Vandaag is de dag. Want vandaag 25 jaar geleden stapte ik voor het eerst de winkel (en ik noem bewust niet welke; ik vind het niet nodig om de naam te noemen) binnen als vast personeelslid. Het was nooit mijn ambitie, maar ik zat even tussen twee opleidingen in en dus kwam het erg goed uit. En ik had het er naar m’n zin. Leuke collega’s, leuke sfeer, leuke klanten. Er was toen nog voldoende personeel om elke klant aandacht te schenken en alle werkzaamheden uit te voeren en er was plek voor een lolletje.
Die andere opleiding is er nooit meer van gekomen. Ik had het nog steeds enorm naar m’n zin en ik kreeg telkens de kans om een stapje hoger te komen binnen het bedrijf.
Toen ik 12,5 jaar in dienst was, ik was inmiddels bedrijfsleidster, was m’n winkel door de collega’s versierd, ging de deur in eerste instantie niet open omdat er een stukje draaislinger in het slot zat, kreeg ik van mijn rayonleidster “de envelop”, was er een taart besteld, was er bezoek van collega’s en oud-collega’s, waren er bloemen van collega’s en klanten, was er ‘s avonds een soort van mini-receptie georganiseerd in het filiaal waar ik ooit begonnen was en kreeg ik een cadeau namens de collega-bedrijfleiders uit ons rayon. VVV-bonnen, waar ik toen een goeie autoradio mèt cd-speler van heb gekocht.
Wat een dag. Ik weet zelfs nog precies wat ik die dag aan had en ik weet ook dat ik toen dacht: dit wil ik over 12,5 jaar nog eens meemaken.
En vandaag is het dan het zover.
Alleen ga ik het niet nog eens meemaken. Want vijf maanden geleden stopte het avontuur voor mijn collega’s en mij. Onze winkel ging dicht. Ik kan hier nu wel opsommen hoe het zover is gekomen, maar iedereen die het treft weet precies waar het aan schort. En dat was zeker niet de inzet op de winkelvloer. Althans, niet in onze winkel. Het ooit zo mooie, menselijke bedrijf is veranderd. Zo erg, dat er bij het afscheid niet eens een bedankje vanaf kon. Geen kaartje, geen bloemetje, zelfs geen telefoontje op die laatste dag. Was 25 jaar geleden ondenkbaar. We zijn de avond van onze laatste werkdag met elkaar een hapje wezen eten. Hoe chique had het geweest als het bedrijf daarvoor een budget beschikbaar had gesteld? Gewoon, als geste.
Van de week was ik er weer eens, in zo’n winkel. Niet vrijwillig overigens. Mijn schoonmoeder had iets nodig, vandaar. Er liepen verder geen andere klanten. Wel een kassière die ons binnen zag komen en haar hoofd weg draaide. Het zit zo in mijn systeem om als eerste iemand te begroeten, maar ik kon het nog nèt op tijd inslikken. Eens even kijken of de ander ook begrepen heeft hoe het hoort. Of het misschien van hogerhand als voorbeeld heeft meegekregen. Niet dus. Jammer. De leidinggevende liep achter in de winkel heen en weer en zag me blijkbaar helemaal niet. Terwijl ik weet hoe vaak daarop gehamerd wordt. Hoe er -terecht- door mysteryshoppers op gelet wordt. En hoeveel tijd en geld er wordt gestoken in weer nieuwe lesprogramma’s. Op zo’n moment denk ik alleen maar dat wij het wèl gezellig maakten in de winkel; ook voor de klanten door ze gewoon al simpelweg te groeten als ze binnenkwamen. Waarmee ik overigens helemaal niet wil zeggen dat er bij ons ook geen fouten werden gemaakt. Fouten maken mag, als je er maar iets van leert.
Als ik ga zoeken, heb ik nog ergens een rapport met daarin de resultaten van een onderzoeksbureau. Dat was begin vorig jaar op pad gestuurd naar alle winkels om te kijken hoe het zat met de sfeer in de winkel, de klantbenadering, het algemene winkelbeeld… we hadden op dat moment de hoogste score van ons rayon en we zaten bij de beste tien van het land. En toen hadden we het over zo’n 600 winkels bij elkaar.
Op zo’n moment denk er ook aan dat wij, ondanks dat we wisten wat ons boven het hoofd hing, opnieuw weer braaf een nieuwe cursus gingen volgen. Het kostte soms -heel begrijpelijk met het zwaard van Damocles boven je hoofd- wat overredingskracht, maar uiteindelijk deed het vaste team enthousiast mee. Je weet maar nooit, nietwaar? Maar dat alles zegt een directie blijkbaar niets. En dus mogen andere mensen wel naar hun jubileum toewerken. Bitter? Zeker. Verdrietig? Nog veel meer. Want ik had van tevoren nooit kunnen bedenken dat het zo’n pijn zou doen.
En geloof me hoor: ik gun al m’n goede ex-collega’s alle geluk van de wereld. De goede wel. Echt waar. Want er zitten zoveel lieve, toegewijde, harde werkers tussen.
Die autoradio?
Die heeft het een jaar geleden begeven.
Was waarschijnlijk een teken…