Meest overbodige zin ooit. (2010)

14 apr

Geplaatst op 27 september

Ben je lekker een dagje vrij na een behoorlijk heftig weekend (ik ben een dagje met een tienjarige hyper wezen “achtbanen” in Walibi, need I say more?), moet je weer naar een garage. Nee, geen trammelanti di motori dit keer. Trammelanti di vandalisimo. Ach, het is weer eens wat anders, nietwaar?
Afgelopen woensdag gewoon mijn auto geparkeerd bij het vriendje voor de deur in een behoorlijk rustig straatje en niets raars aan mijn auto gezien. Dus moet ik wel heel erg uilig hebben gekeken toen ik de volgende ochtend achter mijn auto stond. Dit in combinatie met gezichtsuitdrukkingen van frustratie, verbazing, woede, ongeloof en verdriet. Afgemaakt met een beetje schuim op de bek. Daar stond mijn mooie blauwe autootje met een enorme kras over de gehele breedte van de achterklep. Het was duidelijk geen ongelukje, ik zag in de witte streep duidelijk een punt waar men is blijven haken of men het scherpe voorwerp een slag heeft gedraaid. En het zit op een plek waar je niet zomaar met je fietsstuur langs rijdt. Degene die het gedaan heeft, moest ook nog eens speciaal achter mijn auto gaan staan, dus ik moet zeggen: hij of zij heeft er wel moeite voor gedaan. Dat dan weer wel. Maar goed, dat neemt niet weg dat ik woest was. Als ik toch eens wist wie er met zijn of haar poten aan mijn auto heeft gezeten…
Even Apeldoorn bellen dan maar. Gelukkig ben ik goed verzekerd en wordt de schade volledig vergoed en dus ook hersteld. Maar ja… door de actie van deze onverlaat, nee: deze eikel, nee: deze ongelooflijke (ja sorry, ik wilde het netjes houden… nou, jammer dan…) OETLUL (M/V) ga ik wel mooi bij mijn verzekering in tredes achteruit, moet ik vandaag ook nog eens langs de garage en ben ik mijn auto wéér een paar dagen kwijt. En bedankt!
“Heeft het zin dat ik aangifte bij de politie ga doen?”, vraag ik aan de vriendelijke mevrouw van Centraal Beheer Achmea die mij net fijntjes heeft verteld dat ik in tredes achteruit ga. Want tja… uit ervaring (met afgetrapte zijspiegeltjes en verbogen ruitenwissers) weet ik dat het niets oplevert, maar toch… we blijven hoop houden in het blauw op straat. Het advies is om het wel te doen. Dus ik naar de politie (of, zoals ze zelf graag zeggen bij monde van de persvoorlichter: de polutie).
Doe je in mijn woonplaats gewoon aangifte in een apart kantoortje, waar niemand hoort wat er waar en wanneer gebeurd is, waar je woont en wat je telefoonnummer is en of je daar dan wel of niet overdag te bereiken bent (vooral die combi verschaft de polutie weer meer werk), in mijn inmiddels parttime woonplaats, doe je gewoon aangifte aan de balie in de hal. Met half crimineel Voorne-Putten op hoorafstand op de bank achter je. Take note: adres, telefoonnummer en ze werkt, dus zal ze daar overdag niet zijn. Hmmmm…
De dame achter de balie doet haar plicht en vraagt of het adres dat ik geef met een t wordt gespeld. “Nee, da´s met een d.” “Oh, okee. Met een d…” Tikkerdetik. Zo, die staat. We komen op het volgende moeilijke punt. En dat is al helemaal drie volle letters verder, in het zelfde woord. “Eén of twee o´s?” Zucht. “Twee.” Ik doe erg mijn best niet al te verveeld te klinken. Ik weet niet of het gelukt is. Kan me eigenlijk geen moer schelen ook. Even voor de goede orde: dat adres (wat ik hier niet ga geven, haha), heeft iets met een bepaald voorwerp te maken en iedereen met een grammetje algemene ontwikkeling zou kunnen weten wat dat is en hoe het gespeld dient te worden. Behalve als je aangiftes aanneemt achter de balie bij de polutie blijkbaar.
Zo´n aangifte is trouwens een standaardformuliertje waarin er nog wat details moeten worden ingevuld. (Gelukkig maar: als ik dat ook nog allemaal had moeten gaan spellen… ) Enkele standaardpassages: op (datum en tijd), verscheen voor mij -“is dat met een korte of met een lange g?”- in het polutiebureau –“lange of korte o?”- (adres), een persoon die aangaf –“lange of korte f?”- te zijn (o jee: naam aangever), blablabla. Bla.
Dan mag je voor de derde keer je verhaal doen, in stukjes. Alsof je een dictee staat te geven. “Toen ik mijn auto parkeerde, zat er bij mijn weten nog geen kras op.” Ik herhaal: “Toen ik mijn auto… toen ik mijn auto… parkeerde… par-keer-de… komma, zat er bij mijn weten… zat er bij mijn weten… mijn we-ten… nog geen kras op…punt… nog geen kras op… punt. Nog één keer helemaal: Toen ik mijn auto parkeerde komma, zat er bij mijn weten nog geen kras op. Punt.” Pfff… Dit wordt een hele bevalling… Als je drie uur later (nee, die is flauw… vier uur) je aangifte mag tekenen en ´m vooral daarna mag doorlezen (want ja, half crimineel Voorne-Putten op de bank achter je moet ook nog geholpen worden), dan zie je je zorgvuldig gedicteerde zin niet meer terug, maar staat er iets van: “Toen ik weer mij mijn auto kwam, zag ik er een kras op zitten…” Okee, iets uitgebreider, maar hier komt het wel op neer. Wederom zucht. Ik lees verder. Ik schijn geen slachtofferhulp te wensen (het is mij niet gevraagd, maar ik ben er zo langzamerhand wèl aan toe), maar ik lees wel dat de medewerker van slachtofferhulp (waarom dat er dan weer bij staat???) S. Troost heet. What´s in a name?
Maar het allermooiste komt nog. In elke aangifte staat standaard het meest overbodige zinnetje in onze taal, namelijk: “Aan niemand werd toestemming gegeven voor het plegen van dit feit.” NEE!!! STOND IK HIER ANDERS VRIJWILLIG DIT DICTEE TE GEVEN??? STOND IK HIER ANDERS… STOND IK HIER ANDERS… VRIJWILLIG… VRIJ-WIL-LIG… DIT DICTEE TE GEVEN VRAAGTEKEN… DIT DIC-TEE TE GE-VEN VRAAGTEKEN. (Dictee: korte k.)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: