Zo, de kop is eraf, en daarmee bedoel ik de eerste dag van de logeerweek. Je weet wel: net de reis achter de rug met twee andere giebelende meiden. Soort van mini-schoolreisje. En dan begint het dus echt: wat is het toch een leukerd/knapperd. Wat woont ie mooi/afgelegen! Wat een groot bedrijf/teringschuurtje. Maar na een nachtje slapen moet er toch gewoon weer gewerkt worden, want ja… hardwerkende boer hè? Dus hup, uit de veren en meewerken. En dat maakt het toch allemaal nèt effe een tikkie anders.
En ja, ook de strijd begint nu echt. Want die boer, daar ga je voor. Anders is het zonde van je postzegel, nietwaar? Dus vragen de dames zich constant af: wat is m’n beste beentje en hoe zet ik ‘m zo opvallend mogelijk voor? Het liefst pootje hakend bij die andere twee bitches als jouw boer net even niet kijkt natuurlijk.
Ik zag het gebeuren bij Olke. Harriët, die tot nu toe toch redelijk op de achtergrond bleef, greep haar kans als dieranartsassistente in de dop. Olke heeft een groot bedrijf met ongeveer vijf miljoen koeien en daarvan kregen er ongeveer twee miljoen een injectiespuit in hun donder. Ja, inkoppertje natuurlijk! “Zal ik dat even doen?” Piece of cookie voor Harriët. Maar die blikken van de andere twee ladies, oei. Even later staat het viertal bij de drachtige pinken. “Even kalfje voelen.” Olke doet het bij één beest voor en natuurlijk wil Harriët dat ook wel. En ik snap het nog ook. Nou ja, ik snap persoonlijk niet dat je vrijwillig je arm in een megacondoom tot aan je schouder in een koe steekt, maar dat zij het vanuit haar opleiding wil, daar kan ik inkomen. Sandra laat zich ook niet kennen, maar ik betwijfel of ze het wel echt wil. Maar ja… dat beentje moet voorgezet worden! Alberdien (Ik bin wol Frysk, maar dat doe ik mooi net!) trapt er niet in. Het werkt wel: Olke is zwaar onder de indruk van Harriët en Sandra, maar Alberdien… nah. Bietje jammer, want Alberdien (Ik bin Frysk) vindt toch wel dat Olke naar haar trekt. Nou ja… dat wil zeggen: hij kijkt volgens haar eerst naar haar bij belangrijke vragen. Ja. Misschien zit je haar raar. Kan ie daar z’n ogen niet vanaf houden. Kan toch???
Ondertussen leert Duppie de grondbeginselen van het schillen van een aardappel. Hij kijkt erbij alsof hij sowieso voor het eerst een aardappel ziet. Van een dunschiller heeft hij ook nog nooit gehoord. Marit blijft geduldig en legt het hem nog eens uit. Marit schilt dan wel weer voor het eerst boven een afvalbak, dat is voor haar compleet nieuw. Volgens Duppie is dat efficiënt, want dat scheelt weer een extra schaaltje afwassen, waarna hij meteen -HEUL efficiënt- een halve aardappel in de afvalbak flikkert. Afijn, om een lang verhaal nog veel langer te maken: de aardappel wordt uit de vuilnisbak gevist en verder geschild. Als alles bereid is, gaat Duppie voor in gebed. Ik hoop dat God ook ondertiteling heeft, want ik ben bang dat zelfs Hij hem niet kan verstaan…
De volgende ochtend vraagt Claudia om een staafmixer. Eerst komt ie op de proppen met een handmixer om vervolgens te concluderen dat er om een blender wordt gevraagd. Niet dus: Claudia wil gewoon een staafmixer. Duppie heeft geen idee waar ze het over heeft. Meiden, laat die man met rust! Hij heeft net het bestaan van een dunschiller te verwerken gekregen, please!
Eline (effe tussendoor: kan iemand mij vertellen waarom ze in een stal met een capuchon op loopt?) ziet dat er iets broeit tussen Marit en Duppie en is So. Not. Amused. Ze zegt het niet, maar onder die capuchon huist een rijpe onweersbui. Om bang van te worden…
Marc de visboer (waar mij gisteren overigens een redelijk smeuïg ooggetuigeverslag van bereikte, maar daarover later meer want anders is het misschien niet meer spannend genoeg, maar dit terzijde) lijkt een beetje los te komen. Een beetje hoor. Een heel klein beetje dan. Of wacht… nee, toch niet. “Het is nog een beetje stroef.” (Joh.) “Er moet nog wat lol in komen.” (Aha!) “Ik zal even m’n mannelijke charmes (z’n wat???) in de strijd gooien morgen. Komt helemaal goed!” (Jaaaa, hij komt los, zie je wel?) “HAHAHAHAHAHAHAHAHA!!!” (Oh?) Hij moet er zelf het hardst om lachen. Als een visboer met kiespijn weliswaar. “Ooooh, when is this gonna stop?” En we zijn weer terug bij af.
Na een romantische avond afwassen bij hoofdlampjes en kaarslicht, gaat Marc de visboer met z’n kwelgeesten de volgende dag de akker op. Of “zijn speeltuin” in. Marc heeft maar één woord in z’n hoofd vandaag en dat is bikini. Annekim heeft meer interesse in Marc z’n voerconversie, terwijl Anke zich druk maakt over het snorkelen, want bang voor vissen. “Eh… heheheh… Wat is de bedoeling?” Ik denk het water in, mop!
Meanwhile in Roemenië laat toekomstig grootgrondbezitter Disco Dave de meiden een kijkje in de toekomst nemen. Onderweg naar de boerderij van een vriend rijdt hij langs een stuk grond waar hij zijn zinnen op heeft gezet. “Maar wat wil je dan met deze grond?” “Hebben!”, zegt Disco Dave. Kijk, daar heb je iets aan, dat soort antwoorden. Ondertussen heeft Jorien het zwaaaaawrrrr. Ze heeft de scheiding van haar ouders meegemaakt en zegt met heel veel omwegen dat ze in een relatie ook iets heftigs wil meemaken. Jaja… Dat wordt lachen, want Disco Dave is een binnenvetter. Totdat je zegt dat ie moet gaan buitenvetten ofzoiets. Jorien voelt dat er “iets is tussen ons”. Even afgezien van het feit dat ze dat allemaal denken, heeft Disco Dave z’n bedenkingen. Hij vindt dat Jorien teveel op hem lijkt en dat dat nooit goed kan gaan. Dus volgt er een gesprekje tussen de varkens, terwijl de andere twee meiden in een stal worden achtergelaten. Met een (IIIIIIIEEEEEEEEUUUWWW!!!) muis! Get a life. Maar, toegegeven: tussen Disco Dave en z’n meiden worden wel echte gesprekken gevoerd.
Hoe anders is dat in Fjankjijk bij boertje Herman. Hij ontvoert Pia naar de bakker, de andere muisjes Anne en Fleur in het weiland achterlatend. Pia grijpt haar kans na het missen van de diepgang aan tafel en vraagt waarom hij haar heeft uitgekozen. “Eh, nou… leuke brief.” (Loemel! Zeg dat ze een leuk koppie heeft, een mooi karakter of verzin iets, maar niet dit!) “Ja… jullie steken er alledrie bovenuit…” (Neeeeeeeee… daar zit zo’n meid toch niet op te wachten, jongen…)
Even later proberen de muisjes het in groepsverband: “Hebben we nog ergens gespreksstof?” Nee dus. Ja, een beetje keuvelen over het lopen van blauwtjes enzo. Maar ja… boertje Herman moet wel als eerste kiezen. Anne is bang voor vertrek, Fleur heeft niet gevraagd wat hij van haar vindt en Pia deed dat dus wel, maar kreeg geen antwoord. En nu moet het hoge woord eruit. Maar ja, boertje Herman vindt ze alledrie leuk. Ik heb een oplossing: hou ze alledrie, verhuis naar Salt Lake City en word Mormoon. Het mes snijdt aan twee kanten: de muisjes voelen zich daar thuis, boertje Herman hoeft niet te kiezen; iedereen happy. Maar dat is geen leuke tv, want we willen tranen zien. En die krijgen we, van Pia, die haar hele leven in elkaar ziet storten als boertje Herman haar van het erf stuurt. Tja, had je maar niet zo’n enge vraag moeten stellen in de auto…
Geef een reactie