Geplaatst op 10 januari 2006
2005. Het is alweer verleden tijd. Op de valreep, als heel Nederland ligt uit te buiken van het vreetfestijn dat Kerstmis heet, heeft deze dame nog iets te vieren. Verjaardag. Van broer. Broer is de oudste uit het nest; bouwjaar 1955. Kleine rekensom leert ons dat broer dit jaar vijftig wordt. Werd, want inmiddels 2006. Ja, en dat laat je niet zomaar voorbij gaan, hè? Al denkt broer van wel. Tien dagen voor zijn verjaardag, op verjaardag van zus om precies te zijn (de middelste uit het nest), nodigt meneer zijn aanwezige familie uit om op zijn verjaardag langs te komen. In verband met een neefje van schoonfamilie-kant, jarig op dezelfde dag, viert hij zijn verjaardag de laatste jaren daarom altijd maar een dag later. Maar nu niet. Nu wordt ie vijftig, en dat wordt voor deze keer op de dag zelf gevierd. Dus wij allemaal braaf ja knikken. “Ja joh, is goed, dan zien we je woensdag! Wij komen gewoon ‘s avonds hoor!” Er moet tenslotte overdag ook nog gewoon gewerkt worden, nietwaar? Hij moest eens weten…
(Voordat ik verder ga, is het misschien leuk dat ik even meld dat ik een overijverige schoonzus heb.) Ik heb een overijverige schoonzus. Die wel leuke ideeën heeft voor iemand die vijftig wordt. Ik ben niet zo creatief dat ik met allemaal leuke plannen kom. En aangezien mijn broer niet het Abraham in de tuin/ spandoek met oproep tot 50x toeteren/ potjes mosterd/ advertenties in plaatselijke, of erger: landelijke kranten/ aanplakbiljetten met foto aan bomen in de wijde omgeving-type is, rest er voor mij eigenlijk niets anders dan… niets te verzinnen. Niet dat ik bovenstaande dingen ooit uit zou voeren. Los van het feit dat ik daar ook niets mee heb en hopelijk zelf ook ooit nog eens vijftig moet worden, ben ik bang dat broer na zo’n soort actie van mijn kant meteen laat uitzoeken of het ook mogelijk is om je wettelijk van je jongste zus te laten scheiden. Of zoiets. Nee, ik doe mooi helemaal niets. Ik zie het allemaal wel.
Ondertussen, hier zo’n vijftig kilometer vandaan, wordt er een plan gesmeed in het brein van mijn overijverige, doch creatieve schoonzus. Toch handig, zo’n figuur in de familie… Eind oktober wordt het plan in het diepste geheim openbaar gemaakt. (Kan dat? In het diepste geheim iets openbaar maken? Da’s bijna net zo erg als je afvragen waar het heelal eindigt. En wat daar achter zit. En hoe dat er dan uit ziet. En… WAAAAAAHH!!! Niet over nadenken, dan word je gek!!!) In elk geval is dit in grote lijnen het plan: overijverige, doch creatieve schoonzus neemt jarige J(ac)ob mee naar Groningen voor een overnachting in het kleinste hotel van de wereld in Eenrum (Waar? EEN-RUM!). De volgende dag (de grote dag), gaat het stel naar de stad Groningen voor een dagje stadslenteren en ‘s avonds zullen zij gaan eten in een lekker restaurant. In eerste instantie met z’n tweetjes en dan, als verrassing, komt er een aantal vrienden en wat familie binnenschuiven. Leuk plan. Voor die vrienden moet het geen probleem zijn, zij wonen in en om Groningen. Maar voor de familie…
Zus (de middelste) kan absoluut geen vrij krijgen tussen kerst en oud en nieuw. En wat mij betreft… Ik zit bij een heel leuk bedrijf, maar als je het lef hebt om gedurende de laatste vijf weken van het jaar vrij te vragen… daar staat zo’n beetje de doodstraf op. (Het vonnis wordt waarschijnlijk pas in januari voltrokken, want eerder kunnen ze je niet missen.) Maar ja, hij wordt maar één keer vijftig… Ik haal alles uit de kast om twee dagen vrij te peuteren bij m’n baas. Het is tenslotte na de kerst en ik heb zoiets ook nog nooit gevraagd in bijna dertien jaar. Ik ga dan ook helemaal uit m’n systeemplafond als ze uiteindelijk zegt dat ik er, onder strikte geheimhouding twee dagen tussenuit mag. YES!!! Meteen een hotel boeken, want terugrijden: ho maar! Ik ga de volgende dag nog mooi even Groningen in, want Groningen is zóóó leuk!
Dan is het zover. ‘s Ochtends wordt de jarige vanuit Vlaardingen telefonisch gefeliciteerd door z’n moeder, en een half uurtje later bel ik ‘m met m’n mobiel, zogenaamd van de zaak. “Hé, ahd lèk!” (Wij zijn altijd heel vriendelijk tegen elkaar, ook in het Haags) “Nou, op naar de honderd!!! Nee joh, het is druk! Ja, voor oud en nieuw! Man, stápels friteuses gaan er de deur uit. Uhuh… voor de oliebollen hè? En emmers, ijsbollepels, servetten, noem maar op!” (NOT!!!) “Maarre…wat zijn de plannen verder, vandaag? Je bent nu in Groningen? Hotel? Leuk. De precieze plannen weet je niet? Goh…” Ik wel! Maar dat weet hij weer niet. “Nou joh, fijne dag nog verder! Enne… wat? O, je viert het op zondag? Nieuwjaarsdag? Meteen nieuwjaarsborrel? Okee. Nou, zie ik je dan! Isj goe! Hoi!” Mooi. Ophangen en de auto in. Op naar Grunn. Onderweg is er hevig SMS-verkeer tussen overijverige, doch creatieve schoonzus die zich die dag ineens verdacht veel in pashokjes en toiletruimtes ophoudt, teneinde enigszins ongestoord te SMS-en, en mij. In het hotel wordt het allemaal heel spannend. Als we aankomen krijg ik een SMS dat “ze” bijna bij het hotel zijn. Of we al binnen zijn. Snel een SMS terug: Nee, kom net aanrijden!!! Strakke actie van overijverige, doch creatieve schoonzus volgt: broer wordt meteen een café ingesleurd. Dorst of niet: zuipen zal ie! Dat geeft mij een kwartiertje uitstel om in te checken, ma en de eerste bagage in de kamer te installeren en de auto de veel te krappe ondergrondse parkeergarage in te rijden. En natuurlijk word ik naar de parkeerplek naast de door overijverige, doch creatieve schoonzus gehuurde droomauto van broer gedirigeerd. Nog heel snel even langs de receptie en dan als een speer naar boven. Ik slaak een zucht van verlichting als de deur achter me dichtvalt. Meteen de tv aanzetten, een tikkie aan de harde kant. Dit heeft een doel: wij zitten namelijk in de kamer naast broer. En die mag dat niet horen. Rond halfzeven hoor ik de deur van de kamer naast ons met een knal dichtslaan. Dat is afgesproken: zo weet ik dat de kust veilig is. Een kwartier later gaan wij weg; op naar het restaurant van het Groninger Museum. Buiten wachten we op de vrienden en om een uur of zeven volgt de overval. Natuurlijk reageert broer lekker lauw: “Ja, zie je wel? Zat erin hè? Zat erin…” Lekker ventje… De tafel voor twee wordt verruild voor de gedekte tafel voor acht personen en er volgt een leuke avond met een leuk clubje mensen en heel erg lekker Italiaans eten. Overijverige, doch creatieve schoonzus heeft zichzelf overtroffen. Op naar de honderd dan maar!
Gefeliciteerd, bruv!
Geef een reactie