Ze maakt ‘m gewoon! En meteen ook in de eerste aflevering. Weliswaar over een ander eiland, maar wel een eiland waar ze notabene een paar jaar geleden schapenboer Jan en Rianne aan elkaar hielp. Yvon zei namelijk dat één van de briefschrijvers van mede-schapenboer Janine uit Texel kwam. UIT Texel… Serieus, Yvon??? Brrrr…
Overigens denk ik dat Janine deze aflevering zelf niet heeft gezien, want ja… ’t is carnaval hè? Dus ze staat òf te feesten, òf ze ligt ergens lam te wezen, want Janine komt uit Limburg. En okee, het hoeft niet, maar de kans dat zij aan het feesten is, is veul groter dan dat ik me ooit vrijwillig in een boerenkiel zou laten hijsen. Want ik snap dat hele carnaval niet.
Wat ik ook niet snap is dat ze blijkbaar een kerel uitkiest die tijdens het uitvoeren van z’n werk in de vrachtwagen naar muziek van BLØF luistert. Echt hoor, die legde ik alsnog op het stapeltje NØ WAY. Het feit dat hij in z’n brief schrijft dat hij haar lachkreukels in haar neus in het echt wil bewonderen, doet er trouwens ook geen goed aan. Maar goed, ze heeft 104 brieven gekregen en zit bij de boeren die we gaan volgen.
En dan wordt er tv-historie geschreven. Boer nummer twee is de 69-jarige paardenhouder Hans. En Hans is een Brabo. Nu ik dit schrijf, denk ik: ook niet gekeken. Carnaval hè? En de kans dat hij in een boerenkiel lollig loopt te doen in een Brabantse dorpskern is veul groter dan dat ik vrijwillig een plaksnor boven m’n ogen zou plakken. Anyway, tv-historie dus. Want de Brabo was niet te verstaan, dus werd hij ondertiteld. En da’s best een dingetje. Want de Limburgse Janine was wel gewoon te verstaan en werd daarom ook niet ondertiteld. Best bijzonder, omdat over het algemeen iedereen die niet in de Randstad woont, standaard wordt ondertiteld. Maar goed, zoals we allemaal wel weten, pratenBrabo’szonderspatiesdusismeelezendebesteoptiegewoon. Hans is al 21 jaar weduwnaar en heeft z’n vier kinderen alleen opgevoed. Twee van de vier zijn dyslectisch en juist die twee heeft hij uitgenodigd om te komen helpen bij het lezen van de brieven van 89 “Grietjes”. Over drie weken gaat Yvon eens kijken of ze al klaar zijn.
Eén van de “Grietjes” is paardenfokster en dat lijkt Hans wel wat. Kunnen ze lekker samen praten over het fokken van paarden. Kweenie hoor, mijn husband is superlief, maar hij moet niet denken dat hij met mij gezellig hele avonden kan gaan zitten kwekken over kwadratische vergelijkingen of het ontbinden in priemfactoren. Alhoewel ontbinden in mijn vakgebied ook wel weer… nou ja, laat maar.
Hans mag trouwens ook vijf bedden gaan opmaken voor de logeerweek.
Dan hebben we Gerben. Gerben heeft geiten, een zus en een oogafwijking. Of hij durft gewoon niemand aan te kijken. Aan de keukentafel blijkt dat er 9 brieven zijn gestuurd. Alleen niet voor Gerben, maar voor zijn zus. Voor Gerben blijken er 40 vrouwen in de pen te zijn geklommen. Eén daarvan, Judith, staat in de melkput, met een zelfgebakken cake. Een andere, Bregje, zit op een bankje op het erf, óók met een zelfgebakken cake. En de rest wacht hem op in de stal. Het zijn op het oog een beetje dezelfde types, dus ik vrees dat Gerben de komende vier maanden alleen nog maar zelfgebakken cake eet. We zullen het nooit weten, want 40 brieven is te weinig om Gerben wekelijks op tv te zien. Denk dat Gerben daar best blij om is.
Jouke van 31 uit Friesland is de brievenklapperrrrrrrrr van dit seizoen: de man van de Jerseykoeien krijgt 434 brieven, pakjes, filmpjes en zelfgefröbelde prullaria te verwerken. Pakjesavond is er niks bij.
Los van de brievenklapperrrrrrrrr van het seizoen kon dit ook zomaar de zeikerd van het seizoen worden. Want meneer is een tikkie zwart-wit. Zo heeft zijn moeder nooit op de boerderij geholpen en dus horen vrouwen daar niet. Want een vrouw die op een boerderij werkt, daar houdt Jouke niet van. “Oh, kijk hier! Een dierenarts!”. Yvon springt bijna een meter omhoog van haar stoel als ze het zegt. Maar weer is meneer niet enthousiast. “Een vrouwelijke dierenarts… ik weet het niet. Die zijn altijd vies en smerig…” Dus. Ik ken het fenomeen nuchtere Fries. Dit exemplaar is versie 6.0. Dan witte jo dat.
Robert is 36, woont in Overijssel en is vleesveehouder en vrachtwagenchauffeur. En als ik hoor dat iemand twee beroepen heeft, dan zie ik altijd een jongetje met een boterham met pindakaas en schaatsen onder waar dan iemand aan vraagt of hij later zeker boer wil worden. En dat dat jongetje dan zegt: “en schaatser!” Dat idee. Voor iedereen van na 1980, check even dit reclamefilmpje.
Maar goed, Robert dus. Robert gaan we niet terugzien, want hij krijgt maar 26 brieven. Zelf geeft hij toe dat het wel wat tegenvalt, maar hij zegt ook meteen dat er maar één tussen hoeft te zitten die het is. That’s the spirit!
Eigenlijk is het wel fijn dat Robert niet door is, want dat zou alleen maar verwarrend zijn, omdat er ook nog een boer is die Rob heet. Robert-Rob: niet handig. Rob is 49 en kweekt witlof. Dan ben je voor mij sowieso al af, want witlof: GET-VER-DEMME!!! Maar goed, ik heb al een vent.
Witlof blijkt overigens toch niet zo populair te zijn: meneer krijgt 8 brieven. Eén daarvan is van een dame uit de buurt die hij nog van vroeger kent. Dus: boter bij de witlof en meteen bellen. Met haar voicemail, dat dan weer wel. Lekker ongemakkelijk ook, met zo’n camera op je snufferd.
En ik ben ook heel erg blij dat deze Rob niet door is, want er is nóg een Rob: namelijk de fruitteler van 51 die wel door is omdat hij 42 brieven krijgt. En ja, voor iemand die wekelijks iets schrijft over de boeren wordt het heel erg verwarrend: Rob(ert) 1, Rob 2 en Rob 3 is best verwarrend. Rob 3 was vorige keer bezig met zijn kersen en nu is hij bezig met de perenoogst. En de perengezegdes vliegen je meteen om de oren: “een toffe peer is beter dan kut met peren.” Niveautje hoor. Maar goed, 42 brieven dus. Rob wordt er stil van. Sonja niet. Zij schreef hem omdat zijn gevoeligheid haar opviel. Ik citeer: “gevoel voor kersen, gevoel voor paarden, gevoel voor muziek…” Gevoel voor kersen? Wat is dat voor geneuzel? Hou toch op! Er is nou nooit een Haagse die een brief schrijft met alleen de woorden: hé gauzâh! Ik vind je lekkâh; gaan wèi deitûh? Nou ja, die gevoeligheid viel mij niet op; ik was met iets heel anders bezig: die gast doet me denken aan Splinter Chabot. Echt. Ik kan hem niet anders meer zien. Ben benieuwd wie er aan Splinter blijft hangen. Splinter wil in elk geval een aantrekkelijke vrouw en hij is bang dat hij niet verder dan het uiterlijk zal kijken tijdens de speeddate. Dus komt er een codewoord komt voor tijdens de speeddate. Als hij alleen maar aantrekkelijke vrouwen meeneemt naar de volgende ronde, dan moet Yvon “KOEKOEK!” roepen. Tuurlijk joh…
En dan neemt Yvon de boot (heel goed, Yvon!) naar Hilda de koeien- en paardenhouder OP Terschelling. Helaas heeft ze 31 brieven gehad, en dat is net te weinig om de resterende elf weken de Terschellinger vijfkleur in top te zien wapperen. Jammer. Opmerkelijk: tussen de brieven zit er één van een bekende. Het is de vriend van een vriendin van Hilda, die in februari 2021 is overleden. En dat is voor Hilda net zo ongemakkelijk als voor de kijkers. Ik weet niet of ik in zijn situatie via een tv-programma had gereageerd, maar wie ben ik. Ik hoop dat ze allebei (weer) gelukkig worden. OF dat nou met elkaar of met iemand anders is.
We zakken af naar Drenthe. Want daar worden er 66 brieven afgeleverd bij Evert van 58. De melkveehouder is bloedjenerveus als Yvon zijn erf op komt en twijfelt of hij wel tijd kan vrijmaken voor de logeerweek. Yvon zegt dat hij ook nog gewoon terug kan, maar nee: hij heeft A gezegd, dus hij gaat door tot en met Z.
Wat volgt is een brief van ene Maud, die hangend in haar eigen huiskamerhangmat haar brief voorleest. Alsof ze een luisterboek inspreekt. En dan weet je: als ze bij haar al gefilmd hebben, gaat zij dus mee naar de speeddate. Een andere dame spreekt hem ook wel aan, als hij leest dat je haar niet blij kan maken met een dagje shoppen. (Ze liegt! Bestaan die vrouwen? Serieus???) En hoe ironisch is het als op dat moment de broer van Evert komt binnenwandelen. Zijn naam? Koop. Draag. Me. Weg.
En dan boer nummer tien. Aangezien we al vijf boeren hebben die doorgaan, is de spanning er voor de kijker wel een tikkie af: Joost, 46 lentes jong, plantenkweker uit Brabant, is dus niet door. Aangezien Joost alles voor zijn bedrijf over heeft en niets voor zijn huis, is het thuis nogal eh… nou ja, het is nog net geen Help, mijn man is boer, maar het scheelt niet veel. Ongezellig met een hoofdletter O is nog een understatement. Dus heeft Yvon bijna alle briefschrijfsters uitgenodigd om het huis een beetje op te leuken. Er hebben er 33 geschreven, dus de mancave met gordijnen uit de jaren 80 wordt ineens gevuld met plantjes, tierlantijntjes en gekwebbel. Als ik Joost was geweest, had ik ze één voor één van m’n erf geflikkerd. Maar ja, ik ben Joost niet en dit was natuurlijk de hele insteek: een vrouw over de vloer. Wie van de 33 het wordt: Joost zal het weten.
Goh, ik vind ‘m zelf leuk…
Goed, we weten dus wie we gaan volgen, wie de seizoenshork dreigt te gaan worden en wie het meest populair was. Laat dan nou precies dezelfde boer zijn, hahaha. Wel opmerkelijk dat het lijkt dat er dit keer minder grote aantallen brieven bij de boeren worden bezorgd.
Nou ja, whatever. Als wij maar lekker mee kunnen gluren…
Tot volgende week!