Geplaatst op 26 juni
Vooropgesteld weet ik dat ik enorme bofderrière (ik houd het netjes) ben, omdat ik in het gelukkige bezit van een rijbewijs en van een autootje (die hele mooie blauwe…) ben. En dan vooral die combinatie zo samen hè? Zo mooi. Haast ontroerend. Weet ik na gisteren. Gisteren was ik namelijk afhankelijk van het openbaar vervoer. Tjongejonge. Op een tijdstip waarop ik me normaal of nog niet bewust ben van het feit dat ik leef, of dat ik spontaan wakker word en me nog riant een paar keer kan omdraaien, ging nu de wekker af. Want juist op zo’n moment word je niet spontaan wakker, maar dat is logisch… Dat is het lot. Een foutje van moeder natuur, whatever. In elk geval: hij ging eerder dan normaal. En dat allemaal omdat m’n auto nog in de garage staat (zie voorgaande blog als je het echt allemaal wilt weten.) Om kwart over zeven hier de deur uit, gewapend met opgeladen OV-chipkaart, een strippenkaart en een uitdraai met buslijnen en overstappunten en –ook niet geheel onbelangrijk- overstaptijden. Héél handig. De ellende begon al bij het chippoortje. Kon m’n pas niet lezen. Dan maar de strippenkaart tevoorschijn toveren. Eenmaal in de trein hoor ik een iets te vrolijke machiniste via de intercom schallen: “Goedemorgen, dames en heren. Door een misverstand in Rotterdam (lees: m’n collega kwam niet opdagen en ik zat nog aan de koffie toen deze trein moest vertrekken) hebben we nu enkele minuten vertraging. Maar maakt u zich geen zorgen, we gaan het inhalen, dus we gaan gewoon op tijd in Rotterdam aankomen hoor!!!” Ja. Nee, daar heb ik wat aan, als je er bij het volgende station alweer uit moet. Natuurlijk werkte m’n chippas ook hier niet om het poortje te openen en heb ik dus m’n ANWB-pas maar in de gleuf gestopt (dan opent ie ook namelijk) en op naar de bus, die ik volgens mijn planner makkelijk kon halen, maar die dus net voor mijn neusje weg reed. Zucht. Nog geen twee kilometer van huis en me al voor dertig kilometer geërgerd… Ik had twee opties: wachten op de volgende bus en m’n goede metro missen of gaan lopen van Vlaardingen Oost naar metrostation Vijfsluizen en ‘m waarschijnlijk ook missen. Ja, wachten maar. Hé daar kwam de bus al. Bus 56 richting Vlaardingen West. Die was voor mij. En verrek: het zat eens mee: m’n chipkaart werkte hier wel. Mooi, karren maar. Als ie op de rotonde niet rechtsaf gaat, maar rechtdoor, krijg ik even een appelflauwte. Nee hè? Dit ga je niet menen… De bus ging helemaal niet naar het metrostation. Wat ik niet wist, is dat die lijn bij Vlaardingen Oost een soort van lus maakt naar station Vijfsluizen en dus twee keer achter elkaar op Vlaardingen Oost komt. En deze was er dus al geweest. Meteen bij de eerste halte inwendig vloekend en tierend uitgestapt. Nu kon twee dingen doen: ik besloot weer voor het laatste. Optie één leek me geen fijn plan, om de metro te halen moest ik in ongeveer één minuut één kilometer afleggen. Ik schatte m’n kansen daarop niet erg hoog in. Met als gevolg dat ik dus riant na mijn metro op het metroperron stond te wachten totdat de volgende kwam. Volgens de planner moest ik in dit geval doorrijden naar een ander metrostation, waar vandaan ik dan nog ongeveer een kwartier naar de zaak moest lopen. Nou vind ik lopen helemaal niet erg, maar niet onder tijdsdruk. Een iets relaxtere damesstem vertelde me: “het volgende metrostation is Spijkenisse Centrum” Ik keek eens op de klok. Elf over acht. De bus naar de zaak ging om dertien over acht. Als ik mezelf in een soort van doodsmak van de trap af zou werpen, dan zou het net te doen zijn. Ik schatte mijn kansen iets hoger in dan daarnet in Vlaardingen en besloot het erop te wagen. Beneden aangekomen wist ik dat ik het beter niet had kunnen doen, aangezien je daar bijna een TomTom nodig hebt om het juiste busperron te vinden. Nee, gaat lekker. En toen ik ‘m vond, inderdaad: reed ie net voor m’n neusje weg. Grom, vloek, tier. Gelukkig vond ik een andere lijn die in de spits wel langs m’n eindbestemming reed (alhoewel de chauffeur wel heel erg moest nadenken of ie er wel langs zou komen), dus heb ik daar maar op gewacht, want om nou weer in die metro te stappen… Volgens de info op internet kun je in Spijkenisse niet met je chipkaart in de bussen van Connexxion rijden, dus legde ik m’n strippenkaart neer. Pas toen ik ging zitten en een beetje rond keek, zag ik het kastje hangen waarmee ik dus wel gewoon m’n chipkaart voor had kunnen houden. Voor de derde keer binnen een uur: een inwendige grom, een vloek en een tier. Dit is zo niet mijn dag…
Bij de zaak ziet mijn collega uit Schiedam me al aankomen uit een vreemde hoek en vraagt verbaasd: “waar kom JIJ nou vandaan???” Ik leg het hele verhaal uit, met alle bijbehorende ellende. Ik had helemaal niet in de gaten gehad dat zij moest werken vandaag… ze biedt me meteen heel lief een lift aan naar Vijfsluizen voor de terugweg. Dat scheelt al gauw een uur, dus dat was weer mooi meegenomen. Maar ja, geheel in de lijn der verwachting reed –uiteraard- de bus naar Vlaardingen Oost weer net voor m’n neusje weg. En uiteraard viel er op Vlaardingen Oost weer niets te chippen en, om het geheel nog even fijntjes helemaal af te maken, staat de dorpsgek van Vlaardingen ook op de trein te wachten en kiest ze uitgerekend mij uit om een lulverhaal van jewelste aan op te hangen. Tuuuuurlijk, waarom niet? Gelukkig kwam de trein vrij snel (NU WEL!!!) en stapte ze bij een andere deur in. Waar zouden we zijn zonder de trein? Nou, op de zaak, op een “normale” tijd, zonder vloeken, tieren en schelden. Nee meneer Eurlings, gij wilt de files verminderen? Pfff… geef mij maar de file…
P.S: Nou is ie nog niet klaar, die mooie blauwe auto van me, dus morgen weer zo’n dag. Ga ik het alleen wel anders doen: misschien een trein eerder, voor de zekerheid toch maar lopen van Vlaardingen Oost naar de Vijfsluizen en m’n Ipodje mee, tegen dorpsgekken… Een mens moet overal op voorbereid zijn, nietwaar? (En eigenlijk had ik nu dus in verband met die vroege wekker allang in m’n mandje moeten liggen. Maar ja… wat moet je anders, als je niet kunt slapen? Okee, ik ga al…)
Geef een reactie