Geplaatst op 13 juni
Ja, de oudere jongeren onder ons herkennen hierin van Kooten en De Bie. Zo zonde dat die er mee gestopt zijn
Maar ja, het zij zo. Goed, de keek op de week dus. De afgelopen week, in de krant, op tv en om mij heen, wat een week.
Kinderen van alle oude ouders, maak een vuist, richt daaruit uw middelvinger op en steek hem ferm in de lucht. Waarom? Nou kijk. Vorige week in de krant een bericht: kinderen van vaders die op latere leeftijd vader zijn geworden, boven de veertig (waar hebben we het over?), die worden ouder, omdat er iets aan die chromosomen van die kids zit, waardoor de celveroudering (lees: de algehele aftakeling) later inzet dan bij kinderen van jonge(re) vaders. Conclusie: ik word, als ik niet tegen/onder/op een vrachtwagen terecht kom, dus als de natuur haar gang mag gaan met mij, lekker veel ouder. Zeggen ze. Dan is er een paar dagen later weer één of andere muts die het weer niet kan laten een brief naar diezelfde krant te sturen: ”Ja, wat doen ze die kinderen aan? Ze leven langer. Ja, als wees.”
Hou toch op muts, je hebt geen idee waar je het over hebt. Ten eerste weet zo’n kind niet beter, vindt zo’n kind deze situatie normaal en als iedereen het verder naar z’n zin heeft, waarom niet? Ook oudere vaders kunnen 100 worden. En het voordeel van een jong kind om je heen op latere leeftijd: je blijft er zo lekker jong bij. Dus
Ik geef u de middelvinger. Da’s één.
Nu ik het toch over leeftijden heb:
De Jong is de achternaam. En die naam doe ik eer aan, blijkbaar. Lachen. Vorige week op de zaak een gesprek met een leverancier over koetjes en kalfjes en op een gegeven moment komt het gesprek op leeftijden. Nou ben ik heel slecht in het schatten daarvan en als iemand me vraagt dat te doen, lul ik er altijd omheen en zeg ik: ”Nee, daar ben ik echt heel erg slecht in…”
en dat werkt. Vaak. Maar goed, die leverancier zegt op een gegeven moment zoiets als: Ah joh,
je bent nog jong zat. Ik keek ‘m alleen maar aan. ”Ja, je bent nog geen veertig
.” Nou
, zei ik. “Nee joh, tegen de tijd dat je mijn leeftijd hebt…”
Mijn grijze massa begon te kraken: hoe oud zou hij dan
??? ”Hoe oud ben jij dan, als ik vragen mag?” ”Ik? Achtendertig!” Ik maak een soort van snuivend geluid, gevolgd door een onbenullig “Joh…”
(Ik had hem veel ouder geschat namelijk) ”Nou, hoe oud ben jij dan?”, vroeg ie. Ik zette m’n grootste glimlach op en zei triomfantelijk: ”Zevenendertig. En een half. Bijna.” Hij kon nog net z’n koffie binnenhouden. Dat had ie me niet gegeven. Ga zo door, jij maakt vrienden! Afgelopen zondag kwam ik zappend langs een programma, wat uiteraard een herhaling van een herhaling was, maar wat ik nog nooit gezien had: je echte leeftijd. Op internet kon je een test doen om te zien wat jouw echte leeftijd was. Toch nieuwsgierig kroop ik een uurtje later achter de computer en deed de test. De uitslag? Ik ben pas vierendertig. Dik drie jaar van m’n eigen, echte leeftijd af. Niet gek, al zeg ik het zelf.
Dus als mensen me nou toch veel jonger schatten, zeg dertig, dan ben ik toch mooi zevenentwintig nu. En een half. Bijna. (Nu sla ik door.
)
Vorige week vrijdag sloeg een klant een beetje door. Ik ben bezig met iets om te gooien, komt er een man op me af met een enorme bos bloemen in z’n handen. En dan kan ik het niet laten hè? “Nou, dat vind ik lief. Had je niet hoeven doen…”
Drie keer raden: hij had het ook niet gedaan. Hij moest wat beddengoed hebben voor een huisje dat ie in de verhuur had in Duitsland en ik kon ‘m daar wel aan helpen. Om een lang verhaal kort te maken: er ontstond op een leuke manier wat gehakketak bij de kassa tijdens het afrekenen over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Ik had ‘m leuk geholpen, maakte ook nog eens de goede opmerkingen in de discussie (of hij had medelijden met me, kan ook), hij gaf me over de toonbank een hand en plukte toen een roos uit die enorme bos. Hier, die is voor jou. Heb je verdiend! Bloos…
Dan sta zelfs ik even met m’n mond vol tanden. Ach, het ging allemaal op een leuke manier. Aardige vent dus. Van tegen de zestig
. Heb ik dat. Maar goed, soms maak ik ook wel eens de verkeerde opmerkingen. Zoals gisteren. Plaats delict: op de zaak, weer bij het afrekenen. Ik had net iemand aan een tondeuse geholpen en meneer wilde ook nog een strijkijzer, dus ik haal dat uit het magazijn, loop er mee naar de kassa, ga tussen m’n twee collega’s in staan en zet het apparaat voor ‘m neer. De collega rechts van mij scant het hele zooitje en noemt daarna het totaalbedrag. ”Negenendertigvijfennegentig, alstublieft.” Geen reactie. Nog een keer. “Meneer, dat is dan negenendertigvijfennegentig alstublieft.” Meneer? Ineens wordt ie wakker. ”Oh! Oh
, sorry. Ik eh…
ik stond op haar (doelend op mij, want ik had ’m dus de hele tijd geholpen) te letten!” Ik dacht meteen: niet reageren. Maar nee, wat zegt mijn collega? ”Hij stond op jou te letten, An!”, ongetwijfeld iets luider dan dat de bedoeling was. Mijn reactie? Ik draaide me weg en zei, ook iets te luid (dus hij moet het gehoord hebben): “O jee, wegwezen dan!”
En terwijl ik het zei dacht ik
: oeps, dat kon onbedoeld wel eens heel lullig hebben geklonken. Nou ja, jammer dan. Bij sommige mensen mag je bot zijn. Bij deze mocht het, geloof me.
Ja, de dingen die je mee maakt bij je baas
Het kan nog allemaal veel erger hoor: ik las gisteren in de krant dat er in Iran een staatsbedrijf is waar de mannelijke medewerkers nog een paar maanden de tijd hebben om in het huwelijk te treden. Op straffe van
ONTSLAG! Mwaaaaahhhh!!!
Het idee alleen al:
een paar maanden!!!
Dit om te voorkomen dat de mannelijke werknemers ten prooi zouden vallen aan allerlei frustraties. Ga zelf maar na van welke aard. Jezusmina!
En over frustraties gesproken: wat doe je (gelezen in dezelfde krant) als je vijftien jaar bent en je hebt samen met je beste vriend geen zin meer in school? Dan steek je gewoon de fik er in. Zo doe je dat. Waar ik vroeger met m’n klasgenoten in de pauze illegaal de stopverf tussen de sponningen van de net nieuw gezette ramen peuterde, nemen ze nu gewoon een aansteker mee. Wat zeurden die juffen een meesters dan, vroegâh? En nu ik het over zeuren heb: vanochtend gezien tijdens het ochtendjournaal: het rookverbod in de horeca (halleluja, zei deze niet-roker) komt er aan, dat is algemeen bekend. En dat je in ziekenhuizen niet mag roken is ook geen onbekend gegeven meer, maar (ik citeer): er is één ziekenhuis in ons land waar het rookverbod wel heel erg streng wordt gehanteerd. Namelijk in het ziekenhuis in
Spijkenisse. Ik spits meteen m’n oren. Ik rijd er twee keer per dag langs namelijk, respectievelijk op weg naar de zaak of naar huis. Wat blijkt nou? Je mag niet roken terwijl je je op het ziekenhuisterrein bevindt. En daar wordt ook het parkeerterrein mee bedoeld. Zelfs als je in je eigen auto zit. Dus moet je eerst er af rijden, dan pas een peuk opsteken en daarna mag je je auto daar weer terugzetten. Gaat wel een beetje erg ver
…
Nou ja, en wat houdt een mens nog meer bezig, de afgelopen week? Juist ja
Het EK. (Toch wel) Eerst lees ik in de krant dat er tijdens het EK van alles op straat gebeurt. Voornamelijk voor de voordeur. Deurwaarders worden op pad gestuurd om deze dagen massaal beslag te leggen op: TV’s (er zijn weinig mensen die daar deze weken van buiten kunnen) en werkgevers zetten speurneuzen in om te controleren of hun medewerkers daadwerkelijk ziek zijn of dat ze ziek zijn zodat ze niks van het EK hoeven te missen (dus wees gewaarschuwd). Maar goed, dat EK dus. Uiteraard van de week de wedstrijd tegen Italië gezien. Ik voorspelde 1-1, maar had er een hard hoofd in. Ik had kunnen weten dat het anders zou aflopen, want wat zag mijn gelaserde oplettende oog boven de spelerstunnel hangen? Niet één, maar wel twee Terschellinger vlaggen. Dan klopt mijn hartje nèt iets sneller en met de steun van de vlag der vlaggen…
ja, dan moet het gewoon goed gaan. Was voor het eerst trouwens. Bij schaatswedstrijden zit er altijd in de bocht een Terschellinger met een vlag, maar bij het voetballen had ik het nog niet eerder gezien. Geweldig!!! In één van mijn vorige blogjes gaf ik trouwens de gouden tip om het EK een beetje te overleven, als je niet zo van het voetballen bent: ga gokken. Maak een poule, zet (in ons geval) één hele euro in en je hebt een avondje heel erg fanatiek bankhangen te pakken. Het werkt echt! Gevolg: bijna elke wedstrijd staat nu aan. M’n vader had het eens moeten weten
… En ja, het levert ook nog iets op, als je het goed doet: had ik eerst Duitsland-Polen goed voorspeld met 2-0, gisteren was het weer raak: Turkije-Zwitserland. Ik zei 2-1. En het werd 2-1. Kijk, ik heb er wel geen reet verstand van, maar het heeft mij in ons eigen gokhok (de woonkamer dus), al 12 euries opgeleverd. Ik bedoel maar. Ach, het is een gave. En daarom heb ik besloten iets met deze gave te gaan doen (lees: ik ga er munt uit slaan!!!) U kunt mij inhuren voor het juist voorspellen van de uitslag.*
*(In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Lees altijd de financiële bijsluiter)
Ben benieuwd…
Geef een reactie