Geplaatst op 5 maart
Deel twee. (Wees niet bang, dit is het laatste deel…)
Dichtbij Doolin ligt het natuurgebied The Burren, wat op een maanlandschap schijnt te lijken. Aangezien ik daar niet zo vaak kom, moet ik de vrienden van de NASA maar op hun woord geloven en dus rijden we op een dag dwars door het vermoedelijke maanlandschap naar The Burren Perfumery, waar ze van de lokale bloemen veel te bloemige en veel te dure parfummetjes en zeepjes maken. Tommie kan het plaatsje niet vinden, dus tik ik de coördinaten in en Tommie denkt even na. Na een poosje vertelt ie me doodleuk dat ik naar een plaatsje in Noord-Duitsland moet rijden. Heb ik weinig zin in; ik vind het zonder ook wel. Ja dus. Er zit ook een tearoom bij en daar maken we dankbaar gebruik van. In de tearoom sta ik op m’n beurt te wachten om te bestellen. Ik zie een brownie, dus ik weet al waar die naartoe gaat. Naar binnen!!! Maar goed, er staat er nog één voor me, dus ik wacht op m’n beurt. En ineens hoor ik het… Het gebeurde na de vraag “Would you like anything else?” De mevrouw voor me had zojuist haar bestelling geplaatst en keek nog even naar de verschillende stukken taart op de toonbank. En dat ging ze ook als antwoord geven. “Noo, ai was tjast loeking et thu diffurunt keeks…” Oh. My. God. Een Hollander. Ik hoop dat ze het aan mij niet kunnen horen en al helemaal niet op deze manier. Later staat reisgenoot even te praten met een vrouw van een stel dat eerder ook de tearoom binnen was gelopen. Zij was nogal eh… tja… rijkelijk bedeeld qua neus. En daar had ze blijkbaar ook nogal vaak naar gekeken, omdat ze ook een beetje loenste. Als ik even later (na weer een toiletbezoek) met de auto aan kom rijden, zie ik reisgenoot dus in een druk gesprek met deze dame. Dat gaat te makkelijk… “Hey, a Dutch car!”, zegt de man. Joh… Blijkt dat hij een Ier is en zij een Nederlandse, dus die vond het wel leuk om weer even in d’r moerstaal te beppen. Hij kiest eieren voor z’n geld als ie van mij hoort dat op een geven moment de hele tearoom vol zat met Hollanders en loopt meteen de winkel in om te zeggen dat “ze” (wij dus) de boel aan het overnemen zijn. Hij heeft nog gelijk ook… Eten doen we in Doolin die avond; heerlijk bij McCann’s met (alweer) live muziek. Alleen de koude jus d’orange is toch niet zo goed gevallen, blijkt thuis: het klinkt alsof het onweert in m’n maag en voor m’n gevoel wordt er een formule-1 wagen gestart. Gaat lekker zo…
Over rare geluiden gesproken: mijn engels is niet al te rot, maar dat Ierste accent hè? In Ennistimon heb ik een keer getankt bij een nogal aftands uitziend benzinestation, waar elke beweging werd gevolgd door de eigenaar. Ik vraag of het hier self-service is. Hij mompelt iets waaruit ik opmaak dat het ja moet zijn, dus ik tank rustig (nou ja, rustig…) verder. Om het gesprek toch een beetje gaande te houden, vraag ik ‘m of ik hier met creditcard kan betalen of alleen maar cash. Omdat de boel er niet zo modern uitziet, vandaar. Het kan met een kaart, ja. Einde gesprek. Nou ja, het gesprek duurt iets langer, omdat ik telkens alles twee keer moet vragen. Hij spreekt nogal binnensmonds, nogal snel en met een behoorlijk accent, dus de eerste keer versta je het gewoonweg niet. De tweede keer vaak ook niet trouwens. Bij het afrekenen vraagt ie nog iets wat ik wederom niet versta, ook niet voor de tweede keer, dus zeg ik maar gewoon ja. Blijkbaar een goed antwoord, want hij vraagt verder. “Wherrejuwfrum?” Ik gok dat ie vraagt waar we vandaan komen. Hij had het allang kunnen zien aan m’n nummerbord, maar goed… “Rrjuuwonollidies?” “Sorry?” “Rrjuuwonollidies?” Daar was ik al bang voor… Ik neem aan dat ie vraagt of we op vakantie zijn. Weer goed gegokt. Ach, je krijgt er een handigheid in hè… Een paar dagen later ben ik in verband met zachte banden van de rolstoel van de kreupele noodgedwongen in “het gat”, beter bekend als Milltown Malbay, en daar ging het luisteren naar gemompel me al stukken beter af. Bovendien werd daar bevestigd dat mijn Inglisj toch iets beter is dan dat van de Dutsj leedie die nog stond te kijken naar thu differunt keeks eerder die week. Bij de werkplaats van de fietsenmaker word ik verwelkomd door twee scruffy uitziende hondjes. De fietsenmaker komt op het geluid af en begint meteen te ratelen als ie mij ziet, uiteraard in het snelle, binnensmondse, redelijk onverstaanbare accent van deze streek. Maar alles went. “Well, what a nice surprise to see such a good looking young lady on a Saturday morning…” I’m flabbergasted. Ja. Whatevah… Meneer is een geinponem, want z’n maat, ook ergens in de zestig, als het niet ouder is, staat binnen en wordt erbij betrokken. “Vind jij ook niet? Kom maar eens kijken, blablabla…” Ondertussen stoot ie mij plagerig aan en zegt hard genoeg voor mij, maar niet te verstaan voor z’n maat: “hij schaamt zich nu dood…” Hij vraagt wat ie voor me kan doen en ik doe m’n verhaal. Dik het nog een beetje aan door te zeggen dat we vandaag wilden gaan winkelen (was niet het plan, maar dat maakt niet uit) en dat de band oppompen niet helpt: dus hij zal wel lek zijn. Ik leg ook uit dat we hier op vakantie zijn en dat we het ding in Nederland geleend hebben. “Een half uurtje, kan je ‘m zolang missen?” Dat valt mee, dus we hebben een deal. Net voordat ik wegga, moet ie nog even kwijt dat ie vindt dat ik zo goed engels spreek. “Oh, dankuwel. Dus je hoort niet dat ik uit Nederland kom?” “Nee, ik dacht dat je gewoon een Engelse was…” YESSS!!!!!!
Je krijgt dus ook een handigheid in het omgaan met de Ieren zelf. Dat bleek de volgende dag, toen ik langs de kustweg in the absolute middle of effin’ nowhere in de Burren met een motor stond die
“pruttelpruttel” zei in plaats van “vroemvroem”, toen ik ‘m wilde starten. Net toen ik met m’n startkabels naar de enige Ierse auto wilde lopen, kreeg ik ‘m aan de praat en ben ik teruggeraced naar Doolin. Wat is wijs? Een lokale garage opzoeken of naar de AA bellen? Ik besluit m’n licht eens op te steken bij het winkeltje/benzinestation boven aan de heuvel, dus loop daar naartoe. Onderweg bijna beet: een fietser komt van de heuvel af zoeven en zegt met een big smile hello. Aangezien fietsers in Nederland niet groeten, maar je een middelvinger geven, loop ik van schrik in de greppel en geef hem de middelvinger. De eikel… Nee hoor, ik zeg een tikkie verbaasd hi terug. Bij de winkel vraag ik of ze weten waar de dichtstbijzijnde garage is. “Garage? Waar heb je een garage voor nodig dan?” “Eh… voor mijn auto? Die start niet meer…” “Oh. Ehhh…” Er wordt even langdurig nagedacht. Hij kijkt op z’n horloge en zegt ineens: “Lisdoonvarna! There’s a garage just three miles down the road in Lisdoonvarna.” Bij die garage zet ik ‘m op de stoep en loop naar binnen. “Hello, there. How are you?” Gut, hoe zal ik nou eens beginnen? “Hi there. Erm… do you do car repairs and help Dutch ladies in distress?” “Ik denk het wel…” Na m’n verhaal loopt ie mee naar buiten. Normaal gesproken hoor je dan meestal: start ‘m maar effe, maar verdomd als het niet waar is: deze gasten vinden het leuk als het stuur aan de andere kant zit en dus stapt hij zelf in om te starten. Hij kijkt onder de motorkap en begint vragen te stellen. Ik roep de Heere aan om mij niet bloot te stellen aan al te technische vragen, omdat je me in m’n eigen taal alles kan wijsmaken, laat staan in het Inglisj. De Heere is mij goed gezind vandaag. Hij hoort niks, ik heb niks raars geroken, de auto deed het nu weer zonder problemen, hij heeft geen enkele keer gehaperd op weg naar de garage en hij reed niet schokkerig. De garagehouder denkt dat het misschien lucht in een leiding is geweest of eventueel vocht doordat er iets tegenaan gespat is. Gisteren wel noodgedwongen veel plassen moeten nemen, kon ik niet ontwijken. Bovendien mis ik nu ook die spatlap, dus wie weet. Ik hoef me geen zorgen te maken volgens hem, maar mocht het weer gebeuren, dan moet ik even op de omstandigheden letten. Ik mag niks betalen en rijd opgelucht weer terug. Rare lui, die Ieren, maar wel verdomd aardig…
Er zijn een aantal dingen die je moet weten van de Ieren. Ten eerste: als ze een hond hebben en ze wonen op het platteland net daar waar jij als nietsvermoedende nuchtere Hollandse langsrijdt… de meesten liggen hier voor het erf, of net er op, liggen in de houding en houden zich gedeisd, TOT je denkt: laat ik even afremmen, voordat ie onder m’n wielen zit. Foute keuze. Ze worden gek, veranderen in bloeddorstige kamikazehonden en er is geen land meer mee te bezeilen.
Ten tweede: Ieren spoelen alles, maar dan ook echt alles weg met Guinness. Wij ook: in Lisdoonvarna bij een pub heerlijk gegeten volgens Iers gebruik: voorgerecht, hoofdgerecht en een toet: Baileyskwarktaart met ijs en slagroommmmmmmmm… En dat alles weggespoeld met (jaja, het wordt nog wat met ons): een pint Guinness. Per persoon. Afijn, toenzijjnwe zlingggerend tewruggereeejen naar huiz.
De rest van de vakantie izzeen beetje verlopen in een zoortvan roezzz, hik! Nee hoor, dat viel wel mee.
Geheel volgens de traditie doe ik de laatste nacht op mijn vakantieadres weer eens geen oog dicht. Ik heb het elk uur van de klok zien worden. En dan weten dat je de volgende dag nog heel Ierland moet doorcrossen… Ik ben wel in slaap gevallen hoor: VIJFENDERTIG MINUTEN VOORDAT DE WEKKER AF LIEP!!! Beetje jammer… Die avond sliep ik op een soort van plank met een deken er overheen en een zwembad in de kelder: we waren in het stopover-hotel in Dublin. Maar ondanks de plank heerlijk geslapen. Te vroeg gaat de wekker, we moeten zonder ontbijt het hotel uit om de ferry te halen, op de boot krijgen we alle medewerking in verband met “de kreupele”; we krijgen zelfs een leenrolstoel en met prachtig weer varen we de Ierse wateren uit. Een paar uur later maken we in Wales een kleine omweg; ik kan het niet laten via Conwy even naar Llandudno te rijden. Het is zulk prachtig weer en we nemen het er nog even van. Heel even dan, want de nachtboot in Harwich wacht niet op ons, vrees ik. En ook op deze overtocht weer alle hulp, geweldig! Met de Ierse benzine nog in de tank zijn we de volgende ochtend, toevallig op pa’s verjaardag, rond half negen weer thuis. Meteen de auto maar helemaal leeggetrokken; het kan maar gebeurd zijn. Ik plof neer op de bank bij reisgenoot thuis. Het aftellen naar de volgende vakantie is begonnzzzzzzzzzzzzzzzzz…
Geef een reactie