een hulplijn in en krijgt een telefonisch consult over wat ze allemaal moet vermelden. “Auuuhhh ja, dat moet ik auk eiven opschwrrrijven, ja. Juist… heil fijn, ja!” Mouth zit buiten, onder een muts en een laag linksdraaiend geschoren wol van drie meter dik, op een rotan stoel haar epistel te pennen. Ik denk dan: als het zo koud is, steek de kachel aan en ga binnen zitten. Doet je inkt het ook beter trouwens. Als haar boek klaar is, zegt ze in de camera: “Ik wil het heil graag. Ik wil zijn maatje, vrouw, liefje zijn. Als hij naawrrr me kijkt, voel ik me vewrrreewrrrd, vewrrrliefd. Ik ben wel echt harwrrrtstikke vewrrrliefd. Ik heb het auk al teigen zijn zus gezegd: joh, ik ben vewrrrliefd.” Ach gos… Ze heeft het echt te pakken. Evertje wordt door Mouth bij Nans vandaan uit de melkput getrokken en op de bank neergezet. Hij is zenuwachtig. En dat snap ik wel, als Mouth zo tegenover je gaat zitten. “Je moet eiven naawrrr me luistewrrren. Niet zau lang naawrrr me kijken hoowrrr! Daawrrr wowrrrd ik verleigen van.” Mouth schraapt heur keel.
“Lieve Eivert, wat hebben we een spannende periode meegemaakt. Eivert, ik vind jou heil ewrrrg luik. Echt, ik heb gevoelens voowrrr jou. Zien, ruiken, voelen en howrrren; dit zijn viewrrr prikkels die voowrrr mij een rol speilen als ik iemand luik begin te vinden.” Irma Sluis is niet nodig, want Mouth beeldt alles al met haar eigen handen uit. Ze gaat verder. “Dus als ik ons twei voowrrr me zie, mijzelf en jou aan mijn zijde, dan denk ik: da’s een luik stel! Die zijn maui!” Ze lult nog wat verder over zijn lieve gezicht met die pretoogjes, zijn ‘stewrrrke awrrrmen’ en zijn ‘steivige handen’ (lees: knotsen), terwijl ik het ruiken nog even op me laat inwerken. Want wat ruik je nou eigenlijk? Tussen de koeien? Okee, laat ook maar.
“Eivert, ik weit wat ik voowrrr jou voel. Ik ben vewrrrliefd gewowrrrden, maawrrr hoe zit het bij jou? Kan ik bij jou nog een twijfel wegneimen? Wat heb jij (denk hier grootse gebaren bij) van mij nog naudig om mowrrrgen een goede kuize te kunnen maken? Want wat wekt jouw interesse in mij?” Evertje weet amper waar hij moet kijken. “Dankjewel.” “Alsjeblieft. Gek hè? Laat maar eiven gaan hoowrrr. Wat ben ik aupenhawrrrtig hè?” Evertje komt niet verder dan te zeggen dat hij het mooi vond. Zoals Evertje op alles zegt dat hij het mooi vindt. En dan begint Mouth dan toch aan haar interview. “Vond je het luik, de afgelaupen dagen?” “Ja, mooi.” “Had jij nog vragen voowrrr mij?” Nu schraapt Evertje ongemakkelijk zijn keel. Mouth vult meteen alles voor hem in. “Je mag auk eiven niks zeggen hoowrrr, vind ik prima. Wil je wat drinken? Waawrrr heb je zin in? Biewrrrtje heb ik koud liggen.” Evertje zegt nogmaals dat het een mooie brief was. “Ik word er stil van.” Nog stiller??? My God. Mouth lult de stilte helemaal dood. “Heb ik gein moeite mei hoowrrr, met stilte. Dat heb ik je al eewrrrdewrrr gezegd. Gewaun, eiven nadenken.”
De husband en ik denken dat Evertje volgende week voor Nans kiest. “Zij is nogal ‘opleggerig’ hè?”, zegt de husband over Mouth. Ik vind ‘nogal’ nogal een ‘undewrrrstatement’…


En dan schakelen we over naar het gesticht op de Betuwe. Het gesticht waar Splinter de scepter zwaait, om precies te zijn. Het eerste beeld dat we zien, belooft niet veel goeds. Als je het geluid aan hebt staan, is het nog erger: er wordt ‘gedanst’ op muziek van De Snollebollekes. “Naaaaar links… DONK DONK DONK DONK DONK DONK naaaaar rechts… DONK DONK DONK DONK DONK DONK, naaaaar links…DONK DONK DONK DONK DONK DONK naaaaar rechts… DONK DONK DONK DONK DONK DONK”, enzovoort, enzovoort. Ik zweer het je: dit krijg ik echt nóóit meer van mijn netvlies. Een hossende Splinter met zijn twee vrouwen in de keuken. Echt, als ik die gast bezig zie… als er iemand een kilootje Ritalin kan gebruiken, is hij het wel. Sonja doet mee omdat het moet, schat ik zo in. En Wendy doet mee omdat het kan. Alles om Splinter zijn hoofd op hol te brengen. Even later zit hij in het midden Katy Perry te playbacken terwijl Sonja en Wendy druk om hem heen dansen. Die jongen geniet hiervan. Sonja gaat helemaal los: we zien haar headbangen op Fireworks. Please, laat dit stoppen. Ik snap wel waarom die man al twee huwelijken achter de rug heeft. Na de muzikale meltdown in de keuken gaat Splinter de natuur in met de dames. Konikspaarden kijken. Hij doet zelf een wedstrijdje hoe vaak hij het woord ‘magisch’ in drie zinnen kan uitspreken. (Heel vaak, geloof me.) Terwijl Sonja foto’s neemt van het magische moment, loopt Splinter even met Wendy door. Hij vertelt haar dat hij gevoelens heeft. Goh, wat een verrassing. Wendy heeft nog niet ‘de wow’, zoals ze het eerder zei. Ze vindt het wel leuk met hem qua lol maken, maar ze heeft geen ‘hoteldebotelvlinders’. Het wordt haar duidelijk een beetje te heet onder de voeten. “Ik kan natuurlijk ook niet zomaar mijn kinderen van school halen…”, dekt ze zich in. Maar we weten inmiddels allemaal dat Splinter niet echt aan luisteren doet, dus brabbelt hij dat hij dat allemaal wel snapt, maar toch. Hij wil er gewoon voor gaan en het moet dan gaan groeien. “Ik bewandel geen gemakkelijke weg hè? Ik ben heel open geweest; jij jaagt mij op hol.” Knuffeltje, kusje, und so weiter, und so weiter. Overigens leunt Wendy als eerste wel heel gretig naar voren voor een kus, vol op de bek, ondanks dat ze geen hoteldebotelvlinders enzo heeft. Jaja… Thuis wil Sonja de houtkachel opstoken, maar dan springt Splinter ervoor. Ik vrees even dat hij eerst de filosofie achter een houtblok wilde gaan uitleggen, maar nee. Son moet even meekomen. “Ik heb al gekozen. Straks bij de wandeling.” Hier kan ik dus zo slecht tegen hè? Straks is in de toekomst, kloothommel!!! Je hebt net, tijdens de wandeling gekozen. NET. Niet STRAKS. Eikel… Zo, dat is eruit. Lucht op, dankjewel. Hij vertelt Sonja dat het gevoel er niet is en dat dat ook niet gaat komen. Ze kan vertrekken en doet dat ook meteen, nog voordat Yvon in haar auto kan stappen om naar de boerderij te komen rijden. Dus geen bedrandjankmomentje voor Son en Yvon. Sonja zegt het allemaal te begrijpen en is waarschijnlijk dolblij dat ze bij die psychopaat weg kan. Splinter kan niet wachten en begint op de bank in de woonkamer meteen aan het amandelonderzoek bij Wendy, terwijl Son haar spullen bij elkaar raapt. In dezelfde kamer. Op hetzelfde moment. Dan heb je geen plaat voor je harses, maar gewoon een complete atoombunker. Eikel… Oh, dat had ik al een keer gezegd hè? Nou ja, dan is het blijkbaar gewoon zo. Als Son van het erf af rijdt, valt me op dat ze haar eigen foto op haar achterruit heeft staan. Nou heb ik ook mijn bedrijfsnaam op mijn achterruit, maar mijn foto? Doe effe normaal zeg. (Krijg je alleen maar ongelukken van ook, van zo’n schoonheid.) Als Son al lang en breed thuis zit, komt Yvon aan op de boerderij. Splinter is helemaal heppiedepeppie; Wendy heeft haar twijfels. “Ik voel me gevleid, verward, angstig, blij. Mixed feelings.” Yvon vraagt om het één en ander te verduidelijken. “Nou ja, ik voel me gevleid door zijn vlinders in zijn buik voor mij. En ik voel me angstig dat hij straks ludduvudu heeft.” Joh… “Ze laat ‘m keihard vallen, na de citytrip, wedden?”, zeg ik. De husband zegt dat ze Splinter wel heel erg gevoerd heeft en dat klopt helemaal. Splint, als je dit een kans wilt geven: neem niet dat stuk hout met dat gat en die zes touwen er overheen mee op citytrip en doe even gewoon een paar dagen normaal. Misschien helpt dat. Nah, waarschijnlijk niet.


Tot volgende week!

Advertentie

Kloothommel.

18 apr

Nou hèhè… Dinie heeft eindelijk het licht gezien. Tijdens het binnenhalen van de paarden pakt ze haar kans en vertelt ze aan Hans dat ze niet lekker in haar vel zit. Dat het allemaal nog veel te vroeg is na het overlijden van haar man, maar dat het vooral niet aan hem ligt. Hans begrijpt het helemaal, maar zegt het verdomd jammer te vinden. Terwijl Hans baalt als een stekker, gaat Dinie haar tas pakken en komt Yvon met haar troosthond het terrein opgereden. Annette zit intussen beneden aan tafel en weet niet waar ze het zoeken moet, want er wordt nu voor haar gekozen, maar zou zij ook de keuze van Hans zijn geweest? Ik denk het niet. Zij denkt ook van niet en snuit haar neus nog maar eens in de vacht van de hond van Yvon. Yvon weet overigens tijdens het ‘bedrandoverleg’ feilloos haar vinger op de zere plek van Dinie te leggen: “jij ziet hier vooral de dingen die je mist.”
Na het afscheid van Dinie vraagt Hans aan Annette of hij haar een kans mag geven. Annette vliegt hem meteen om de hals en ziet het helemaal zitten. Yvon tempert het zooitje een beetje en stelt voor dat ze elkaar even rustig leren kennen en daarna besluiten of ze op citytrip willen. En terwijl Yvon naar Brabants gebruik de achterdeur uit sluipt, zien we Annette en Hans bij elkaar in de kamer zitten alsof ze al vijftig jaar op elkaar uitgekeken zijn. Echt gezellig…



Bij Evertje is het een “wawrrrme dag”, aldus Mouth. Tijd om eens een stukje te gaan wandelen. Met Nans dus. Niet met Evertje, want het werk gaat door. Tot mijn grote verbazing heeft Mouth Nans niet onderweg in een sloot geduwd en komen ze samen terug op het erf. De dames besluiten het heft maar in eigen hand te nemen, want Evertje doet niet veel anders dan achter z’n koeien aan zitten en verlegen lachen. Dus pakken de meiden zelf hun één op één momentje met de boer van hun dromen. Eerst zoekt Nans toenadering en snijdt het onderwerp boerderij maar weer eens aan. En dan vooral dat er meer is dan de boerderij. Daar heeft Evertje natuurlijk geen weet van, omdat… alhoewel… “Ja, aan de bar van een café gaat het makkelijker.” Had hij het nou over een bar in een café? Als in: niet op de boerderij??? Goh, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Nou ja, moraal van het verhaal volgens Evertje: “Dingen die aan je hart gaan, ehh… ehh…” Lastig dus.
En daarom gooien Mouth en Nans het over een andere boeg: ze gaan vragenkaartjes maken, om zo een gesprek op gang te brengen. Evertje informeert of vijf minuten stil zijn ertoe leidt dat dan je beurt voorbij is. Slim, maar zo werkt het niet. Hij weet vervolgens niet hoe snel hij de keuken uit moet rennen om te gaan melken, maar even later ontkomt hij er niet aan. Het vragenvuur begint. Zo komen we te weten dat Evertje wat meer zelfvertrouwen zou willen hebben (joh), dat Mouth met onzekerheden kampt en dat Nans vindt dat ze er mag zijn. Mouth haakt daar meteen op in en zegt met grootste armgebaren tegen Nans: “Ik zie jou als heil extravewrrrt. Ja, jij bent heil aanweizig!” Ik pleur zowat van mijn stoel. Mouth die tegen een ander zegt dat ze heel erg aanwezig is??? Moet niet gekker worden, mensen! Evertje denkt te weten dat het door Nans haar werk komt en Nans ziet daardoor ineens een diepere laag bij Evertje. Wat zweverig allemaal. Evertje heeft zowaar ook één vraag bedacht: hoe reageer je op teleurstellingen? “Wát een goede vwrrraag!”, kirt Mouth. Nans vertelt dat ze van een teleurstelling verdrietig wordt. “Dan bevries ik en daarna kan ik pas wat zeggen. Ik sla dan dicht.” Dan is het de beurt aan Mouth. “Ik heb vandaag een teleuwrrrstelling gehad hè. Ik ga gewaun aupen zijn. Jij gaf een awrrrm om haawrrr hein.” Ze wijst van Evertje naar Nans. “Dat vond ik zau lief en maui, echt schattig. Maawrrr dan voél ik gewaun auhhh, dát doet zeewrrr. Daawrrr was ik teleuwrrrgesteld doowrrr. Niet jaloewrrrs, maawrrr ik voelde me echt een beitje… ik zíe gewaun dat jij auk heíl veíl naawrrr haawrrr kijkt enzau en ik ben dan teleuwrrrgesteld, vewrrrdrietig, dat soowrrrt dingen. Zauiets?” Aldus de niet-aanwezige Mouth. Nans zit het heel aanwezig allemaal stilletjes aan te horen.  “Zo, die is eerlijk. Dat is goed.”, concludeert Evertje. Nans vertelt dat ze op zo’n moment wel even blij is. “Ik vond jou auk opvallend happy, ja!”, zegt Mouth. Evertje, de stille gronden, diepe wateren-man doet een mooie duit in het zakje om dit gesprek af te ronden. “Voel je allebei happy.” Fout. Dit gesprek is nog lang niet klaar. “Is dat jouw vwrrraag?” “Nee, dat zeg ik.” “Auhhh, voel je allebei happy. Dat zég je tegen ons; dat we dat gewaun moeten zijn. Wat líef, echt! Wát een ontzettend líeve man ben jij! Echt hoowrrr! Jij… jij… ja, je bent écht heil lief!”, aldus introverte Mouth die voor elk antwoord drie kwartier de tijd neemt. De rest van de avond danst ze op ‘Happy’ van Pharrell Williams door de woonkamer, terwijl Nans extravert zit te wezen op de bank.
De volgende ochtend is het tijd voor Mouth haar (zoveelste) één op één moment: ze gaat mee helpen melken. Dat ziet ze namelijk als een soort yoga. Terwijl ze in de melkput de maansikkelhouding aanneemt, roept ze: “er is er één tochtig hiewrrr!” Even later krijgt ze het warm van het feit dat Evertje even ‘haar snuit’ schoonveegt. Mouth zegt het allemaal hardop: “Luik. Schattig. Maui! Even vewrrrlegen zijn hoowrrr, sowrrry.” Ze krijgt het er heet van. “Ik ben helemaal van slag.” Evertje ook. Die dacht dat trillend op je benen op je 32e ophield. Vrij naar Henny Vrienten. Ik ben ondertussen nog steeds in verwarring over die opmerking van Mouth dat er één tochtig was: doelde ze nou op een koe of op zichzelf? Ik heb zo mijn vermoedens…



In Friesland is er nog iemand zo moedig om te gaan helpen met melken: Karlijn. Alleen is dat even een beetje in een andere sfeer dan bij Evertje. Ook Jouke zegt niet veel, net als Evertje. Alleen komt dat niet door verlegenheid. Nee, ons Friese zonnetje in huis heeft namelijk last van een ochtendhumeur. (Run, Karlijn! Run!) Volgens mij heb je dan als melkveehouder echt wel het verkeerde beroep uitgekozen, maar goed. “Het liefst had ik gezegd: ga weg!” Gelukkig kan hij zich nog net inhouden en spuit daarom Karlijn per ongeluk expres maar een beetje nat, vast in de hoop dat ze uit zichzelf de melkput zou verlaten. Maar nee hoor, want Karlijn ziet haar boer graag bezig. Dat vindt ze stoer en dat doet wel wat met haar. Lotte zit intussen in de stand-by, zoals ze het zelf zegt. Er komen weinig signalen vanuit Jouke naar haar en dus neemt ze een afwachtende houding aan. Jouke denkt dat Lotte hem en zijn leven leuk vindt. Over Karlijn zegt hij dat hij met haar soms aan één blik genoeg heeft. “Het is een leuke meid. Zorgzaam en behoudend.” Hij zegt dat er wel iets begint te groeien voor iemand. “Ik word van de ene net iets enthousiaster. Ik hoef me minder in te spannen dan bij de ander.” Die avond komen Jouke’s vrienden langs voor de vleeskeuring. Wordt het toch nog gezellig op de boerderij…

Ook in Limburg staat er een vleeskeuring op het programma: de vriendinnen van Janine worden uitgenodigd voor een barbecue en om hun mening over de potentiële nieuwe vriend van Janine te delen. Janine komt er zelf namelijk niet uit. “Als ik vandaag zou moeten kiezen, zou ik ze waarschijnlijk allebei wegsturen.” Ja meid, dat is nou nèt niet het concept van dit programma. Eigenlijk wil ze gewoon horen van haar vriendinnenclub wie ze moet kiezen. De meiden hebben wel zo hun voorkeuren, maar daar kan Janine niks mee. Het valt haar wel op dat Sander een stuk meer op zijn gemak is na het gesprek van vorige week. Christiaan is dat allesbehalve en dus mag hij de volgende ochtend even alleen met Janine en haar hond mee naar de schapen. Hij vindt dat hij meer over zijn gevoelens moet praten en doet dat vervolgens niet. Janine ook niet, dus dat wordt een lekker vlot gesprek in de bevroren Limburgse heuvels. Not! Soort trekken aan een dood paard. Of schaap, in dit geval. Nee, Janine had wel wat hommelkasten kunnen gebruiken, wat dat betreft.



Hommelkasten? Hommelkasten? Ja, hommelkasten. Daar weet Splinter alles van. Maar dat later. Eerst zijn we lekker een potje Twister aan het doen. Je weet wel: lekker awkward met je neus onder iemands reet hangen terwijl je dat niet wilt. Alhoewel dat in het geval van Splinter natuurlijk anders is. Alles is bij ‘het geval’ Splinter anders. Ook als hij de kleuren moet roepen waar de volgende ledemaat op geplaatst moet worden bijvoorbeeld. Doet ie met z’n ‘leuke’ stem: klinkt als een mislukte Scooby Doo en hij is niet te verstaan. Alsof het nog niet lijfelijk genoeg is allemaal, wordt er nog even een massage weggegeven. Eerst door Wendy aan Splinter, daarna andersom. De volgende dag staat Sonja even wat foto’s van Wendy te maken (waarschijnlijk om later op haar dartboard te plakken) en Splinter springt er meteen bij. Aangezien hij toch gaat kiezen voor Wendy heeft Sonja meteen haar dartboard compleet, met die engnek ernaast. Dan wordt het tijd om de hommelkasten op te halen. “De holocaust?”, hoor ik naast me op de bank. En eerlijk is eerlijk, ik verstond dat in eerste instantie ook. Splinter legt ondertussen in veel te veel woorden de gedachte achter de hommelkasten uit. En even later zijn gedachte achter het ophalen van de hommelkasten: “Wie het eerst een hommelkast vindt, krijgt een zoen.” Ik zou meteen stoppen met zoeken. Tijdens het zoeken verandert hij voor het gemak nog even de regels, want nu krijgen de meiden voor elke gevonden hommelkast een zoen. Getver. Griezel. Hij is wel benieuwd hoeveel moeite iemand doet om gezoend te worden. Wendy heeft de pech dat ze er zes gevonden heeft. “Wat wil je? Zes keer een zoen of één hele lange?” Het worden zes te lange horrorzoenen. Hij vindt het heel prettig; Wendy is minder enthousiast. Hij ziet dat niet; hij merkt alleen dat “het vuur is gaan laaien.” Ik zou de brandspuit erop zetten. Helemaal na die leuk bedoelde opmerking dat Wen wel wat kilootjes kwijt mocht raken. Volgens mij heeft Splinter die bril voor de sier op zijn neus staan: aan Wendy zit geen grammetje vet. Splinter spreekt Sonja nog even aan op het feit dat ze bij de massage de avond ervoor even afhaakte. Sonja zegt dat er wel iets is bij haar, maar dat ze nog niet hoteldebotel is. “Ik mis bij jou een beetje het beginvuur. Ik heb uitgezonden, maar je pakt het niet.”, zegt Splinter. Sonja zegt terecht dat dat haar moment niet was. Gelukkig vond Splinter haar hommelkastzoenen wèl goed.
Van sommige mannen snap je precies waarom ze nog vrijgezel zijn. Kloothommel…

Tot volgende week!

Op de Koop toe.

11 apr

De enige boer die nog met drie vrouwen opgescheept zit, is Evertje. En dus wordt het hoog tijd dat er iemand naar huis gestuurd wordt. Yvon doet nog even de nodige interviews met de dames in kwestie. Nans heeft het naar haar zin op de boerderij. Ze zit goed in haar vel en ze vindt Evertje leuk. Ze heeft geen idee of het wederzijds is, want hij gaat altijd gewoon net zo verlegen als altijd door met zijn werk. Mouth vindt Evertje “hartstikke luik”, voelt spanning, is onzeker, dan komen er even traantjes, maar ze wil hem wel in haar ‘zone’ hebben. Cora vindt liefde een ingewikkeld iets. Ze wil te graag huisje, boompje, beestje, boertje en dat uit zich wederom in tranen. En Evertje? Oh, die vindt het allemaal “wel mooi, wel leuk, ja”. Hij zegt geen gevoel te hebben voor degene die weg moet en weet ook zeker dat dat niet meer gaat komen. Jammer Cora, het is dus niet wederzijds. En waar ik dacht dat juist Cora in een enorme huilbui op de rand van haar logeerbed gaat uitbarsten, zegt ze nuchter dat ze een deurtje verder gaat. Letterlijk en figuurlijk. Ze pakt haar spullen, vraagt aan Yvon wat ze van haar pyjama vindt en stapt daarna met Yvon in de auto, op weg naar de vrijgezelle broer van Evertje, Koop. Een soort Broer Zoekt Vrouw dus. Of Vrouw Zoekt Broer. Ze wordt eruit geflikkerd en krijgt een boerenbroer op de ‘Koop’ toe. Van Koop mag ze even blijven; vindt hij wel gezellig en ik moet zeggen dat ik hem al meer heb horen praten in die ene minuut met Cora aan tafel dan Evertje met drie  vrouwen in de hele logeerweek bij elkaar.
Op de boerderij bij Evertje gooit Mouth ondertussen haar haren los en vraagt of hij even al zappend op de bank wil gaan liggen zoals hij dat normaal ook doet, zodat de dames een beetje weten hoe dat in de toekomst er aan toe zal gaan. Verder kabbelt het een beetje door bij Evertje op de boederij. Hij werkt in de stal, Mouth krijgt weer een teken van de ‘natuuwrrr’ doordat ze een aardappel in de vorm van een ‘hawrrrtje’ in haar knotsen krijgt en bij het avondeten wordt Evertje verboden om over het werk te praten. Evertje moest maar eens wat vragen gaan stellen. Hij krijgt er een kleur van. Verder horen we Mouth verrassend weinig dit keer. Dat kan twee dingen betekenen: of ze is een beetje aan het aarden en doet dat via haar eigen stiltemomentjes, of de batterijen in haar zender zijn gewoon leeg en beviel dat de productie van Boer Zoekt Vrouw prima. Ik denk het laatste.
Cora en Koop? Die hebben telefoonnummers uitgewisseld en hebben na wat appcontact besloten dat het niks gaat worden. Het is net First Dates…

Bij Jouke lijkt het alsof er zowaar wat menselijke trekken naar boven komen. Zo verslaapt hij zich na de ochtendmelkronde, komt hij Karlijn, die met een online cursus bezig is een (overigens door Lotte gezet) kopje koffie brengen en neemt hij tijd voor de dames apart. Dat wil zeggen: ze mogen hem allebei even helpen tijdens zijn werk. Heit en mem komen ook even langs. Lees: ze komen de dames even keuren. Want: “als heit tevreden is, ben ik het ook!”, aldus Jouk. En heit is tevreden. Heit is best leuk, want heit is een vriendelijke man. “Je hebt eerder ruzie met mij dan met heit”, zegt Jouke. Ah, gelukkig. De seizoenshork is er nog gewoon. Van mem horen we dat ze samen vier zonen hebben. Nou, da’s mooi nieuws. Dan kan de volgende afvaller in elk geval ook even een ‘Coraatje’ doen, als je begrijpt wat ik bedoel.

Boer Hans staat in de paardenbak met zijn dochter Christel om de hengsten te trainen. Ik heb geen idee wat dat precies inhoudt en Annette ook niet, want zij is, net als ik, geen paardenmeisje. Dinie is dat wel, dus ze legt het één en ander uit en voor de rest staat ze vooral met een gezicht als een oorwurm toe te kijken. En dat terwijl Annette constant vrolijk blijft en overal het positieve van in blijft zien. Zo heeft Hans de vaatwasser uitgeruimd en krijgt van haar dus bonuspunten. Ze vergelijkt Hans met een ui die je laagje voor laagje moet pellen en dan zit daar in het midden een hele mooie man met een mooi karakter. Ook naar Dinie toe blijft ze de moed erin houden. “Heb je dat gezien? De zon!”, zegt ze terwijl ze uit het keukenraam wijst. Net voordat er een wandeling naar een kapelletje wordt gemaakt, krijgen Annette en Hans de slappe lach aan tafel. En ja hoor: het werkt aanstekelijk, want ook Dinie begint mee te gniffelen. Maar toch blijft ze twijfelen en ziet in alles een lijntje naar haar overleden man. Want zoals Hans in de paardenbak staat met zijn dochter, ja… “dan zie ik mijn dochter en mijn man…” en hoppa. Daar is het verdriet weer.
Bij het Mariakapelletje (soort grot van Lourdes) worden er drie kaarsen ontstoken. Hans zegt dat hij altijd een kaarsje brandt als er iemand in verwachting is of als er iemand gaat trouwen. Ik denk niet dat Dinie of Annette in blijde verwachting is, maar misschien hoort hij in de verte al de huwelijksklokken luiden? Wie weet… denk alleen niet dat het met Dinie is, want dat blijft trekken aan een dood paard. Dinie, ga gewoon weg van de boerderij. Hans gaat jou namelijk kiezen en dan ga jij bloedchagrijnig mee op citytrip en dan is het eind zoek. Probeer gewoon eerst het verlies van je man een plaatsje te geven, want dit is niet eerlijk naar Hans, naar Annette en zeker niet naar jezelf toe. Gratis advies he? Bij een psycholoog betaal je je blauw. Ik bedoel maar.

Over aan dode paarden trekken gesproken: bij Janine gaat het allemaal ook een beetje moeizaam. Waar Michiel eerst niet van haar zijde week, lijkt nu Christiaan met haar verlijmd. En daardoor lijkt het of Sander zich weer meer op de achtergrond houdt. En daardoor gaat Janine dan weer twijfelen. Maar wat iedereen gewoon ziet, behalve de twee lijdende voorwerpen zelf, is dat Sander en Janine elkaar gewoon heul erg leuk vinden. Ze durven het alleen niet toe te geven. En dus blijft de nuchtere Fries gewoon op een afstandje grasmaaien en gunt Chris en Janine hun tijd samen en denkt dat zijn tijd nog wel komt. Hij is van mening dat je haar niet de hele dag voor de voeten moet lopen. Janine vult voor Sander in dat hij geen belangstelling heeft en trekt dus meer naar Chris toe. Wanneer Sander even bij haar staat, zegt hij dus maar niet veel. Tja… verwarrend.
Gelukkig trekt Janine de stoute schoenen aan en gaat het Sander toch maar gewoon op de man af vragen. Die vertelt dat hij ‘m vorige week bij het keuzemoment erg kneep en dat hij inderdaad een beetje teruggetrokken was. “Maar daar moet jij je niks van aantrekken, hoor!”, zegt hij met een onmiskenbare Friese tongval. Janine lijkt opgelucht en zegt dat ze zelf vluchtgedrag vertoont. Ze vraagt Sander alsjeblieft niet hetzelfde gedrag te vertonen. De husband hier in de huiskamer schreeuwt: KNUFFELEN!!! En ja hoor: daar is ie: de eerste knuffel van Sander voor Janine. Doet ie goed!!! Ik denk zomaar te weten wie de volgende is die de boerderij van Janine moet verlaten…

Splinter vindt het wel fijn zo met twee vrouwen op de boerderij. Want nu kan hij nog beter zijn aandacht verdelen. Hij pookt het haardvuur wat op, neemt tussen Sonja en Wendy zijn plaats op de bank in, gooit z’n armen achter beide dames op de rugleuning en geniet met z’n ogen dicht van een heerlijk stukje ontspannen teringherrie van Metallica. Echt van die muziek met diepzinnige teksten als “Hold my breath as I wish for death. Oh please, God, wake me…” waarbij je een gezellig gesprek kunt voeren. Romantisch ook.
De volgende ochtend moeten de paarden gevoerd worden. En terwijl Wendy paard Fiction Romantica A.S.A.P. (ofzoiets) eens diep in de ogen kijkt, wauwelt hij iets over hoe de paarden op de dames reageren, want “een paard is een spiegel.” Jaja… Tuurlijk joh. Ik weet niet of hij recent wel eens in de spiegel heeft gekeken, maar ik zie toch liever het hoofd van Fantasia Microsoft G.M.T. dan die kop van Splinter, terwijl hij met z’n ogen dicht staat te oreren. Maar goed. Verder voelt meneer zich meer ontspannen en dat geeft hem de kans om naar zijn gevoelens te gaan. “Beetje prikkelen, beetje teasen, beetje met hooi strooien enzo. Kijken of de prikkel terugkomt, kijken hoe de ander reageert als je iets bij de ene doet…” Ik krijg echt serieus jeuk van deze man. En niet in positieve zin.
Gelukkig is het weer snoeitijd. Herr Von Trapp begint te zingen. Wonderful World. Er wordt aarzelend meegezongen. Dan maar een gesprekje. Hij lult wat met Sonja over het ondernemerschap en zij zegt daarna potentie om verliefd te kunnen worden te voelen. Het gesprek verplaatst zich naar Wendy, die zegt meer te genieten omdat ze de lat wat lager heeft gelegd. Splinter ziet dat ze sterk focust op één specifieke tak en daaruit kan hij opmaken dat zij altijd sterk kan focussen. Ze laat zich niet van de wijs brengen als hij even later vrolijk verder zingt. “Awiemawee, awiemawee…”
En altijd als je denkt: het kan niet erger… jawel hoor! Dat kan best. Want tijdens de theepauze vindt Splinter het weer eens tijd worden voor een huisconcert. Hij pakt z’n eind hout met gat en zes touwtjes er overheen er maar weer eens bij en waant zich John Denver. Om het EO-jongerendaggevoel te versterken moeten de dames meezingen. Hij vindt het vooral zelf een mooi moment. Want hij vindt dat ze alledrie aan het genieten zijn. “Ondertussen vindt er een proces plaats waarin ik naar één iemand trek, maar dat laat ik niet merken.” Wat is deze man toch fantastisch. Vindt hij. Ik vind er ook iets van. Ongevraagd gitareren vind ik een vorm van zinloos geweld. Gitareren? Is dat een werkwoord? Ja, sinds vandaag wel! Manmanman, het is bijna net zo awkward als wanneer er een rozenverkoper aan je tafel komt staan. Met een zigeunerorkest. Terwijl je in een restaurant zit te eten. Met je zus.
“Country róóóóóóóóóads, take me hóóóóóóóóóme…” Geloof me, dat zou hij tegen mij niet eens hoeven zeggen. Ik was al weg. Met gierende banden, over de country roads…

Tot volgende week!

Een Hawrrrtje!!!

4 apr

In de Limburgse heuvels wordt Michiel even omgewisseld met Sander om Janine te helpen bij het scannen van de ooien. Michiel zoekt Janine nogal op en Sander doet dat juist niet. Maar dat stoort Janine niet echt, dat Sander haar niet opzoekt, zegt ze. Zij verdeelt haar aandacht best goed en daarom is Sander nu dus even ‘de uitverkorene’. Beetje jammer dat Michiel ook tijdens de ‘Sander-time’ nog constant Janine opzoekt en zich zelfs in het gesprek, dat ze met Sander voert, mengt. Dan heb je geen plaat, maar een compleet flatgebouw voor je harses, volgens mij. Sander heeft het ook in de gaten en is not amused. Later trekt hij zich daarom steeds verder terug.
Als Christiaan aan de beurt is vraagt Janine wat hij van haar vindt. “Een hardwerkende vrouw.” Dat wil je toch niet horen??? Effe serieus. Tegen Yvon zegt hij precies hetzelfde, vlak voor het keuzemoment. Jongen!!! Je zit in Boer Zoekt Vrouw, niet in Den Haag Vandaag. Gevalletje ‘ik praat moeilijk over mijn gevoelens”. Michiel niet; die heeft alle zenuwen thuisgelaten. Hij bulkt van het zelfvertrouwen en weet bijna zeker dat hij mag blijven. Sander weet bijna zeker dat hij straks op de terugweg is naar Friesland. Janine merkt dat Sander zich inderdaad wat terugtrekt en twijfelt aan hem. Yvon praat op haar in en zegt dat ze natuurlijk ook gewoon eens dingen kan vragen in plaats van zelf dingen voor een ander invullen. Het kan soms zo simpel zijn… Ze denkt er nog even over na en stuurt uiteindelijk Michiel naar huis. Die weet niet wat hem overkomt. Sander ook niet trouwens. Over verkeerde signalen opvangen gesproken…


Bij Hans twijfelt Dinie nog steeds. Hans moet dan ook met z’n kop op het hakblok naar aanleiding van hoe hij vorige keer schreeuwde bij het drijven van de paarden. Hij krijgt een gratis lesje ‘hoe vraag ik iets vriendelijk, ook aan mijn dochter’. Maar ja… als die man nou zo is… Laat ‘m dan toch lekker.
De volgende ochtend zegt Dinie dat ze niet zo lekker heeft geslapen, want piekeren, piekeren, piekeren. Annette gooit het toverwoord rugzakje er maar weer eens tegenaan, maar vertelt wel dat ze positief naar de toekomst blijft kijken en het verleden? Ja, dat is iets om achter je te laten. “Hé, blauwe lucht hè?”, zegt ze om Dinie weer een beetje mee te krijgen. “Het wordt steeds donkerder hoor… ik weet niet of je het ziet?” Nou, dat ging lekker. Not. Dinie zit nog teveel bij haar overleden man en dat blijkt maar weer als er een oud fotoalbum op tafel komt. “Oh, mijn man had ook zo’n pony…”, zegt ze. Ja, dat kwam weer bij haar binnen. Maar Dinie… je begint er toch echt steeds zelf over. Had dan gedacht bij het uitzoeken van een tv programma om aan mee te doen: Boer Zoekt Vrouw? Nee, dan doe ik dinie. (Vatjum?)


In de stal van Evertje constateert Mouth dat er nog iets mist bij het jongvee. “Ze hebben nog helemaal geen uiewrrrs hè?” Er volgt een kleine uitleg dat het er al wel zit, maar dat het zich allemaal nog een beetje moet ontplooien, zeg maar. Net als dat bij vrouwen gebeurt. Cora wil zich toch iets meer in de kijker gaan spelen bij Evertje en gooit er meteen maar even een weetje tegenaan, in de veronderstelling dat er in Ruinerwold nooit beelden van vrouwen via tv, krant of internet te zien zijn geweest: “Wij (vrouwen) hebben er twee hè? Weet je dat wel?” Evertje zou op dit soort momenten het liefst in de mest zakken, maar helaas: daar ligt nog een betonnen vloer overheen. Wat moet je nou, met zo’n opmerking? “Wat zeg je?”, vraagt hij om tijd te winnen. “Dat wij er twee hebben.” Evertje wuift het een beetje weg met de opmerking dat vrouwen ook twee pinken hebben. Aan de hand. Evertje heeft meerdere pinken. Als in éénjarig rund.
Evertje gedraagt zich overigens als een éénjarig rund, want hij geeft de controle totaal uit handen. Mouth kruipt in de ‘tractowrrr’, trekt het deurtje dicht en lult gewoon door, terwijl buiten een totaal ander gesprek tussen Nans en Cora plaatsvindt. En Evertje, maar die zegt niet zoveel. Mouth spingt er weer uit en geeft aan dat ze wel graag eens zo’n ding wil besturen, maar dan wel in haar ‘owvewrrrol’. Ja, spreek die maar even hardop uit. “Luik joh, gaan we samen een stukje rijden!” Zeg muts, voor Evertje is het gewoon z’n werk hè? Die heeft dat vast vaker gedaan. Evertje stelt de vraag hoe de dag verder ingevuld moet worden en laat terloops even vallen wie er een ritje op de trekker wil maken. Mouth springt bijna over de andere dames heen en claimt ‘haar maumentje’ met Evertje. “Ik wil hééééél ééééven met jou alléén zijn. Vind je dat goed? Ja?” Evertje vindt alles goed. In de stal ligt een koe op bevallen en zodoende begint de privé date daar. Evertje legt wat uit en Mouth vult zelf in. Vervolgens stelt ze een vraag waar ze dan meteen ook zelf weer antwoord op geeft. “Ach, het meisje gaat beginnen. Hoe lang nou nog? Ja, wel een paar uuwrrr.” Jammer joh, verkeerde antwoord. “Nou, binnen een uur wil ik wel een kalf zien…’, zegt Evertje. In de tussentijd wordt er voer gepakt met een graafmachine. Evertje zit achter het stuur, Mouth zit nonchalant met één been buiten de cabine en gaat verder met vraag en zelf antwoord geven “En nou pak je één baal? Ja. Ga je die nou meteen wegbrengen ergens heen?” NEE JOH!!! DIE SCHEPPEN WE VOOR DE LEUK EVEN UIT DE BERG INGEKUILD GRAS, NOU GOED??? Evertje denkt het ongetwijfeld, maar zegt niets. Hij komt er toch niet tussen, dus wijst hij maar ergens heen. En dan komt Mouth pas echt los. “Vind jij mij luik? Of heilemaal niet? Kun je daawrrr iets van zeggen?” “Ja, goed…”, mompelt Evertje. Mouth haakt meteen weer in. “Vind je me goed? Okei, fijn om te howrrren. Ik ga eiven draumen, ja? Vind je dat niet eng? Als ik heel dichtbij kom met mijn gedachten?” En zo dramt ze nog een tijdje door over dat ze dan wel op de boederij wil meedraaien, omdat ze hem anders nooit ziet. Evertje laat weten dat dat niet echt hoeft. Mouth beweegt meteen mee door te zeggen dat zij dan gewoon alleen maar in een hoekje poep hoeft te scheppen. Persoonlijk zou ik haar erin duwen. En dan bedoel ik niet in het hoekje, maar wel in de substantie waar ze het tot nu toe elke logeerdag al over heeft. Head first. Evertje verklaart nog maar eens dat hij ook heel veel liefde heeft voor zijn koeien. Helpt niet. Mouth raast door. “Maar jij bent heil ewrrrg met de boewrrrdewrrrij. Dát is Eivewrrrt en Eivewrrrt is de boewrrrdewrrrij, dat is duidelijk en dat is heilemaal prima. Hartstikke móói!” Evertje wil duidelijk vluchten, maar Mouth blijft als een strontvlieg om hem heen hangen. Op weg naar de trekker haalt Mouth even adem en dat geeft Evertje de gelegenheid om ook eens iets te vertellen. Dat hij niet zo’n prater is bijvoorbeeld. Mouth zegt dat dat natuurlijk ook helemaal niet erg is en dat ze -komt ie- zelf ook niet zo’n prater is. We zijn nu ruim 24 uur verder en ik lig nog steeds op de grond van het lachen. Evertje zegt dat stilte ook best mooi is. “Zullen we gewaun eiven stil zijn? Je hoeft echt niet te praten hoowrrr. Ooooh, dít is een luike! Kleppie aupen!” Die laatste twee zinnen sloegen -als het goed is- op de trekker.
Even later brengen Evertje en Mouth samen een kind ter wereld. Neeeeeeejoh, niet zo’n kind. Nee, Mouth mocht helpen het kalfje uit de moeder te trekken. “Met een luike schat om me hein. Ja sowrrry hoowrrr, ga ik toch even heil romantisch wowrrrden…” Ja joh. Zet er volgende keer kaarsjes bij in de stal. Wierookje erbij en hoppa: boeddhistisch bevallen met Mouth. Het driehoekje op het voorhoofd van het kalfje is volgens Mouth een hartje (“Een hawrrrtje!!!”) en een teken van de natuur. Ja joh, wat jij wilt. Ze is helemaal ontroerd door de geboorte en dat snap ik wel; ik heb ooit tijdens een werkweek op Terschelling een kalfje geboren zien worden. Ik heb er alleen niet naast staan janken. Ik heb er nog wel een leuk verhaal over: “Zitten jullie in de Wierschuur?”, vroeg de boer. “Klopt! Vanavond bonte avond, want morgen gaan we weer naar huis.” “Vanavond bonte avond? Willen jullie de navelstreng dan mee, voor op de barbecue?” True story. Die laatste opmerking was boerenhumor, denk ik.


In tegenstelling tot Evertje deelt seizoenshork Jouke de dag wel zelf in en verdeelt het werk. Niet lullen, maar poetsen. Het had een Rotterdammert kunnen zijn. “We gaan voeren, maar we zijn met z’n vieren, dus dat is niet echt handig.” En dat klonk niet zo subtiel dan u leest. Lotte en Karlijn moeten in de stal aan de slag, Marion mag mee voer halen. En daar volgt zowaar een gesprekje. Dat zij wel denkt dat er een mouw aan te passen is met het missen van haar familie in Limburg bijvoorbeeld. En ze wil ook nog even weten of Jouk behalve koeienmest ook nog wel eens iets anders snuift.
Vrij snel volgt het keuzemoment. Alle meiden worden even door Yvon ondervraagd en allemaal zeggen ze dat ze het jammer zouden vinden als ze naar huis zouden worden gestuurd. Uiteindelijk krijgt Marion een enkeltje Limburg. Want die schijnt te pittig te zijn. Ik snap het niet en Marion zelf eigenlijk ook niet; zij zegt juist heel erg verlegen te zijn en betwijfelt of Jouke wel een juist beeld van haar heeft. Ze wordt uitgezwaaid door Yvon, Jouke en de overgebleven dames. De auto is het beeld nog niet uit of Jouke zegt: “Dat was ‘t. Ik ga melken.” Wat een botte boer is het toch. Echt, onder ons huis zitten zelfs nog heipalen met meer gevoel.
De achtergebleven meiden zijn meteen aan het bekijken of ze zelf niet te pittig zijn. Voordat je het weet wordt je het Friese erf afgetrapt. Jouke vertelt na het melken dat hij eigenlijk het vertrek van Marjon alweer is vergeten. Manmanmanmanman… Lieve mensen, geloof me: er zijn ook gewoon aardige Friezen hoor. Echt, ik kan het weten.


Na de marteling van het huisconcert en de instophorror voor het slapen gaan moeten de dames bij Splinter de volgende dag de handjes laten wapperen, want er moet gesnoeid worden. Hij zegt dat hij het allemaal eerst even heel goed gaat uitleggen, omdat er een hele filosofie achter het snoeien zit en hij die ook wil overbrengen. “En dat doe ik ook graag. Ik ben wel een beetje een onderwijzer.” Nee Rob, jij bent een hoogst irritant zelfingenomen griezelige mansplainer die geen fruit, maar narcissen had moeten kweken. “ Dan doen we eerst een stukje en dan kom ik langs, want dan hebben jullie natuurlijk allemaal vragen…” Daarna begeeft hij zich tussen het personee… de dames. Wat volgt is een sollicitatiegesprek met dezelfde vragen voor iedereen. Dan kun je de antwoorden namelijk vergelijken. Joh. Ja, zo krijg je best een goed beeld van iedereen. Silvia vraagt of hij nu ook al weet hoe zij is. Nee dus. “Nou, dan moet je dat vragen!”, zegt ze. Zoals bekend praat Splinter graag over zichzelf, zingt Splinter graag over zichzelf, dus stelt hij nu ook vragen over zichzelf. “Wat zijn nou de voordelen en de nadelen van met mij hier samen te zijn?” Echt man, hou op. HOU OP!!! Wendy zegt het goed: “Je gooit er bij jou voor tien cent in en er komt voor acht vijftig uit.” Ondertussen wordt er vrolijk verder gesnoeid, op aanwijzing van Narcissus himself. “Die tak is boven de knie, dus die blijft hangen. Onder kniehoogte mag gesnoeid worden.” Wel uitkijken wat je zegt, Splinter. Voordat je het weet heeft Wendy de hele boomgaard verwijderd. Bij haar is namelijk alles onder kniehoogte ongeveer.
Net voor het keuzemoment neemt Yvon de dames even apart. Sonja en Wendy geven aan het allemaal nog niet zo zeker te weten qua gevoel, maar Silvia… ja, die heeft wel serieuze kriebels hoor: ze vindt het een leuke man. En ze zegt ook dat Splinter observeert en haar wel ziet. Nou, dus niet. Silvia mag naar huis. Hup, koffer inpakken, gesprekje met Yvon, traantjes naast Yvon op de bedrand en ondertussen in de woonkamer een groepshug van Splinter en z’n uitgedunde harem. Als Silvia wil vertrekken, zit Splinter aan tafel alweer helemaal in zijn rol: hij oreert over zijn leven. Hij maakt eerst zijn verhaal af en Silvia staat er beteuterd bij. Ze wil weg. Hoe eerder, hoe beter. “Ik kom even gedag zeggen.” “Oooh…”, zegt Splinter. Hij klinkt bijna verbaasd. Hij legt wel heel hoffelijk haar koffer in de auto, dat dan weer wel. Nou ja meid, één voordeel: hij komt je niet meer instoppen vanavond. Is ook wat waard.


Tot volgende week!