Achgossiegossie, die Hans toch. Noodgedwongen afscheid moeten nemen van een leven samen met Dinie (want hij had haar echt wel gekozen), een nachtje geslapen, de dingen een beetje, of zoals hij zegt “een bietje”, de revue laten passeren en daarna vol goede moed opgestaan. Annette is zoals altijd vrolijk omdat A: haar dochter jarig is en B: omdat de zon schijnt. “Wat een cadeautje, dit mooie weer.” Er volgt een goedemorgenkus,beeldbellen met de jarige dochter, er wordt samengewerkt en er wordt veel gelachen. De sfeer is ontspannen en het moet gezegd: Hans blijft niet hangen in de teleurstelling rondom het vertrek van Dinie. ‘Bietje’ jammer dat Hans Annette één keer aanspreekt met Dinie en één keer met Annie, maar dat mag de pret niet drukken. Hij ontspant en zij krijgt nu eindelijk ook de kans om met de paarden te helpen.
De sfeer zit er ook goed in als de kinderen van Hans komen eten. “Het is net alsof je voor het eerst bij je schoonouders op visite gaat. Spannend. Maar dat duurde maar een minuut hoor!”, aldus Annette. Voor dochter Karin voelt het vertrouwd en Hans ziet Annette als een moeder tussen haar kinderen zitten. Volgens de kinderen heeft “Hans zijn Grietje gevonden.”
Maar dan komt Yvon langs op het erf. Want Hans kan zijn Grietje wel gevonden hebben, maar wil het grietje Hans wel? Of denkt ze: joh, ik ben hier toevallig overgebleven; ik pak ook m’n spullen. Naaaah… daar is Annette te positief voor. ”Hoe is het?”, vraagt Yvon. “Redelijk”, zegt Hans. Annette kijkt toch een tikkie verschrikt opzij. Redelijk??? “Maar dat hoor je wel aan de punten!”, gaat Hans verder. Aha, we gaan punten geven. “Uiterlijk: een 8. Lachen: een 9. Strokar trekken: een 7. Humor: 6,5. Man versieren: 8. Algemene indruk: 9,5. Uitleg erbij? We hebben gelachen, er is gehuild, er is een goeie sfeer…” Hans krijgt het zichtbaar moeilijk en zegt dan “Ik zou graag willen dat je met me verder gaat.” Annette vliegt hem om z’n hals. Taart! En ja, óók de eerste zoen. En Hans en Grietje leefden nog lang en gelukkig.
In Limburg staat Janine nog steeds in de bevroren heuvels een gesprek te voeren met Christiaan. Alhoewel… gesprek is een groot woord hoor. Janine begint: “Wil je nog iets van me weten?” Op de bank naast me doet de husband een suggestie: “wat zijn je maten?”, maar die boodschap komt niet over. Nee, in plaats daarvan komt het antwoord dat het “Ehhh… lastig” is. Stilte. Janine doet nog een poging door te suggereren dat hij over zijn gevoelens praat. Maar ook dat komt niet aan. Als laatste zegt ze maar dat hij mooie blauwe ogen heeft. “Ja, jij hebt ook mooie ogen…” Manmanman. Janine vreest dat Christiaan niet laat zien wie hij werkelijk is en is benieuwd of hij anders is als ze straks samen over zouden blijven. Ik vrees van niet, joh.
Chris wordt teruggestuurd naar de boerderij en dan is het de beurt aan Sander om Janine op te zoeken in de heuvels. Hij komt aangereden met de radio op standje 500, stapt uit en begint meteen te praten. Kijk, dát is nou een gesprek voeren. Er wordt een beetje gestoeid, geplaagd en vooral gelachen. “Kalverliefde!”, hoor ik naast me. “Nou, in dit geval is dat lammetjesliefde hè?”, kaats ik terug. Sander stelt intussen directe vragen en Janine geeft toe dat ze wel verliefd zou kunnen worden, als ze daarvoor de tijd krijgt. Bij Sander gaan alle remmen los, want hij geeft toe dat hij heel veel voor haar voelt. “Zou je wel verliefd kunnen noemen.” Janine kijkt even stil voor zich uit. “Moeilijk hè?”, zegt Sander terwijl hij haar een knuffel geeft.
Ondanks dat ze zegt dat het met Sander allemaal een stuk makkelijker gaat, twijfelt ze nog steeds wie ze moet kiezen. Want ja… als die Chris nou toch anders blijkt te zijn hè? Haar zus komt langs om alle twijfels aan te horen. Ik kan het niet meer aanzien en schreeuw tegen de tv dat ze voor Sander moet kiezen. “Friezen zijn altijd leuk! Behalve Jouke.”
Over Jouke gesproken: bel de krant!!! Er is bij hem tòch een soort van van hartslag waargenomen, want meneer zegt tegen Yvon verliefd te zijn. Wait, what??? Even terug naar het begin. Bij Jouke is het namelijk bijltjesdag. Er moet vandaag een keuze gemaakt worden of en zo ja met wie hij door wil gaan. Lotte en Karlijn hebben geen idee voor wie hij zal gaan kiezen, want meneer is gewoonweg niet te peilen. Lotte mag even met Joukje mee op de trekker en samen bespreken ze de afgelopen week. Geen diepgaand gesprek in elk geval. Karlijn vraagt het gewoon maar direct als ze samen even in de stal aan het werk zijn. “Ben je eruit?” Ze vertelt hem wel meteen ‘keilief’ te vinden.
Als Yvon even later de dames aan de tand voelt over de gevoelens voor Jouke, zegt Lotte dat ze het wel een kans wil geven. Als Jouke dat ziet zitten natuurlijk. Karlijn vertelt dat er een bepaalde spanning tussen haar en Jouke hangt. “Een blik, een glimlach… ja. Misschien doet hij dat bij Lotte ook wel hoor. Ik voel misschien meer dan hij.”
Als Jouke bij Yvon staat, zegt meneer stiekem verliefd te zijn. Hij krijgt het warm van haar zwoele blik, maar laat nog niet los over wie het gaat. Nou ja, dat weten we al vanaf de speeddates, maar goed. Voor de vorm zitten Yvon, Jouke, Lotte en Karlijn even later in de keuken aan tafel voor het keuzemoment. Hij laat er geen gras over groeien en vertelt Lotte dat ze echt een ontzettend leuke meid is, maar ja… Karlijn is nèt even iets leuker. En dus mag Lotte uithuilen op bed met Yvon naast zich terwijl er beneden in de keuken voorzichtig een kusje wordt uitgewisseld. Lotte is wel heel blij voor Jouke en Karlijn en zegt ook dat het de goede keuze was. Bij het beeld dat ze het erf af rijdt, kan ik niet laten om te zeggen wat er op dat moment in de auto gebeurt: janken!!! Ach meid, dit was de eerste aflevering zonder echt botte opmerkingen van Jouke… jij komt wel een leukere vent tegen.
Bij Evertje wordt het programma van de dag even besproken. Mouth vindt dat zowel Nans als zij nog even een momentje met Evertje moeten hebben. “Zullen we dat spontaan laten gebeuwrrren?”, vraagt Mouth. Waarna de momentjes heel spontaan aan het eind van de dag worden ingepland.
Het momentje van Nans met Evertje bestaat uit een rondleiding over de boerderij, zo lijkt het. Nu al. “Goh, hoop knopjes.” (In de cabine van één of ander landbouwmartelvoertuig). “Daar zou ik wel eens mee willen crossen.” Vervolgens lopen ze door een ruimte met allemaal bakjes aan de wand met gereedschap en blijkt Nans ineens een fetisj voor oude gereedschappen te hebben. Gaandeweg ontstaat er toch een gesprek. En stelt Evertje zowaar vragen. Wat Nans bijvoorbeeld zo mooi en leuk vindt op de boerderij. “Met jou vind ik het leuk op de boerderij.” Inkopper twee punt nul. Maar ook wil Evertje weten waarom ze eigenlijk geschreven heeft en of ze op haar gemak is. Nans strooit met complimenten: “Je hebt mooie ogen. En je bent meer dan dat je laat zien.” Evert heeft het moeilijk, want wie moet hij nou toch kiezen. Nans zegt dat ze het spannend en mooi vindt allemaal. En dat ze ‘dingen’ voelt. Ik voel ook wel eens ‘dingen’ als ik zwaar getafeld heb, maar ik geloof niet dat ze daarop doelt. Nans begint ineens weer te twijfelen: “Maud heeft geen kinderen, een eigen baan… die kan hier zo morgen zitten… Dat zou ze ook heel graag willen volgens mij, maar ja. Dit ben ik.” Evertje glimlacht veel en vaak, maar altijd verlegen. “Nog meer vragen?”, informeert hij. Mouth is ondertussen haar spreekbeurt over Evertje aan het voorbereiden. Ze wil niets overslaan en heeft bedacht dat ze dan maar een brief aan hem schrijft die ze later aan hem zal gaan voorlezen. “Hij is heil gevoelig; hij staat heil erg op ‘voel’, dus dacht ik als ik hem voowrrrleis, dan kan hij ontspannen en hoeft hij niet na te denken auvewrrr wat hij moet antwoowrrrden. Anders wowrrrdt het een intewrrrview en dat is toch mindewrrr gevoelig.” Bovendien kan Mouth het niet aan om het hele verhaal gewoon aan hem te doen. “Als ik dan in de poppetjes van zijn augen kijk, dan beslaat mijn bril en ga ik van de hak op de tak…” Terwijl Nans het gereedschap van Evertje bewondert (NIET doordenken, vunzig volk…), schakelt Mouth nog even een hulplijn in en krijgt een telefonisch consult over wat ze allemaal moet vermelden. “Auuuhhh ja, dat moet ik auk eiven opschwrrrijven, ja. Juist… heil fijn, ja!” Mouth zit buiten, onder een muts en een laag linksdraaiend geschoren wol van drie meter dik, op een rotan stoel haar epistel te pennen. Ik denk dan: als het zo koud is, steek de kachel aan en ga binnen zitten. Doet je inkt het ook beter trouwens. Als haar boek klaar is, zegt ze in de camera: “Ik wil het heil graag. Ik wil zijn maatje, vrouw, liefje zijn. Als hij naawrrr me kijkt, voel ik me vewrrreewrrrd, vewrrrliefd. Ik ben wel echt harwrrrtstikke vewrrrliefd. Ik heb het auk al teigen zijn zus gezegd: joh, ik ben vewrrrliefd.” Ach gos… Ze heeft het echt te pakken. Evertje wordt door Mouth bij Nans vandaan uit de melkput getrokken en op de bank neergezet. Hij is zenuwachtig. En dat snap ik wel, als Mouth zo tegenover je gaat zitten. “Je moet eiven naawrrr me luistewrrren. Niet zau lang naawrrr me kijken hoowrrr! Daawrrr wowrrrd ik verleigen van.” Mouth schraapt heur keel.
“Lieve Eivert, wat hebben we een spannende periode meegemaakt. Eivert, ik vind jou heil ewrrrg luik. Echt, ik heb gevoelens voowrrr jou. Zien, ruiken, voelen en howrrren; dit zijn viewrrr prikkels die voowrrr mij een rol speilen als ik iemand luik begin te vinden.” Irma Sluis is niet nodig, want Mouth beeldt alles al met haar eigen handen uit. Ze gaat verder. “Dus als ik ons twei voowrrr me zie, mijzelf en jou aan mijn zijde, dan denk ik: da’s een luik stel! Die zijn maui!” Ze lult nog wat verder over zijn lieve gezicht met die pretoogjes, zijn ‘stewrrrke awrrrmen’ en zijn ‘steivige handen’ (lees: knotsen), terwijl ik het ruiken nog even op me laat inwerken. Want wat ruik je nou eigenlijk? Tussen de koeien? Okee, laat ook maar.
“Eivert, ik weit wat ik voowrrr jou voel. Ik ben vewrrrliefd gewowrrrden, maawrrr hoe zit het bij jou? Kan ik bij jou nog een twijfel wegneimen? Wat heb jij (denk hier grootse gebaren bij) van mij nog naudig om mowrrrgen een goede kuize te kunnen maken? Want wat wekt jouw interesse in mij?” Evertje weet amper waar hij moet kijken. “Dankjewel.” “Alsjeblieft. Gek hè? Laat maar eiven gaan hoowrrr. Wat ben ik aupenhawrrrtig hè?” Evertje komt niet verder dan te zeggen dat hij het mooi vond. Zoals Evertje op alles zegt dat hij het mooi vindt. En dan begint Mouth dan toch aan haar interview. “Vond je het luik, de afgelaupen dagen?” “Ja, mooi.” “Had jij nog vragen voowrrr mij?” Nu schraapt Evertje ongemakkelijk zijn keel. Mouth vult meteen alles voor hem in. “Je mag auk eiven niks zeggen hoowrrr, vind ik prima. Wil je wat drinken? Waawrrr heb je zin in? Biewrrrtje heb ik koud liggen.” Evertje zegt nogmaals dat het een mooie brief was. “Ik word er stil van.” Nog stiller??? My God. Mouth lult de stilte helemaal dood. “Heb ik gein moeite mei hoowrrr, met stilte. Dat heb ik je al eewrrrdewrrr gezegd. Gewaun, eiven nadenken.”
De husband en ik denken dat Evertje volgende week voor Nans kiest. “Zij is nogal ‘opleggerig’ hè?”, zegt de husband over Mouth. Ik vind ‘nogal’ nogal een ‘undewrrrstatement’…
En dan schakelen we over naar het gesticht op de Betuwe. Het gesticht waar Splinter de scepter zwaait, om precies te zijn. Het eerste beeld dat we zien, belooft niet veel goeds. Als je het geluid aan hebt staan, is het nog erger: er wordt ‘gedanst’ op muziek van De Snollebollekes. “Naaaaar links… DONK DONK DONK DONK DONK DONK naaaaar rechts… DONK DONK DONK DONK DONK DONK, naaaaar links…DONK DONK DONK DONK DONK DONK naaaaar rechts… DONK DONK DONK DONK DONK DONK”, enzovoort, enzovoort. Ik zweer het je: dit krijg ik echt nóóit meer van mijn netvlies. Een hossende Splinter met zijn twee vrouwen in de keuken. Echt, als ik die gast bezig zie… als er iemand een kilootje Ritalin kan gebruiken, is hij het wel. Sonja doet mee omdat het moet, schat ik zo in. En Wendy doet mee omdat het kan. Alles om Splinter zijn hoofd op hol te brengen. Even later zit hij in het midden Katy Perry te playbacken terwijl Sonja en Wendy druk om hem heen dansen. Die jongen geniet hiervan. Sonja gaat helemaal los: we zien haar headbangen op Fireworks. Please, laat dit stoppen. Ik snap wel waarom die man al twee huwelijken achter de rug heeft. Na de muzikale meltdown in de keuken gaat Splinter de natuur in met de dames. Konikspaarden kijken. Hij doet zelf een wedstrijdje hoe vaak hij het woord ‘magisch’ in drie zinnen kan uitspreken. (Heel vaak, geloof me.) Terwijl Sonja foto’s neemt van het magische moment, loopt Splinter even met Wendy door. Hij vertelt haar dat hij gevoelens heeft. Goh, wat een verrassing. Wendy heeft nog niet ‘de wow’, zoals ze het eerder zei. Ze vindt het wel leuk met hem qua lol maken, maar ze heeft geen ‘hoteldebotelvlinders’. Het wordt haar duidelijk een beetje te heet onder de voeten. “Ik kan natuurlijk ook niet zomaar mijn kinderen van school halen…”, dekt ze zich in. Maar we weten inmiddels allemaal dat Splinter niet echt aan luisteren doet, dus brabbelt hij dat hij dat allemaal wel snapt, maar toch. Hij wil er gewoon voor gaan en het moet dan gaan groeien. “Ik bewandel geen gemakkelijke weg hè? Ik ben heel open geweest; jij jaagt mij op hol.” Knuffeltje, kusje, und so weiter, und so weiter. Overigens leunt Wendy als eerste wel heel gretig naar voren voor een kus, vol op de bek, ondanks dat ze geen hoteldebotelvlinders enzo heeft. Jaja… Thuis wil Sonja de houtkachel opstoken, maar dan springt Splinter ervoor. Ik vrees even dat hij eerst de filosofie achter een houtblok wilde gaan uitleggen, maar nee. Son moet even meekomen. “Ik heb al gekozen. Straks bij de wandeling.” Hier kan ik dus zo slecht tegen hè? Straks is in de toekomst, kloothommel!!! Je hebt net, tijdens de wandeling gekozen. NET. Niet STRAKS. Eikel… Zo, dat is eruit. Lucht op, dankjewel. Hij vertelt Sonja dat het gevoel er niet is en dat dat ook niet gaat komen. Ze kan vertrekken en doet dat ook meteen, nog voordat Yvon in haar auto kan stappen om naar de boerderij te komen rijden. Dus geen bedrandjankmomentje voor Son en Yvon. Sonja zegt het allemaal te begrijpen en is waarschijnlijk dolblij dat ze bij die psychopaat weg kan. Splinter kan niet wachten en begint op de bank in de woonkamer meteen aan het amandelonderzoek bij Wendy, terwijl Son haar spullen bij elkaar raapt. In dezelfde kamer. Op hetzelfde moment. Dan heb je geen plaat voor je harses, maar gewoon een complete atoombunker. Eikel… Oh, dat had ik al een keer gezegd hè? Nou ja, dan is het blijkbaar gewoon zo. Als Son van het erf af rijdt, valt me op dat ze haar eigen foto op haar achterruit heeft staan. Nou heb ik ook mijn bedrijfsnaam op mijn achterruit, maar mijn foto? Doe effe normaal zeg. (Krijg je alleen maar ongelukken van ook, van zo’n schoonheid.) Als Son al lang en breed thuis zit, komt Yvon aan op de boerderij. Splinter is helemaal heppiedepeppie; Wendy heeft haar twijfels. “Ik voel me gevleid, verward, angstig, blij. Mixed feelings.” Yvon vraagt om het één en ander te verduidelijken. “Nou ja, ik voel me gevleid door zijn vlinders in zijn buik voor mij. En ik voel me angstig dat hij straks ludduvudu heeft.” Joh… “Ze laat ‘m keihard vallen, na de citytrip, wedden?”, zeg ik. De husband zegt dat ze Splinter wel heel erg gevoerd heeft en dat klopt helemaal. Splint, als je dit een kans wilt geven: neem niet dat stuk hout met dat gat en die zes touwen er overheen mee op citytrip en doe even gewoon een paar dagen normaal. Misschien helpt dat. Nah, waarschijnlijk niet.
Tot volgende week!