Sint-nostalgie (2008)

25 mrt

Geplaatst op 16 november

Ja hoor!!! Daaaaar istie weer!!! Sint has entered “zhe country”. En ik ga toch effe een lans voor ‘m breken hoor. Ik word er zo achterlijk van dat die k**kerst al zo belachelijk vroeg z’n intrede doet… ik pleit er voor om gewoon weer alles wat met kerst te maken heeft te verbannen tot na 5 december. (Van mij mag het helemaal afgevoerd worden, maar ik geloof dat ik daar alleen in sta). Daarom heb ik de SVBS in het leven geroepen. De SVBS? Ja. De SVBS: Stichting Voor Behoud van de Sint. Of zoiets. U kunt ons financieel steunen door Uw donatie te storten op onze IJslandse rekening. Dus… (Lid worden kan onderaan!!!)
In de archieven van de familie de Jong bevindt zich nog een vaag fotootje uit de jaren vijftig, toen mijn vader zich opwierp als hulpsint. De buren hadden de goedheiligman ingehuurd, maar aangezien dat gezin het laatste was op zijn route en de Sint de hele dag een verwarmend borreltje op de koude vijf december niet afsloeg, was hij bij het betreden van de woning van de buren inmiddels volkomen lam. En dat wil je niet op de stoel hebben hoor, onder z’n mijter. Dus werd mijn pa opgetrommeld. De buren woonden destijds in het huis waar wij nu wonen en daar is een hele grote zolder, met een gordijn halverwege, dus perfect voor een “optreden” van Sinterklaas. “Buurman, als je ons helpt en bij ons Sinterklaas komt spelen, neem dan ook je eigen zoon maar mee hoor.” Goed, de zatte Sint werd uit z’n tabberd gehesen, m’n pa er in en m’n broer zat inmiddels tussen de kids van de buren gespannen op zolder. M’n vader moet nerveus zijn geweest. Dat gevoel ken ik namelijk; ik ben ooit als hulppiet bij vaag bekende kids in Spijkenisse, Rozenburg en Oostvoorne binnengevallen. Letterlijk. En dan knijp je ‘m toch, hoor… Alhoewel, in Oostvoorne wist alleen moeders er van, de rest van alle aanwezigen niet. En wij wisten dat er een touwtje uit de brievenbus hing, dus we stonden ineens in een volle huiskamer pepernoten naar binnen te smijten. Piet zijn heeft wel dus iets: je kunt je ongegeneerd misdragen. Ooit op vijf december de hele dag gewerkt (als Piet) en ’s avonds nog een afsluitend, doch afmattend rondje langs schoonfamilie van zus (ook Piet) en een collega met een kleine. En dan ben je aan het eind van zo’n dag redelijk uitgeput. Drinken gaat de hele dag door een rietje en ook eten is niet echt handig; je moet tenslotte aan je make-up denken. Dus wat doe je dan? Je loopt echt de hele dag pepernoten en kruidnootjes te vreten. Die zijn zo lekker klein (lees: handig) om naar binnen te werken. Bovendien: je hebt ze toch de hele dag over je schouder hangen. Lekker makkelijk. Op een gegeven moment komt het alleen wel je neusgaten uit, dus aan het eind van “onze dienst” reed ik richting de McDrive in Schiedam. Het klinkt misschien raar, maar op een gegeven moment ben je gewoon vergeten hoe je er uitziet. Dus ik doe m’n bestelling (het leek ons toch beter niet zo naar binnen te gaan, vandaar) en rijd door naar het volgende raampje. O jee… “Hé zwarte Piet!!!” Shit, da’s waar ook… Binnen de kortste keren staat het voltallige keukenpersoneel voor het raampje. Ik zet m’n zware pietenstem op en sommeer de belangstellenden om opzij te gaan. Tot m’n grote verbazing gebeurt dat ook en smijt ik een handvol strooigoed met een bloedgang door het raampje bij de Mac naar binnen, zo op de keukenvloer. Inderdaad, je kunt er van de vloer eten; er ligt genoeg… Maar ja, da’s het voordeel van het Pietenbestaan. Een Sint moet toch wel een beetje in de plooi blijven. Dus zat m’n vader heel serieus, doch een tikkie gespannen zich op de grote stoel achter het gordijn af te vragen hoe en waarom ie zich nou toch in godsnaam in deze situatie had laten lullen. Maar het werd nog veel erger toen het gordijn openging. Want ineens schalde daar over de zolder het kinderstemmetje van m’n grote broer: “Papa!!!” Zit je dan met je goede gedrag…
Pa kreeg nog veel met de Sint te maken. Vanuit huis hebben we altijd prachtig zicht op de brug en dus keken veel mensen (vooral verveeld kijkende, koukleumende ouders die er onder dwang van de kids al heel erg vroeg stonden) altijd jaloers naar boven waar wij zichtbaar heerlijk warm bij de kachel achter het raam met een bakkie thee erbij en het liefst nog in pyjama de intocht van de Sint konden zien. En altijd waren er weer van die eikels die op de brug gingen staan met hun kids. Want daar kun je het natuurlijk lekker zien. Dodo’s… Die brug moet open? En dat was altijd het mooiste van de jaarlijkse intocht, want Anneke de Jong was mooi de enige die tussen de hekken mocht blijven als iedereen (soms zelfs vloekend en tierend) van de brug werd “verjaagd”. Tja, als dochter van de brugwachter heb je nou eenmaal een streepje voor. (Ja, erg hè, woont ze qua Sinterklaasintocht al op de eerste rang…) De oude Prinses Julianabrug was er één met ouderwetse hekken, die met de hand dicht gedaan moesten worden en ik hielp daarbij. Oh, wat was dat een heerlijk gevoel. Iedereen eindelijk achter het hek en ik liep als enige met pa nog op de brug. Jaloerse blikken, ogen die in je rug priemen, heerlijk. En dan het brughokje in. Vaak was het ook daar druk; collega’s van pa met kids. De brug werd geopend door aan een soort stuur te draaien, dat bevestigd was op een breed paneel. Alleen was dat paneel die dag niet meer te zien, daar zaten wij met z’n allen… En de Sint keek en zwaaide altijd even naar boven als ie ons passeerde. Eén keer was ik bij de Sinterklaasviering van onze bootvereniging. Ik mocht naar voren komen en daar vertelde de Sint trots dat ik de brug voor hem had geopend. Nou ja, m’n vader had aan “het stuur” gedraaid, maar ik liet de man maar in de waan. En de rest van de aanwezige kids ook, al dachten sommigen toen waarschijnlijk: oh, ben jij die trut die wèl op de brug mocht blijven…
Dat de Sint een illusie is, werd mij wel duidelijk op school. In de straat waar ik op school zat, was er een kleuterschool en twee lagere scholen, de christelijke en de mijne, de openbare. En wat gebeurde er op vijf december? Er arriveerde één auto met drie Sinten. En elke Sint stapte bij één school naar binnen. Dan denk je wel: hulpsinterklaas. Maar toch… Op een dag vond ik in de linnenkast op de slaapkamer van mijn ouders een pakje, wat ik een paar dagen later in m’n schoen terugvond. Ik wist genoeg. “Okee, nu kun je twee dingen doen…”, sprak ik mezelf toe. “…je kunt het zeggen of je kunt je mond houden en er nog een paar jaar je voordeel uit halen…” Nou, je hoeft niet te vragen voor welke optie ik ging. Ik, die toch meer van de treinen en auto’s was vroeger, zag op een gegeven moment bij V&D een wel heel erg mooie babypop. Tijd voor aktie. “Mam! Ma-ham!!! Kijk! Mooie pop hè?”, wijzend naar een volledig in roze gehulde babypop mèt fles. Want ze kon namelijk “echt” drinken. Vijf december: wat denk je? Precies!
Maar ja, ooit houdt het op, al blijf ik het nog steeds een leuk feest vinden. Dus please, rot die kerstpullen nog even terug op zolder en stort je helemaal op de Sint.
De intocht zie ik tegenwoordig niet meer; ik moet dan altijd werken. De oude PJ-brug is er helaas ook niet meer; die heeft de gemeente Vlaardingen compleet laten verpauperen (waarvoor dank) en is inmiddels gesloopt. Er ligt nu een doorsnee (dus lelijke) fietsersbrug die op afstand wordt bediend. Maar er is voor de rest nog weinig veranderd. Ook de nieuwe generatie ouders (die er vroeger toch echt zelf als kind hebben gestaan) snapt het niet. Gisteren kreeg ik een ooggetuigeverslag van m’n moeder die de intocht wederom lekker warm bij de kachel had gevolgd. “En?” “Ja, weer iedereen op de brug.” Eikels…

http://red-de-sint.hyves.nl/?pageid=AAYEGF6P5SG80WOSO

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: